Barst
24th August 2012, 18:22
Identiteit
Paul Verhaeghe, Identiteit, De Bezige Bij, Amsterdam, 2012.
De wereld is zoveel groter dan de sofa van de psychoanalyticus. In zijn nieuwste boek Identiteit meet Paul Verhaeghe de psychische schade op van dertig jaar neoliberalisme en vrijemarktdenken. ‘Dit economisch bestel brengt het slechtste in onszelf naar boven.'
Is het oude Europa collectief de kluts wijt? Zowat overal woedt dezer dagen een verhit debat over identiteit, begeleid door klaagzangen over het verlies van normen en waarden. ‘Verlichters' hekelen de ‘achterlijke' islam, de ‘hardwerkende' middenklasse haalt uit naar het ‘sociaal profitariaat' en verwende ‘fopspeenjongeren'. Kort door de bocht samengevat: nooit had de westerse mens het zo goed en nooit lag hij zo overhoop met de wereld en zichzelf. Omdat we niet meer lijken te weten wie we zijn.
In zijn vorige boek, Het einde van de psychotherapie (2009), signaleerde de psychoanalyticus Paul Verhaeghe het opduiken van een heel nieuw ras patiënten in zijn praktijk: de borderliners, mensen met fysieke klachten die geen enkele band hebben met een levensverhaal. ‘Ze kunnen er niet eens over praten. Omdat ze geen identiteit hebben. Eigenlijk zijn ze leeg.' De epidemie van borderliners komt niet uit de lucht vallen, oordeelde Verhaeghe, ze is het gevolg van de sociale ontwrichting in een op hol geslagen individualistische maatschappij. Zonder duurzame banden, zonder hechting, verdampt onze identiteit.
In zijn nieuwe boek, Identiteit, geeft hij het kwaad een naam: het neoliberale marktdenken dat onze westerse verzorgingsstaat sinds dertig jaar infiltreert. Het probleem is niet dat we geen Groot Verhaal meer hebben, zoals de postmoderne filosofen dachten. Dat verhaal is er wel degelijk, maar het verbindt ons niet, het breekt de basis zelf van onze samenleving op. Verlies aan zelfbesef, ontworteling en vertwijfeling zijn de keerzijde van de cultus van het materieel succes.
Marktmodel
‘There is no such thing as society', proclameerde Margaret Thatcher in de jaren 80, waarna ze de staat afbrak en haar burgers verweesd achterliet. Het neoliberalisme onderwerpt de hele maatschappij aan het marktmodel. Mensen zijn competitieve wezens die uit zijn op eigen profijt en in de struggle for life komt vanzelf de beste bovendrijven. Voor solidariteit is geen plaats meer. Iedereen is verantwoordelijk voor het eigen succes of falen.
Het neoliberale model verkoopt zich graag als een meritocratie, maar dat is alleen een schaamlapje, zegt Verhaeghe. Om te beginnen is de idee dat iedereen met gelijke kansen aan de start komt, een illusie. Vervolgens zal het systeem na verloop van tijd toch weer een nieuwe elite installeren, die de deur dicht houdt voor wie na haar komt. Kijk naar de één procent superrijken in de Verenigde Staten, waar de middenklasse alsmaar afkalft en een bodemloze onderklasse groeit. De American dream is meer dan ooit een waandenkbeeld.
De gevolgen van die groeiende kloof tussen rijk en arm vallen nauwelijks te overschatten. Ongelijkheid schaadt de maatschappij, leert onderzoek van de Britse socioloog Richard Wilkinson. Hoe groter de ongelijkheid hoe meer mentale stoornissen, criminaliteit, drugs- en medicijnengebruik. Niet alleen de gezondheid gaat achteruit, maar ook de onderwijsresultaten en de sociale mobiliteit.
Managementcultuur
Het neoliberalisme rijt het weefsel zelf van de samenleving aan flarden. Op de werkvloer vervangen individuele contracten de oude arbeidsethiek (samenwerken voor een hoger doel) en omdat de morele autoriteit zoek is – ‘iedereen is de manager van zijn eigen leven' – zijn bewakingscamera's alomtegenwoordig. ‘In termen van morele ontwikkeling betekent dat een terugval naar de kleutertijd', schrijft Verhaeghe. Werknemers worden aan het lijntje gehouden met evaluaties en functioneringsgesprekken. De bureaucratische managementcultuur ondergraaft het gevoel van autonomie. Verantwoordelijkheid zonder macht blijkt een recept voor burn-out en demotivatie.
‘De vrijheid die wij in het Westen ervaren, is samen met het idee van de maakbare mens de belangrijkste leugen van vandaag', stelt Verhaeghe. ‘Mensen voelen zich tegenwoordig vooral machteloos.' Bij gebrek aan echte normen en waarden worden we overspoeld door een vloed van niet terzake doende regeltjes en voorschriften. Het zogenaamde vrije individu is niet meer dan een consument die zich paait met de illusie uniek te zijn en zelf keuzes te maken, ‘terwijl nog nooit op zo'n grote schaal zoveel mensen hetzelfde gedrag en denken ingehamerd hebben gekregen'.
Zelfs kinderen ontsnappen niet aan de reguleringsdwang. De jongste tijd maken we een waar opbod mee van gedragsstoornissen bij kinderen, die bijna allemaal te maken hebben met schools presteren: ADHD, CD (gedragsstoornis), ODD (oppositioneel-opstandige stoornis), faalangst. ‘Het lijkt of er op school nog maar twee soorten kinderen zijn: hoogbegaafde en gestoorde.' En de gestoorde moeten zo snel mogelijk aan de pil. Anders dan in de jaren 70 en 80 dient de psychiatrie vandaag niet meer de bevrijding maar de disciplinering en sociale aanpassing van het individu.
Identiteit geeft een vernietigende doorlichting van de sociale en mentale schade aangericht door de rattenvangers van het neoliberalisme. Dit boek zit vol, te vol. Verhaeghe wil soms te veel vertellen en daarbij verliest de psychoanalyticus het meer dan eens van de socioloog. Maar de kern van zijn betoog blijft overtuigend overeind: de mens is een bij uitstek sociaal dier. En een maatschappij die dat ontkent, kan alleen maar een gefaalde gemeenschap zijn.
DS, 24-08-2012 (Gilbert Roox)
Paul Verhaeghe, Identiteit, De Bezige Bij, Amsterdam, 2012.
De wereld is zoveel groter dan de sofa van de psychoanalyticus. In zijn nieuwste boek Identiteit meet Paul Verhaeghe de psychische schade op van dertig jaar neoliberalisme en vrijemarktdenken. ‘Dit economisch bestel brengt het slechtste in onszelf naar boven.'
Is het oude Europa collectief de kluts wijt? Zowat overal woedt dezer dagen een verhit debat over identiteit, begeleid door klaagzangen over het verlies van normen en waarden. ‘Verlichters' hekelen de ‘achterlijke' islam, de ‘hardwerkende' middenklasse haalt uit naar het ‘sociaal profitariaat' en verwende ‘fopspeenjongeren'. Kort door de bocht samengevat: nooit had de westerse mens het zo goed en nooit lag hij zo overhoop met de wereld en zichzelf. Omdat we niet meer lijken te weten wie we zijn.
In zijn vorige boek, Het einde van de psychotherapie (2009), signaleerde de psychoanalyticus Paul Verhaeghe het opduiken van een heel nieuw ras patiënten in zijn praktijk: de borderliners, mensen met fysieke klachten die geen enkele band hebben met een levensverhaal. ‘Ze kunnen er niet eens over praten. Omdat ze geen identiteit hebben. Eigenlijk zijn ze leeg.' De epidemie van borderliners komt niet uit de lucht vallen, oordeelde Verhaeghe, ze is het gevolg van de sociale ontwrichting in een op hol geslagen individualistische maatschappij. Zonder duurzame banden, zonder hechting, verdampt onze identiteit.
In zijn nieuwe boek, Identiteit, geeft hij het kwaad een naam: het neoliberale marktdenken dat onze westerse verzorgingsstaat sinds dertig jaar infiltreert. Het probleem is niet dat we geen Groot Verhaal meer hebben, zoals de postmoderne filosofen dachten. Dat verhaal is er wel degelijk, maar het verbindt ons niet, het breekt de basis zelf van onze samenleving op. Verlies aan zelfbesef, ontworteling en vertwijfeling zijn de keerzijde van de cultus van het materieel succes.
Marktmodel
‘There is no such thing as society', proclameerde Margaret Thatcher in de jaren 80, waarna ze de staat afbrak en haar burgers verweesd achterliet. Het neoliberalisme onderwerpt de hele maatschappij aan het marktmodel. Mensen zijn competitieve wezens die uit zijn op eigen profijt en in de struggle for life komt vanzelf de beste bovendrijven. Voor solidariteit is geen plaats meer. Iedereen is verantwoordelijk voor het eigen succes of falen.
Het neoliberale model verkoopt zich graag als een meritocratie, maar dat is alleen een schaamlapje, zegt Verhaeghe. Om te beginnen is de idee dat iedereen met gelijke kansen aan de start komt, een illusie. Vervolgens zal het systeem na verloop van tijd toch weer een nieuwe elite installeren, die de deur dicht houdt voor wie na haar komt. Kijk naar de één procent superrijken in de Verenigde Staten, waar de middenklasse alsmaar afkalft en een bodemloze onderklasse groeit. De American dream is meer dan ooit een waandenkbeeld.
De gevolgen van die groeiende kloof tussen rijk en arm vallen nauwelijks te overschatten. Ongelijkheid schaadt de maatschappij, leert onderzoek van de Britse socioloog Richard Wilkinson. Hoe groter de ongelijkheid hoe meer mentale stoornissen, criminaliteit, drugs- en medicijnengebruik. Niet alleen de gezondheid gaat achteruit, maar ook de onderwijsresultaten en de sociale mobiliteit.
Managementcultuur
Het neoliberalisme rijt het weefsel zelf van de samenleving aan flarden. Op de werkvloer vervangen individuele contracten de oude arbeidsethiek (samenwerken voor een hoger doel) en omdat de morele autoriteit zoek is – ‘iedereen is de manager van zijn eigen leven' – zijn bewakingscamera's alomtegenwoordig. ‘In termen van morele ontwikkeling betekent dat een terugval naar de kleutertijd', schrijft Verhaeghe. Werknemers worden aan het lijntje gehouden met evaluaties en functioneringsgesprekken. De bureaucratische managementcultuur ondergraaft het gevoel van autonomie. Verantwoordelijkheid zonder macht blijkt een recept voor burn-out en demotivatie.
‘De vrijheid die wij in het Westen ervaren, is samen met het idee van de maakbare mens de belangrijkste leugen van vandaag', stelt Verhaeghe. ‘Mensen voelen zich tegenwoordig vooral machteloos.' Bij gebrek aan echte normen en waarden worden we overspoeld door een vloed van niet terzake doende regeltjes en voorschriften. Het zogenaamde vrije individu is niet meer dan een consument die zich paait met de illusie uniek te zijn en zelf keuzes te maken, ‘terwijl nog nooit op zo'n grote schaal zoveel mensen hetzelfde gedrag en denken ingehamerd hebben gekregen'.
Zelfs kinderen ontsnappen niet aan de reguleringsdwang. De jongste tijd maken we een waar opbod mee van gedragsstoornissen bij kinderen, die bijna allemaal te maken hebben met schools presteren: ADHD, CD (gedragsstoornis), ODD (oppositioneel-opstandige stoornis), faalangst. ‘Het lijkt of er op school nog maar twee soorten kinderen zijn: hoogbegaafde en gestoorde.' En de gestoorde moeten zo snel mogelijk aan de pil. Anders dan in de jaren 70 en 80 dient de psychiatrie vandaag niet meer de bevrijding maar de disciplinering en sociale aanpassing van het individu.
Identiteit geeft een vernietigende doorlichting van de sociale en mentale schade aangericht door de rattenvangers van het neoliberalisme. Dit boek zit vol, te vol. Verhaeghe wil soms te veel vertellen en daarbij verliest de psychoanalyticus het meer dan eens van de socioloog. Maar de kern van zijn betoog blijft overtuigend overeind: de mens is een bij uitstek sociaal dier. En een maatschappij die dat ontkent, kan alleen maar een gefaalde gemeenschap zijn.
DS, 24-08-2012 (Gilbert Roox)