PDA

Bekijk de volledige versie : Tso en Bso zijn geen steden in Siberië


Barst
25th June 2012, 15:32
Tso en Bso zijn geen steden in Siberië


Als het B-attest in de eerste graad van het secundair onderwijs verdwijnt, zegt PETER DE ROOVER, maakt keuzerijkdom plaats voor eenheidsworst.


We zitten alweer in de laatste schoolweek, vol met deliberaties en proclamaties. Dat is de afscheidsweek, want de zomervakantie drijft een schoolgemeenschap voor een tijd uit elkaar. De week dus om nog even ruimte te maken voor de collegiale babbel, met de grapjes die de spanning van de proefwerken helpen verdrijven. Pascal Smet zal nooit ver weg zijn in die gesprekken. Zijn drieste plannen inspireren zonder twijfel tot heel wat ironiserende parodieën.

Elke beroepsgroep kent een eigen vorm van humor; de niet aflatende hervormingsdrift in het onderwijs biedt een onuitputtelijke bron van leute en plezier in en rond menig leraarslokaal. Achter die ‘humor' schuilt echter frustratie, machteloosheid en onzekerheid.

Sommige hervormers beweren dat het werkveld vragende partij is voor forse hervormingen. Ik heb eerder de indruk dat leerkrachten gedwee de schouders ophalen, vermoedend dat verzet toch nutteloos is. Wij worden geacht leerlingen op te voeden tot kritische burgers, maar velen onder ons dreigen moedeloze uitvoerders te worden van oekazes waar ze zelf niet achter staan.


Driestheid

Het onderwijsdebat dat recent losbarstte, komt de verdienste toe de indruk weg te werken dat tegen Smets ideeën geen kruid is gewassen. Leek de aangekondigde onderwijshervorming enkele weken geleden nog een uitgemaakte zaak, dan zorgde de driestheid waarmee de hervormers hun erg extreme voornemens de wereld instuurden voor de noodzakelijke omslag. De uitkomst moeten we nog afwachten, maar de waarde van het Vlaamse maatschappelijke debat werd overtuigend aangetoond.

Het voorstel om B-attesten af te schaffen, zorgde voor ophef. Dat past weliswaar volkomen in Smets visie, want heroriëntering wordt zinloos na de omvorming van de eerste graad tot eenheidsworst. Welk ander menuutje kan je aanprijzen als de kok maar één gerecht mag bereiden? Maar dat B-attestverhaal maakt het wegsnijden van de keuzerijkdom in de eerste jaren van het middelbaar onderwijs wel heel concreet en schudde velen op het veld wakker.

Het gebrek aan waardering van hervormers voor technisch onderwijs, vind ik als tso-leraar bijzonder stuitend. Een B-attest, zo gruwelen ze, ‘verplicht' de leerling om naar een technische afdeling ‘af te zakken'. Ze kunnen geen zin vormen met de afkorting tso of bso (beroeps), zonder daar het begrip ‘waterval' aan te koppelen. Alsof een heroriëntering naar niet-aso-afdelingen een straf zou zijn. Tso en Bso zijn geen namen van strafkolonies in Siberië, maar zijn volwaardige studierichtingen. Het voorstel om de indeling in aso, tso en bso af te schaffen, bevestigt juist de hardnekkige mythe dat die laatste twee vandaag minderwaardig onderwijs bieden en best verdwijnen. Als zoenoffer moet ook het aso voor de bijl.

De kritiek op het eenheidstype komt doorgaans uit aso-hoek. Maar ook voor tso- en bso-leerlingen is het een geweldig voordeel les te volgen in een specifieke aan de doelgroep aangepaste onderwijsvorm. Ook, en wellicht vooral, mijn tso-leerlingen worden slachtoffer van de ‘one size fits all-aanpak' van Smet.


Meer dan degelijk

Ons onderwijs presteert meer dan degelijk, laten we dat vooral niet vergeten. We hebben met al te verregaande hervormingen meer te verliezen dan te winnen. Enig realisme kan evenmin kwaad, want de perfectie bestaat niet en we leven in een wereld met echte mensen. De Standaard drukte een alternatief lessenrooster af dat in de eerste graad liefst acht uur zelfstandig werk voorziet. Dat is zo'n mooi voorbeeld van een bevlogen voorstel dat los staat van de realiteit waarin de meeste jonge scholieren leven. Vreemd dat die op 12 jarige leeftijd niet bekwaam geacht worden om met hulp van leraars en ouders een gepaste richting te kiezen, maar wel zelf een kwart van hun lessenrooster zinvol zouden kunnen invullen.

Ons Vlaams onderwijs heeft geen nood aan een grondige hervorming. De huidige, soepele structuur biedt alle mogelijkheden om uitstekend onderwijs te verstrekken. In veruit de meeste gevallen gebeurt dat ook. Verbeteringen waar nodig kunnen perfect binnen het bestaande kader.

Wil de minister echt iets ten goede veranderen, dat hij dan zijn energie richt op de administratieve last voor leraars (en directies); de aanvinkcultuur, die leraars verplicht meer bezig te zijn met wat scheefmetende controlelijstjes opleggen dan met daadwerkelijk lesgeven; de centralisatie waarbij ‘Brussel' meent dé waarheid in pacht te hebben, een euvel waar de aangekondigde hervorming zeer aan lijdt. Dat zijn de zaken die goed onderwijs écht in de weg staan.

Dreigen uit te pakken met een alles op z'n kop zettende onderwijsrevolutie waar vele leerkrachten absoluut niet in geloven, zorgt vooral voor bijkomende demotivatie. Die is nefast, want goed onderwijs begint bij geestdriftige leerkrachten die zich vertrouwd, gewaardeerd en gesteund voelen.

Want geloof het of niet, de meeste collega's zijn wel degelijk erg goed bezig en verdienen het niet murwhervormd te worden.


DS, 26-06-2012 (Peter De Roover)

Belinda.Vandenbempt
27th June 2012, 08:11
Wat ik in de eerste plaats graag zou willen zien, is dat er een onderwijsminister komt die kennis van zaken heeft, iemand die jarenlang in het onderwijs heeft gestaan, iemand die weet waar de knelpunten liggen in ons onderwijssysteem. Ik heb niets tegen de persoon Pascal Smet, maar hou steeds mijn hart vast wanneer ik hoor van zijn nieuwste wilde plannen. Ik zou hem de vraag willen stellen of hij zijn huis met de grond laat gelijk maken wanneer hij zijn badkamer wil moderniseren, want dat is wat hij nu wil doen met ons onderwijs. Het heeft veel weg van een 'hocus pocus en alles is weg'. In deze onzekere tijden hebben we meer dan ooit nood aan wat stabiliteit. Al jaren wordt er gepredikt dat ons onderwijs tot het beste van de wereld behoort. Een reden dus om de koers drastisch te wijzigen? Stilstaan is achteruitgaan, moet er eentje gedacht hebben.

Ik kan mij vinden in de redenering dat we zoveel mogelijk het watervaleffect moeten uitsluiten, maar dat wil niet zeggen dat jongeren geen 'foute' keuze mogen maken. Met het afschaffen van het B-attest gaan we de druk op die jonge schouders nog wat verhogen, want er is eigenlijk geen weg meer terug. Het is dan wit of zwart, grijs bestaat niet meer. De leerlingen die straks naar huis gaan met een B-attest kunnen zelf de keuze maken om al dan niet iets anders te proberen dat hen beter ligt of hun jaar opnieuw te doen. In de toekomst moeten die kinderen bissen. Is dat de manier om hen meer zin te doen krijgen in schoolgaan?

Ik heb geen glazen bol, maar ik durf voorzichtig te voorspellen dat er binnenkort nog een aantal meer spijbelaars zullen zijn. Schoolmoeheid zal stilaan maar zeker zijn plaatsje verwerven naast de categorieën ADHD, ADD, dyslexie, hoogsensitiviteit, ASS, enz. De etiketjes kunnen al gedrukt worden.