PDA

Bekijk de volledige versie : Volksopstand Arabische wereld is de doodsteek voor het secularisme


Barst
29th May 2012, 18:16
Volksopstand Arabische wereld is de doodsteek voor het secularisme


De invloedrijke Amerikaans-Iraanse analist Vali Nasr maakt zich sinds de Arabische Lente juist meer zorgen om het Midden-Oosten. 'De strijd tussen sjiieten en soennieten is naar de oppervlakte gebracht.'


Het sektarische systeem was in de Arabische dictaturen ingebouwd, het was een vorm van apartheidsdenken waar de bevolking in getraind werd.De Arabische Lente heeft zeker mooie dingen opgeleverd - vrije verkiezingen bijvoorbeeld, in landen als Egypte en Tunesië.

Maar als je het aan Vali Nasr vraagt, hebben de volksopstanden in de Arabische wereld ook twee andere belangrijke gevolgen gehad - gevolgen die misschien wat zorgelijker zijn: een verhevigde strijd tussen sjiieten en soennieten in de regio, en het einde van het secularisme in de Arabische wereld.


Oorlog tussen soennieten en sjiieten

De Amerikaans-Iraanse analist, die onlangs op uitnodiging van het ministerie van buitenlandse zaken in Nederland was, maakte zes jaar geleden naam met een boek dat ging over de strijd tussen sjiieten en soennieten - de twee belangrijkste stromingen binnen de islam.

Hij schreef het naar aanleiding van de Amerikaanse inval in Irak. Die zorgde er in 2003 voor dat dictator Saddam Hoessein verdween, en met hem het politieke stelsel waarin een soennitische minderheid heerste over de sjiitische meerderheid.


Machtsstrijd

Wat volgde was een democratische machtsgreep door de sjiieten, en oorlog tussen soennieten en sjiieten. "Nadat de Amerikanen de Iraakse staat kapot hadden gemaakt, was deze machtsstrijd het eerste dat naar buiten kwam", zegt Nasr. Het ging niet om het individu versus de staat, niet om dictatuur versus democratie.

De strijd ging louter om de vraag welke sektarische groep in Irak de macht zou krijgen. "Ik denk dat de Arabische Lente hetzelfde effect heeft - het verzwakt de Arabische dictaturen en brengt deze strijd naar de oppervlakte."

Daarbij gaat het om het oostelijk deel van de Arabische wereld, het deel waar sjiieten en soennieten wonen en waar minderheden over meerderheden regeren - een erfenis van de koloniale geschiedenis. Nasr voorziet in die regio meer, en grotere conflicten binnen landen. "In Syrië, Libanon, Irak, Bahrein, misschien Koeweit en Pakistan."

In sommige landen is de sektarische strijd het afgelopen jaar al naar de oppervlakte gekomen. In Bahrein kwam de sjiitische meerderheid van de bevolking in opstand tegen het soennitisch koningshuis. In Syrië verzet de soennitische meerderheid zich tegen de sjiitische sekte (het alawisme) waartoe president Assad behoort.


Apartheidsdenken altijd al aanwezig

Niet dat het onderscheid tussen sjiieten en soennieten voor de Arabische Lente of voor de inval in Irak irrelevant was. "Soms denken mensen in het Westen wel eens dat wij dat gecreëerd hebben toen we Irak binnenvielen. Maar het was er altijd al in dit deel van de Arabische wereld", zegt Nasr.

"Het sektarische systeem was in de Arabische dictaturen ingebouwd, het was een vorm van apartheidsdenken waar de bevolking in getraind werd. Onder Saddam gingen de mooie overheidsbanen naar de minderheid." In Bahrein werkt dat hetzelfde, in Syrië ook.

"Het was alleen voor de rest van de wereld onzichtbaar zolang de dictators aan de macht waren."

Maar als je de dictaturen afbreekt en begint met democratie, verschuift de tegenstelling van de staat naar de straat, zegt Nasr. "Als de Arabische dictatoriale staat een dam is, en je haalt die dam weg, dan gaat het water (de macht - red.) naar de meerderheid. In Bahrein naar de sjiieten, in Syrië naar de soennieten. Het karakter van de meerderheid wordt het karakter van de staat. Voor de minderheid betekent dat per definitie verlies."


Religie belangrijker geworden

De teloorgang van de Arabische dictaturen is ook om een andere reden bedreigend voor minderheden. Die dictaturen - in Syrië, in Irak, in Egypte, in Tunesië - waren althans in naam seculier, met een scheiding tussen moskee en staat.

Ze baseerden zich niet zozeer op de (soennitische) islam, maar op een idee van Arabisch nationalisme, en boden binnen die staatsfilosofie plaats voor minderheden, ook als die niet de macht hadden.

Zo slaan ook koptische christenen in Egypte of christenen in Syrië de veranderingen in hun landen met angst en beven gade. Zij zien dat religie veel belangrijker is geworden na de Arabische Lente, door de neergang van de seculiere dictaturen en de democratische opkomst van islamitische moslimbroeders en nog orthodoxere salafisten.

Deze soennitische groepen grepen de macht in de parlementen van Egypte en Tunesië, en spelen ook een prominente rol in Libië en Syrië.


Associatie secularisme met dictatuur

De Moslimbroederschap, zo voorspelt Nasr, zal de komende decennia een belangrijk stempel drukken op het politieke denken in de regio. Hij wil het daarom nog wel wat sterker formuleren: in feite betekent de Arabische Lente de doodsteek voor wat er nog aan secularisme over was in de regio.

"In het Westen realiseert niet iedereen zich dat een meerderheid van de Arabieren secularisme associeert met dictatuur, corruptie, falen. Religie staat voor hen gelijk aan vrijheid.

"Na de Arabische Lente zal de Arabische identiteit - zeker in landen in Noord-Afrika - daarom veel meer soennitisch zijn dan onder de dictators. Destijds waren ze soennitisch seculier, nu zullen ze soennitisch religieus worden."


Gevolgen voor gehele regio

Dat heeft ook gevolgen voor de verhoudingen in de gehele regio, denkt Nasr. Naarmate landen zich meer langs religieuze lijnen definiëren, zal dat ook invloed hebben op de machtsbalans in de regio - wie met wie verbonden is.

Tegenstellingen tussen soennitische en sjiitische landen zullen verder verharden. Vooral (soennitisch) Saoedi-Arabië en (sjiitisch) Iran staan onverzoenlijk tegenover elkaar.

Zelfs Turkije loopt gevaar partij te worden in dit grote regionale conflict, waarschuwt hij. Dat land maakte de afgelopen tien jaar al de ontwikkeling door van een dwingend seculiere staat naar een moslimdemocratie, met aan de leiding de soennitische AK-partij.

Premier Erdogan profileerde zich onmiddellijk als overtuigd moslim, en stuurde zijn land politiek-economisch weg van Europa, richting de rest van het Midden-Oosten.

Toch werd Erdogans nieuwe beleid in de eerste jaren vooral ingegeven door real politik: hij knoopte relaties aan met iedereen in de regio, ongeacht religieuze kleur - de soennitische Saoediërs, de alawieten van Syrië, het door sjiieten geleide Irak en Iran. Alles voor economische gewin, en voor een invloedrijke positie in de regio.


Neutraal blijven

Maar hoewel Turkije nog steeds geldt als een matigende kracht in de regio, wordt het steeds moeilijker om neutraal te blijven. "Als je een grootmacht wil zijn in de regio, dan moet je positie innemen in de tegenstelling die de regio beheerst: die tussen soennieten en sjiieten. En de Turken zullen aan de soennitische kant staan."

Het gevaar loert voor Turkije bovendien niet alleen buiten de grens, stelt Nasr, de Turken moeten ook uitkijken voor de stabiliteit binnen hun eigen grenzen. De Turkse regering heeft de afgelopen jaren met enig succes toenadering gezocht tot de Koerden in het land - door te appelleren aan hun beider soennitische wortels.

Maar Turkije is niet 100 procent soennitisch, waarschuwt Nasr. "De bevolking is 5 procent sjiitisch en misschien 20 procent alevitisch. Als Turkije zich wil bemoeien met het Midden-Oosten, dan zullen de problemen van het Midden-Oosten ook het land zelf infecteren."


Vali Nasr

Vali Nasr (1960) is een invloedrijke Amerikaans-Iraanse analist. Hij is verbonden aan de John Hopkins School of Advanced International Studies in Washington en aan het Brookings Instituut.

Hij schreef verschillende boeken over het Midden-Oosten, waaronder 'Shia Revival' (2006) en 'Forces of Fortune' (2009). Tussen 2009 en 2011 was hij adviseur van Richard Holbrooke, toen speciale gezant voor Afghanistan en Pakistan namens de Verenigde Staten.


Trouw, 29-05-2012 (Iris Ludeker)