PDA

Bekijk de volledige versie : Vasten


Barst
2nd March 2012, 01:11
Vasten

Rik Torfs


In mijn kindertijd was vasten pure ernst. Onderwijzers in stofjassen spoorden ons aan tot versterving, de doelbewuste onthouding van aardse genoegens. Enkele jaren later verscheen broederlijk delen, het afstaan van onze overvloed aan armen, op het voorplan. Er ontstond herrie in het leraarslokaal. De godsdienstleraar, een priester, vroeg zijn collega's 1procent van hun salaris te schenken. 'Gij hebt gemakkelijk spreken, gij hebt geen vrouw', pruttelden die tegen. Maar zij vergisten zich.


Stilaan deemsterde de vasten weg. Sterrenrestaurants schoten als paddenstoelen uit de grond. Maar de ramadan leidde tot een kentering. De vasten werd nooit afgeschaft, toch? Nieuwe soberheid ontlook. Eén volle maaltijd per dag. Veertig dagen zonder alcohol. Vanwaar die opflakkering? Heeft niets met geloof en religie te maken, klinkt haastig de verdediging tegen een aanval die nooit werd ingezet. Het gaat om gezondheid. Alsof gezondheid nobeler is dan geloof. Wat helpt het trouwens om gezond te zijn als er niets of niemand is om in te geloven?

Laten we even doorgaan. Wie vast vanwege zijn geloof, bekomt als neveneffect een betere gezondheid. Is het omgekeerde ook waar? Kan wie vast om mooi en slank te worden, onverhoeds uitkomen bij het geloof? Op het eerste gezicht niet. En toch is er een verband.

Lichamelijk vasten brengt mensen tot zichzelf. Verloren kilo's en verminderd alcoholgebruik maken hen fitter en alerter. De vraag is of er ook zoiets bestaat als geestelijk vasten, spirituele versterving, waardoor mensen bewuster worden, helderder denken. Anders uitgedrukt: we eten te uitbundig, maar we vergaderen ook te vaak. En er zijn onbarmhartig veel werkgroepen, niet omdat we van denken houden, maar omdat wij het vrezen. Kortom, er is ballast, gepalaver, gedoe: dat kan allemaal soberder.

Tegelijk is er te veel parmantige zekerheid over de juistheid en de accuratesse van het eigen standpunt. Wij denken nogal gauw dat onze mening met de waarheid samenvalt. Dat is vervelend voor andere mensen, die moeten ervaren dat een gesprek met ons onbegonnen werk is, we hebben immers alles netjes voor elkaar. Maar de waarheid in pacht hebben, is ook vervelend voor onszelf: we kunnen niet langer van mening veranderen zonder ons te vergissen.

Soberheid in de omgang met wat waarheid heet. Schuiloorden voor onze onzekerheid verzaken. Ziedaar een vorm van geestelijk vasten die tot de essentie voert. Tot Immanuel Kant (1724-1804) op het toneel verscheen, waren vragen over God, zijn bestaan en zijn eigenschappen metafysisch van aard. De hoop bestond dat een beslagen theoloog er een antwoord op zou bieden. Maar de Verlichting die over het Avondland kwam, prikte die illusie door. Het mooie is overigens dat de christelijke theologie aan die Verlichting meewerkte. Kritisch denken over geloof in de Griekse, socratische stijl was ten tijde van het hellenisme al noodzakelijk, omdat het christendom moest concurreren met vele andere gedachtestromingen en de toenmalige intelligentsia onmogelijk met een kluitje in het riet kon sturen. Maar er is meer, Verlichting is ook een christelijk (lees niet: kerkelijk) project, want het ware christendom staat voor het in vrijheid zoeken naar waarheid. Dat laatste schrikt al te vrome zielen af, omdat zij vrezen uit te komen bij wat Friedrich Nietzsche (1844-1900) voorspelde: de godloochening als ultieme consequentie van de redelijke zoektocht naar waarheid.

Natuurlijk voert de rede niet automatisch tot de ontkenning van God, ook zij heeft haar grenzen, zij bouwt op ongrijpbare premissen wanneer het over ultieme vragen gaat. Maar de voorspelling van Nietzsche gunt ons wel een blik in de leegte, maakt die plausibel, en dat vind ik geruststellender dan de niets ontziende zekerheid dat God bestaat en de mens hem kan kennen. Rudolf Bultmann schreef al in 1925 dat elke poging om van God het voorwerp van wetenschap te maken, tot mislukken is gedoemd. We kunnen onderzoek doen over religieuze teksten, de traditie, het ervaren van God, de wijze waarop hij in mensenlevens binnensluipt. Maar God zelf? Nee. Die blijft buiten schot. Gelukkig.

Geestelijk vasten. Er is minder. Minder waarheid, minder zekerheid. Dat is winst, geen verlies. Niet voor niets verblijven monniken in sobere cellen. Een witte muur mist niet wat er niet hangt. Hij wordt weer wat hij is, een muur, niet langer een versierde wand waartegen het overbodige de essentie verduistert.


DS, 01-03-2012 (Rik Torfs)