Jasper.Deschuyter
12th January 2012, 19:43
BRUSSEL - De boetes die een rechter oplegt, worden vaker niet dan wel betaald. In 2010 spraken rechters voor meer dan 133 miljoen euro aan geldstraffen uit, maar de veroordeelde trok zich daar in zeker de helft van de gevallen weinig van aan.
Van onze redacteur
De staat loopt een pak inkomsten mis door de slechte inning van boetes. In 2010 ging het om niet minder dan 70miljoen euro, wat neerkomt op meer dan de helft van alle uitgesproken financiële straffen.
In totaal legden rechters in Vlaanderen, Wallonië en Brussel toen voor meer dan 133miljoen euro aan boetes op. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de (zware) verkeersovertredingen die bij een politierechter terechtkomen, maar ook voor zaken zoals fraude tot zelfs een banale winkeldiefstal kan een rechter een geldstraf opleggen.
Willekeur van de arrondissementen
Gent, Leuven, Brussel, Doornik en Charleroi zijn niet opgenomen in dat totaalbedrag omdat de kantoren die in die gerechtelijke arrondissementen de boetes innen nog niet of maar gedeeltelijk een overzicht kunnen geven van hun werk. Als die arrondissementen erbij zouden worden geteld, is de kans trouwens groot dat het beeld nog meer naar de negatieve kant helt.
Van Brussel is bijvoorbeeld geweten dat het bijna tien miljoen euro aan boetes kon innen. Dat is naar alle waarschijnlijkheid maximaal de helft van de vonnissen. Ter vergelijking: Antwerpen kon een flinke 16miljoen innen. Toch is dat maar weinig in verhouding tot de 29,4 miljoen aan opgelegde boetes.
Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) gaf de cijfers voor 2010 gisteren vrij in de Kamercommissie Justitie. Dat gebeurde op vraag van volksvertegenwoordigers Sonja Becq (CD&V) en Carina Van Cauter (Open VLD).
'Vooral de willekeur van de gerechtelijke arrondissementen stuit tegen de borst', vindt Sonja Becq. 'In Vilvoorde en Antwerpen wordt tot zestig procent van de boetes betaald, maar op sommige andere plaatsen komt een veroordeelde gemakkelijk weg. In Charleroi, Luik, Neufchâteau of Dinant schommelt de inningsgraad tussen de veertien en de dertig procent. Een kans van vijf op zes om de dans te ontspringen is wel erg groot. Ik hoop dat er de komende regeerperiode werk wordt gemaakt van een uniforme methode om de boetes te innen.'
Betalen via belasting
Voor de inning van de boetes is justitie afhankelijk van de lokale kantoren van de federale overheidsdienst Financiën. Het is al langer duidelijk dat die samenwerking niet loopt zoals het hoort.
Financiën stuurt een betalingsverzoek en een aangetekende zending naar de veroordeelde. Als die het been stijf houdt, wordt hij nauwelijks nog herinnerd aan zijn boete. In een minderheid van de gevallen komt een deurwaarder tussenbeide.
Sommige rechters koppelen in hun vonnis een celstraf aan een onbetaalde boete. Maar omdat die straf gewoonlijk onder de drie jaar ligt, moet de veroordeelde niet naar de gevangenis. Met andere woorden: hij ontloopt zijn straf.
Financiën probeert al jaren een systeem op poten te zetten dat de boetes via de belastingaangifte int. Dat zogeheten Stimer-project houdt automatisch het geld af van de terugbetaling door de fiscus, maar zit vast in de testfase.
Minister van Justitie Turtelboom zal overwegen of er andere manieren bestaan om de boetes te doen betalen, maar rekent in de eerste plaats op een betere samenwerking met Financiën.
Bron: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=7O3KP3GN
Mening
‘Laissez faire laissez passer’ begint stilaan een leuze te worden die perfect past bij een land als België. Dit artikel toont toch nog maar eens aan dat bepaalde wetten hier zonder al te veel problemen aan hun laars kunnen worden gelapt.
Naast het feit dat er enorm veel boetes simpelweg niet worden betaald, valt het mij ook sterk op dat in Antwerpen en Vilvoorde tot 60% van de boetes betaald worden, terwijl de inningsgraad in steden als Charleroi en Luik amper 15-30% bedraagt. Een frappant verschil, maar waarom is er zo’n groot verschil?
Interessant om weten is waarom het zogenaamde ‘Stimer-project’ blijft steken in de testfase en wie hier eigenlijk verantwoordelijk voor is. Dit systeem had al veel langer geïntegreerd moeten worden.
Van onze redacteur
De staat loopt een pak inkomsten mis door de slechte inning van boetes. In 2010 ging het om niet minder dan 70miljoen euro, wat neerkomt op meer dan de helft van alle uitgesproken financiële straffen.
In totaal legden rechters in Vlaanderen, Wallonië en Brussel toen voor meer dan 133miljoen euro aan boetes op. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de (zware) verkeersovertredingen die bij een politierechter terechtkomen, maar ook voor zaken zoals fraude tot zelfs een banale winkeldiefstal kan een rechter een geldstraf opleggen.
Willekeur van de arrondissementen
Gent, Leuven, Brussel, Doornik en Charleroi zijn niet opgenomen in dat totaalbedrag omdat de kantoren die in die gerechtelijke arrondissementen de boetes innen nog niet of maar gedeeltelijk een overzicht kunnen geven van hun werk. Als die arrondissementen erbij zouden worden geteld, is de kans trouwens groot dat het beeld nog meer naar de negatieve kant helt.
Van Brussel is bijvoorbeeld geweten dat het bijna tien miljoen euro aan boetes kon innen. Dat is naar alle waarschijnlijkheid maximaal de helft van de vonnissen. Ter vergelijking: Antwerpen kon een flinke 16miljoen innen. Toch is dat maar weinig in verhouding tot de 29,4 miljoen aan opgelegde boetes.
Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) gaf de cijfers voor 2010 gisteren vrij in de Kamercommissie Justitie. Dat gebeurde op vraag van volksvertegenwoordigers Sonja Becq (CD&V) en Carina Van Cauter (Open VLD).
'Vooral de willekeur van de gerechtelijke arrondissementen stuit tegen de borst', vindt Sonja Becq. 'In Vilvoorde en Antwerpen wordt tot zestig procent van de boetes betaald, maar op sommige andere plaatsen komt een veroordeelde gemakkelijk weg. In Charleroi, Luik, Neufchâteau of Dinant schommelt de inningsgraad tussen de veertien en de dertig procent. Een kans van vijf op zes om de dans te ontspringen is wel erg groot. Ik hoop dat er de komende regeerperiode werk wordt gemaakt van een uniforme methode om de boetes te innen.'
Betalen via belasting
Voor de inning van de boetes is justitie afhankelijk van de lokale kantoren van de federale overheidsdienst Financiën. Het is al langer duidelijk dat die samenwerking niet loopt zoals het hoort.
Financiën stuurt een betalingsverzoek en een aangetekende zending naar de veroordeelde. Als die het been stijf houdt, wordt hij nauwelijks nog herinnerd aan zijn boete. In een minderheid van de gevallen komt een deurwaarder tussenbeide.
Sommige rechters koppelen in hun vonnis een celstraf aan een onbetaalde boete. Maar omdat die straf gewoonlijk onder de drie jaar ligt, moet de veroordeelde niet naar de gevangenis. Met andere woorden: hij ontloopt zijn straf.
Financiën probeert al jaren een systeem op poten te zetten dat de boetes via de belastingaangifte int. Dat zogeheten Stimer-project houdt automatisch het geld af van de terugbetaling door de fiscus, maar zit vast in de testfase.
Minister van Justitie Turtelboom zal overwegen of er andere manieren bestaan om de boetes te doen betalen, maar rekent in de eerste plaats op een betere samenwerking met Financiën.
Bron: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=7O3KP3GN
Mening
‘Laissez faire laissez passer’ begint stilaan een leuze te worden die perfect past bij een land als België. Dit artikel toont toch nog maar eens aan dat bepaalde wetten hier zonder al te veel problemen aan hun laars kunnen worden gelapt.
Naast het feit dat er enorm veel boetes simpelweg niet worden betaald, valt het mij ook sterk op dat in Antwerpen en Vilvoorde tot 60% van de boetes betaald worden, terwijl de inningsgraad in steden als Charleroi en Luik amper 15-30% bedraagt. Een frappant verschil, maar waarom is er zo’n groot verschil?
Interessant om weten is waarom het zogenaamde ‘Stimer-project’ blijft steken in de testfase en wie hier eigenlijk verantwoordelijk voor is. Dit systeem had al veel langer geïntegreerd moeten worden.