Jolien.Cop
10th November 2011, 11:03
Onderwijsinspectie krijgt streng rapport
BRUSSEL - De Vlaamse onderwijsinspectie onderging wat zij anderen altijd aandoet: ze werd geïnspecteerd en beoordeeld. Het oordeel is niet negatief maar wel streng. Er worden pijnlijke ‘verbeterpunten' aangestipt.
Van onze redacteur
Er zal vanochtend enig leedvermaak zijn in de leraars- en directiekamers van de Vlaamse scholen. De onderwijsinspectie – die ervoor verantwoordelijk is dat alle directeurs en leraars in Vlaanderen minstens eens in de zeven jaar enkele weken met de daver op het lijf rondlopen – heeft dat nu zelf aan haar been gehad. De onderwijsinspectie is doorgelicht. Door het Rekenhof.
Door het Rekenhof? Ja, dat is niet meer de instelling die de cijfers na de komma in de boekhouding van overheidsdiensten controleert; het is een volwaardig auditinstituut geworden dat overheden screent op hun efficiëntie, hun effectiviteit en hun goed bestuur. Het Rekenhof legde de hele werking van de inspectie onder zijn scanners en ploos alle oordelen uit 100 doorlichtingsrapporten gedetailleerd na.
Het oordeel is niet negatief – er klinkt zelfs vrij veel respect door over de ernst van de aanpak – maar het oordeel is wel streng.
Een van de pijnlijkste punten is het verwijt dat de inspectie haar eindoordelen niet altijd goed onderbouwt. Dat is pijnlijk omdat dit precies is wat de inspectie vaak zelf aan scholen verwijt.
Soms volstaat één of enkele negatieve punten om een negatief eindoordeel te krijgen, soms niet, zonder dat echt uitgelegd wordt waarom wel en waarom niet.
Van de negatieve oordelen over basisscholen (zie grafiek) was meer dan 18 procent niet afdoende onderbouwd; bij de secundaire scholen zelfs 34 procent.
Pijnlijk is ook het oordeel dat de doorlichtingsrapporten zo opgesteld en geschreven zijn dat geen enkele ouder of leerling er iets van begrijpt, terwijl die rapporten óók dienen om hen te helpen een schoolkeuze te maken.
Het Rekenhof vraagt zich ook af waarom de inspectie focust op bepaalde punten en niet op andere: ze concentreert zich op de leerdoelenen te weinig op andere punten die ook door de wet zijn opgelegd aan de scholen.
Om het bereiken van die leerdoelen te beoordelen, wordt véél te weinig gewerkt met cijfers over de resultaten van leerlingen. ‘Als we nu iets moeten hebben, is het toch wel dat', zie je de Rekenhofmensen denken. Maar dat verwijt stuurt het Hof meteen door naar de ambtelijke en politieke onderwijsoverheid die niet zorgt dat zo'n cijfers beschikbaar zijn.
Politieke overheid
De zwaarste kritieken in het rapport zijn gericht aan die overheid. Die legt ‘eindtermen' vast die de scholen moeten bereiken, laat dan toe dat de onderwijsnetten die vertalen in eigen leerplannen, en zegt vervolgens niet aan de inspectie of die nu waken over de naleving van de eindtermen dan wel van de leerplannen.
Die overheid krijgt ook te horen dat ze bij de voorbereiding van haar beleid nauwelijks een beroep doet op de expertise van de inspectie. Zeer zwaar is ook het verwijt dat de politieke overheid geen rekening houdt met de negatieve adviezen die de inspectie geeft en die normaal moeten leiden tot het stoppen van de subsidiëring van een school. Geen enkel van de 13 negatieve adviezen van de inspectie leidde daartoe.
Bron: De Standaard
Mijn mening: Ikzelf heb over dit artikel een dubbel gevoel. Langs de ene kant vind ik het zeer goed dat de onderwijsinspectie zelf ook wordt beoordeeld. Zo kunnen we ervan uit gaan dat dit op een degelijke manier gebeurt. Langs de andere kant vind ik het niet zo een goed idee. Op deze manier kan men gaan twijfelen over de onderwijsinspectie waardoor deze niet meer serieus kan worden genoemd. Wel vind ik dat dit rapport dat ze maken, zo moet gemaakt worden dat dit voor iedereen duidelijk leesbaar is. Men moet uit dit rapport goede besluiten kunnen maken.
BRUSSEL - De Vlaamse onderwijsinspectie onderging wat zij anderen altijd aandoet: ze werd geïnspecteerd en beoordeeld. Het oordeel is niet negatief maar wel streng. Er worden pijnlijke ‘verbeterpunten' aangestipt.
Van onze redacteur
Er zal vanochtend enig leedvermaak zijn in de leraars- en directiekamers van de Vlaamse scholen. De onderwijsinspectie – die ervoor verantwoordelijk is dat alle directeurs en leraars in Vlaanderen minstens eens in de zeven jaar enkele weken met de daver op het lijf rondlopen – heeft dat nu zelf aan haar been gehad. De onderwijsinspectie is doorgelicht. Door het Rekenhof.
Door het Rekenhof? Ja, dat is niet meer de instelling die de cijfers na de komma in de boekhouding van overheidsdiensten controleert; het is een volwaardig auditinstituut geworden dat overheden screent op hun efficiëntie, hun effectiviteit en hun goed bestuur. Het Rekenhof legde de hele werking van de inspectie onder zijn scanners en ploos alle oordelen uit 100 doorlichtingsrapporten gedetailleerd na.
Het oordeel is niet negatief – er klinkt zelfs vrij veel respect door over de ernst van de aanpak – maar het oordeel is wel streng.
Een van de pijnlijkste punten is het verwijt dat de inspectie haar eindoordelen niet altijd goed onderbouwt. Dat is pijnlijk omdat dit precies is wat de inspectie vaak zelf aan scholen verwijt.
Soms volstaat één of enkele negatieve punten om een negatief eindoordeel te krijgen, soms niet, zonder dat echt uitgelegd wordt waarom wel en waarom niet.
Van de negatieve oordelen over basisscholen (zie grafiek) was meer dan 18 procent niet afdoende onderbouwd; bij de secundaire scholen zelfs 34 procent.
Pijnlijk is ook het oordeel dat de doorlichtingsrapporten zo opgesteld en geschreven zijn dat geen enkele ouder of leerling er iets van begrijpt, terwijl die rapporten óók dienen om hen te helpen een schoolkeuze te maken.
Het Rekenhof vraagt zich ook af waarom de inspectie focust op bepaalde punten en niet op andere: ze concentreert zich op de leerdoelenen te weinig op andere punten die ook door de wet zijn opgelegd aan de scholen.
Om het bereiken van die leerdoelen te beoordelen, wordt véél te weinig gewerkt met cijfers over de resultaten van leerlingen. ‘Als we nu iets moeten hebben, is het toch wel dat', zie je de Rekenhofmensen denken. Maar dat verwijt stuurt het Hof meteen door naar de ambtelijke en politieke onderwijsoverheid die niet zorgt dat zo'n cijfers beschikbaar zijn.
Politieke overheid
De zwaarste kritieken in het rapport zijn gericht aan die overheid. Die legt ‘eindtermen' vast die de scholen moeten bereiken, laat dan toe dat de onderwijsnetten die vertalen in eigen leerplannen, en zegt vervolgens niet aan de inspectie of die nu waken over de naleving van de eindtermen dan wel van de leerplannen.
Die overheid krijgt ook te horen dat ze bij de voorbereiding van haar beleid nauwelijks een beroep doet op de expertise van de inspectie. Zeer zwaar is ook het verwijt dat de politieke overheid geen rekening houdt met de negatieve adviezen die de inspectie geeft en die normaal moeten leiden tot het stoppen van de subsidiëring van een school. Geen enkel van de 13 negatieve adviezen van de inspectie leidde daartoe.
Bron: De Standaard
Mijn mening: Ikzelf heb over dit artikel een dubbel gevoel. Langs de ene kant vind ik het zeer goed dat de onderwijsinspectie zelf ook wordt beoordeeld. Zo kunnen we ervan uit gaan dat dit op een degelijke manier gebeurt. Langs de andere kant vind ik het niet zo een goed idee. Op deze manier kan men gaan twijfelen over de onderwijsinspectie waardoor deze niet meer serieus kan worden genoemd. Wel vind ik dat dit rapport dat ze maken, zo moet gemaakt worden dat dit voor iedereen duidelijk leesbaar is. Men moet uit dit rapport goede besluiten kunnen maken.