PDA

Bekijk de volledige versie : Chez les poules


Barst
15th October 2011, 15:50
Chez les poules


Een van de eerste versjes die wij, de kinderjaren nauwelijks ontgroeid, uit het hoofd moesten opdreunen, was de Vlaamse rijmversie van de tien geboden. Bovenal bemin één God/Zweer niet ijdel, vloek noch spot/Heilig steeds de dag des Heren/Vader moeder zult gij eren/Dood niet, geef geen ergernis/Doe niet wat onkuisheid is/Vlucht het stelen en bedriegen/Ook de achterklap en 't liegen/Wees steeds kuis in uw gemoed/En begeer nooit iemands goed.


Daar begrepen wij de finesse niet van. In de godsdienstles werden dan ook de lastigste vragen gesteld. 'Waarom mogen wij maar één God beminnen, meester?' 'Als mijn papa vloekt, meester, gaat hij dan naar de hel?' 'Is liegen tegen zus even erg als liegen tegen mama?' Enzovoort.

Werden we van de uitleg van de meester nauwelijks wijzer, we werden er ook niet geruster op. Wie ooit een gommetje van zijn buurjongen in de klas definitief voor eigen gerief ontleend had, brak het angstzweet uit. Want niet alleen had hij iemands goed begeerd, hij had het ook nog gestolen. Twee keer prijs. Hetzelfde lot was beschoren aan wie al eens op verkenning ging onder zijn korte broek of, erger nog, onder de welwillende broekspijpen van de buurjongen. Ook hij kreeg meteen twee van de tien geboden in de ziel gekerfd.

Gelukkig was er de biecht. 'Maar wat, meester, als iemand doodgaat voor hij zijn zonden heeft gebiecht?' En zo ging dat maar door. Op alle vragen was een antwoord voorzien, op alle schuld een boete. We begrepen het toen niet met zoveel woorden, maar eigenlijk speelde de kerk tegelijk voor politieagent, openbaar ministerie en rechter. In die tijd - ik spreek over de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw - was dit een algemeen maatschappelijk verschijnsel. Het regende morele geboden en verboden, thuis, op school, in de winkel, in de slaapkamer, op straat, overal. Afwijkingen werden niet getolereerd, eigen meningen nog minder. De burgerlijke overheid moest hierin allerminst onderdoen voor het kerkelijke gezag. Onder meer in het toezicht op de naleving van het zesde gebod (zie hoger) vonden zij elkaar eendrachtig.

De kerk had hiertoe haar onafzienbare index van verboden boeken bij de hand, terwijl de politie periodiek lange lijsten verspreidde van, let wel, slechts 'een gedeelte der boeken en tijdschriften waarvan de verkoop en/of het vervoer verboden is'. De afdeling Zedendienst van de politie van Antwerpen voegde daar, anno 1950, voor alle duidelijkheid aan toe dat de 'vergunninghebbers van dagbladkiosken en de uitbaters van boekwinkels' met aandrang verzocht werd zich niet tot de gepubliceerde verbodslijsten te beperken, omdat ook titels van niet vermelde boeken of de prentjes erin doorgaans 'reeds kenschetsend genoeg zijn om het verderfelijke karakter van de inhoud ervan' te achterhalen. Het was, kortom, spitsroeden lopen.

Gelukkig spraken de meeste titels voor zich: Bréviaire de l'amour expérimental, Femme de plaisir, Le livre des époux qui veulent s'amuser, Nuits d'orgie, Les petites libertines, Perversions voluptueuses, Yvette ou l'institutrice pervertie, ja, dat klonk allemaal net iets te vrolijk om gezond te zijn. Bij andere titels kon twijfel rijzen. Had La femme au chien iets met haar hond of refereerde de titel gewoon aan het gelijknamige werk van Picasso? Onderhield L'Abbé chez les poules in zijn klooster gewoon een kippenhok, of was daar meer aan de hand? Raak er maar wijs uit als eenvoudige dagbladverkoper.

Hoe dan ook, pastoor en politie trokken vastberaden één lijn. Tot in de slaapkamer zagen ze erop toe dat geen zaad verspild werd, niet in de hand, niet in condooms. Om de moraal hoog te houden, verbood de politie daarom niet alleen alles wat naar seks rook, maar ook Het gelukkig huisgezin, een kwartaalblad 'ter bewuste regeling van het kindertal'.

Had mijn vader dat met vrucht gelezen, zou hij dan zijn vrouw in amper vijf jaar tijd vijf keer bevrucht hebben? Misschien niet. Wat overigens mijn bestaan niet in het gedrang had gebracht, want ik was zijn eerste schot.


DS, 15-10-2011 (Laurens De Keyzer)