Barst
12th October 2011, 21:35
Wat doet de bank met mijn geld?
Laten we niet wachten tot de banksector zichzelf hervormt: hij is er niet toe in staat, zegt OLIVIER MARQUET van Triodos Bank. De ingrepen die na de crisis van 1929 werden doorgevoerd (en later opgeheven), daar kunnen we gewoon op terugvallen.
Dexia België is dus gered. Voor de tweede keer in drie jaar tijd. Dat was noodzakelijk, voor het land, voor de economie, voor het vertrouwen van de spaarders, voor de gemeentelijke overheden en hun financiën, voor de bancaire sector en zelfs voor Europa.
Nu een failliet is afgewend, kan iedereen opnieuw opgelucht ademhalen… tot de volgende bancaire crisis? Laten we in elk geval niet wachten tot de banksector zichzelf hervormt: hij is er niet toe in staat.
Het is hoog tijd om de realiteit onder ogen te zien. Om de kern van het probleem aan te pakken moet het wetgevende kader voor banken grondig veranderen.
We moeten vaststellen dat er sinds de crisis van 2008 geen enkele diepgaande maatregel is genomen om te vermijden dat een dergelijk rampscenario zich opnieuw zou voordoen. Akkoord, het toezicht op banken in België is herzien. Er zijn enkele lichte aanpassingen ingevoerd voor de variabele verloningen (de fameuze bonussen). De staat heeft ook meer bewegingsvrijheid gekregen om in te grijpen bij een dringende nationalisatie.
Maar die maatregelen zijn ontoereikend, en wat belangrijker is: ze veranderen niets aan de essentie. Wat is er gedaan om een halt toe te roepen aan de risico's, de omvang en de complexiteit in het bankwezen? Terwijl dat precies is wat we moeten aanpakken, en wel meteen.
Een bank is geen casino
Om te beginnen moet er een einde gemaakt worden aan de gevaarlijke vermenging die ontstaat wanneer banken op grote schaal beleggen in complexe en risicovolle producten. Die activiteiten hebben niets te maken met de basisfunctie van een bank. Het is niet de taak van een bank om met het geld dat klanten haar toevertrouwen risico's te nemen op basis van verwachte marktevoluties, met als enige motief veel winst te maken.
Een bank heeft een andere en veel nuttiger taak: met het geld van spaarders ondernemers de kans geven hun projecten te realiseren en zo de economie en de samenleving ondersteunen.
Een bank heeft een uitgesproken algemeen maatschappelijk belang en dat mag niet in gevaar worden gebracht door speculatieve activiteiten. Dat was ook het doel van een cruciaal wettelijk kader dat bekendstaat als de Glass-Steagall Act, die na de crisis van 1929 werd ingevoerd in de VS, maar eind jaren 1990 weer is opgeheven. Het principe was dat klassieke banken volledig gescheiden moesten worden van investeringsbanken, omdat ze twee totaal verschillende activiteiten uitoefenen.
Het is dringend nodig om een nieuwe Glass-Steagall Act uit te werken en in te voeren. Een regeling die garandeert dat enkel de klassieke banken en hun spaarders in geval van overmacht een beroep kunnen doen op overheidssteun, en casinobanken daarvan worden uitgesloten.
De overheid heeft er zelf alle belang bij, omdat de banken die in moeilijkheden komen, bij haar aankloppen voor hulp, zoals we ondertussen maar al te goed weten. Dat zadelt de begroting van overheden met moelijkheden op en brengt de stabiliteit van de economie in gevaar, twee onderwerpen die ook de agenda van de huidige politieke onderhandelingen bepalen.
Kortom, het is geen optie meer om te wachten tot een Europese of internationale instelling het initiatief zou nemen voor de nodige hervormingen. Dat kan niet langer als excuus worden aangevoerd. Wie daarop wacht, neemt opnieuw een te groot risico.
Zo zouden we de oplossing blijven doorschuiven naar de toekomst en naar anderen, terwijl het probleem vandaag al enorm is, des te meer omdat het grote volume spaargeld dat bij banken staat voor ons land een grote troef is. De overheid moet nu handelen en wetgevende initiatieven nemen.
Te groot, te ingewikkeld
Maar dat is niet de enige maatregel die zich vandaag opdringt. Ook andere ontwikkelingen moeten bestreden worden, met name de reusachtige omvang en de enorme complexiteit van banken. Het heeft ertoe geleid dat hun risico's bijna onmogelijk te beheersen zijn en dat het management er geen verantwoordelijkheid meer voor neemt, omdat de staat toch klaar staat om de ultieme catastrofe te voorkomen. Die omvang en complexiteit werden ingegeven door winstbejag op de korte termijn en tot elke prijs. De pijnlijke gevolgen kennen we inmiddels.
Er is bovendien een schrijnende nood aan meer transparantie in de banksector. Niet het soort transparantie die in dure jaarrapporten wordt tentoongespreid. Maar transparantie die een antwoord geeft op die fundamentele vraag die doorgaans genegeerd wordt: welk nut heeft een bank? En: waarvoor gebruikt de bank haar deposito's?
De activiteiten van een bank moeten toegankelijk, begrijpelijk en verifieerbaar zijn voor klanten, aandeelhouders, de directeur en de bestuurder. Dat lijkt evident, maar we hebben gezien dat het vandaag bij veel banken niet meer het geval is. En wat niet begrijpelijk is voor de gemiddelde klant, is ook niet begrijpelijk voor de gemiddelde bestuurder. Ook op dat terrein zijn maatregelen nodig en niet enkel van de overheid. Jan met de pet, zowel als spaarder en als belastingbetaler, heeft het recht om een duidelijk antwoord te eisen op de vraag: 'Wat doet mijn bank met mijn geld?'
DS, 12-10-2011 (Olivier Marquet)
Laten we niet wachten tot de banksector zichzelf hervormt: hij is er niet toe in staat, zegt OLIVIER MARQUET van Triodos Bank. De ingrepen die na de crisis van 1929 werden doorgevoerd (en later opgeheven), daar kunnen we gewoon op terugvallen.
Dexia België is dus gered. Voor de tweede keer in drie jaar tijd. Dat was noodzakelijk, voor het land, voor de economie, voor het vertrouwen van de spaarders, voor de gemeentelijke overheden en hun financiën, voor de bancaire sector en zelfs voor Europa.
Nu een failliet is afgewend, kan iedereen opnieuw opgelucht ademhalen… tot de volgende bancaire crisis? Laten we in elk geval niet wachten tot de banksector zichzelf hervormt: hij is er niet toe in staat.
Het is hoog tijd om de realiteit onder ogen te zien. Om de kern van het probleem aan te pakken moet het wetgevende kader voor banken grondig veranderen.
We moeten vaststellen dat er sinds de crisis van 2008 geen enkele diepgaande maatregel is genomen om te vermijden dat een dergelijk rampscenario zich opnieuw zou voordoen. Akkoord, het toezicht op banken in België is herzien. Er zijn enkele lichte aanpassingen ingevoerd voor de variabele verloningen (de fameuze bonussen). De staat heeft ook meer bewegingsvrijheid gekregen om in te grijpen bij een dringende nationalisatie.
Maar die maatregelen zijn ontoereikend, en wat belangrijker is: ze veranderen niets aan de essentie. Wat is er gedaan om een halt toe te roepen aan de risico's, de omvang en de complexiteit in het bankwezen? Terwijl dat precies is wat we moeten aanpakken, en wel meteen.
Een bank is geen casino
Om te beginnen moet er een einde gemaakt worden aan de gevaarlijke vermenging die ontstaat wanneer banken op grote schaal beleggen in complexe en risicovolle producten. Die activiteiten hebben niets te maken met de basisfunctie van een bank. Het is niet de taak van een bank om met het geld dat klanten haar toevertrouwen risico's te nemen op basis van verwachte marktevoluties, met als enige motief veel winst te maken.
Een bank heeft een andere en veel nuttiger taak: met het geld van spaarders ondernemers de kans geven hun projecten te realiseren en zo de economie en de samenleving ondersteunen.
Een bank heeft een uitgesproken algemeen maatschappelijk belang en dat mag niet in gevaar worden gebracht door speculatieve activiteiten. Dat was ook het doel van een cruciaal wettelijk kader dat bekendstaat als de Glass-Steagall Act, die na de crisis van 1929 werd ingevoerd in de VS, maar eind jaren 1990 weer is opgeheven. Het principe was dat klassieke banken volledig gescheiden moesten worden van investeringsbanken, omdat ze twee totaal verschillende activiteiten uitoefenen.
Het is dringend nodig om een nieuwe Glass-Steagall Act uit te werken en in te voeren. Een regeling die garandeert dat enkel de klassieke banken en hun spaarders in geval van overmacht een beroep kunnen doen op overheidssteun, en casinobanken daarvan worden uitgesloten.
De overheid heeft er zelf alle belang bij, omdat de banken die in moeilijkheden komen, bij haar aankloppen voor hulp, zoals we ondertussen maar al te goed weten. Dat zadelt de begroting van overheden met moelijkheden op en brengt de stabiliteit van de economie in gevaar, twee onderwerpen die ook de agenda van de huidige politieke onderhandelingen bepalen.
Kortom, het is geen optie meer om te wachten tot een Europese of internationale instelling het initiatief zou nemen voor de nodige hervormingen. Dat kan niet langer als excuus worden aangevoerd. Wie daarop wacht, neemt opnieuw een te groot risico.
Zo zouden we de oplossing blijven doorschuiven naar de toekomst en naar anderen, terwijl het probleem vandaag al enorm is, des te meer omdat het grote volume spaargeld dat bij banken staat voor ons land een grote troef is. De overheid moet nu handelen en wetgevende initiatieven nemen.
Te groot, te ingewikkeld
Maar dat is niet de enige maatregel die zich vandaag opdringt. Ook andere ontwikkelingen moeten bestreden worden, met name de reusachtige omvang en de enorme complexiteit van banken. Het heeft ertoe geleid dat hun risico's bijna onmogelijk te beheersen zijn en dat het management er geen verantwoordelijkheid meer voor neemt, omdat de staat toch klaar staat om de ultieme catastrofe te voorkomen. Die omvang en complexiteit werden ingegeven door winstbejag op de korte termijn en tot elke prijs. De pijnlijke gevolgen kennen we inmiddels.
Er is bovendien een schrijnende nood aan meer transparantie in de banksector. Niet het soort transparantie die in dure jaarrapporten wordt tentoongespreid. Maar transparantie die een antwoord geeft op die fundamentele vraag die doorgaans genegeerd wordt: welk nut heeft een bank? En: waarvoor gebruikt de bank haar deposito's?
De activiteiten van een bank moeten toegankelijk, begrijpelijk en verifieerbaar zijn voor klanten, aandeelhouders, de directeur en de bestuurder. Dat lijkt evident, maar we hebben gezien dat het vandaag bij veel banken niet meer het geval is. En wat niet begrijpelijk is voor de gemiddelde klant, is ook niet begrijpelijk voor de gemiddelde bestuurder. Ook op dat terrein zijn maatregelen nodig en niet enkel van de overheid. Jan met de pet, zowel als spaarder en als belastingbetaler, heeft het recht om een duidelijk antwoord te eisen op de vraag: 'Wat doet mijn bank met mijn geld?'
DS, 12-10-2011 (Olivier Marquet)