PDA

Bekijk de volledige versie : Welkom bij het hoorcollege


Barst
7th October 2011, 18:51
Welkom bij het hoorcollege

Rik Torfs


Het academiejaar is tien dagen oud. De zon verliet het land. Mist kwam in de plaats. Meteen verdwijnt de rituele vraag: zijn studenten dommer dan vroeger, of boeren professoren achteruit? En toch. Wat is de waarheid? Nu de professorentoga's weer tussen de mottenballen hangen is het tijd om haar te vinden.


Zijn studenten dommer dan vroeger? Neen. Er zijn immers twee mogelijkheden. Ofwel zijn studenten niet dommer dan vroeger. Dan mag je niet liegen. Ofwel zijn ze wel dommer dan vroeger. Dan moet je liegen. Wie het verleden beter vindt dan het heden, laat immers zien dat hij zelf oud is, ook al heeft hij gelijk. Dan is het beter ongelijk te hebben en jong te blijven. Kortom, studenten zijn niet dommer dan vroeger, en zulks wegens een van de twee redenen hierboven aangehaald.

En professoren? Hier mogen we à fond gaan. Sommige indicatoren wijzen op een dipje bij onze hoogleraren. Terwijl professoren vroeger als seigneurs leefden, of toch half, kreunen zij vandaag net als iedereen onder de afbetaling van hun rijwoning. Maar statusverlies betekent niet automatisch kwaliteitsverlies. Je kunt zodanig in je vak geloven dat de honorering er minder toe doet, een sympathieke vorm van zinsverbijstering die professoren wel vaker treft. Dat ze ondertussen niet ontsnappen aan de troosteloze bureaucratie die ons land geniepig wurgt, geloof het of niet, ook daar leren ze mee leven.

Maar wat is het wezen van hun onderwijstaak? Studentenleiders vinden dat professoren beter ophouden met het doceren van hoorcolleges, want saai. Veel interessanter is het om met studenten in discussie te treden.

Doch waarover? Ik herinner mij mijn allereerste college in Utrecht, academiejaar 1987-88. Inleiding tot het kerkelijk recht voor godgeleerden. Nauwelijks had ik het vertrek betreden, of een meisje met voorzichtige ecologische voetstap nam het woord. 'Ik vind uw vak nutteloos', deelde zij triomfantelijk mee, waarna zij haar verstand op nachtstand zette. Vlug gaf ik haar gelijk en ging door, in mineur evenwel, de gedachte aan nutteloosheid bonkte als een hamer tegen mijn slapen. Ten onrechte. Nederlandse studenten zeggen eerst hun mening, en luisteren vervolgens geboeid naar wat ze theoretisch onzin vinden.

Wat is er in godsnaam mis met hoorcolleges? Zij zijn niet bedoeld om, met licht regionaal accent en gebrekkige toonhoogtebewegingen, de leerstof af te lezen. Als een hoogleraar zoiets beoogt, projecteert hij inderdaad beter wat prentjes, waarna hij de studenten het woord verleent. Edoch, zeker in humane wetenschappen herken je de ware hoogleraar aan de kracht van zijn hoorcolleges. Die brengen in het beste geval een synthese, waarin de docent kennis over zijn vakgebied vermengt met algemene cultuur, filosofisch, geschiedkundig en artistiek inzicht dat niet in cursussen, en evenmin in interdisciplinaire vakken te vatten is. Het goede hoorcollege is retoriek en synthese, cultuur dus.

Als professoren al zijn achteruitgegaan, ligt dat niet aan hun analytisch onvermogen. Integendeel, zij weten steeds meer. Maar zij weten steeds meer over steeds minder, en dat betreuren zij te weinig.

Ik geloof niet in hoogleraren met een wankelmoedig referentiekader. Mensen die over een uitgebreide vakkennis beschikken zonder te weten wat ze ermee aanmoeten. Geen enkele hoogleraar is van algemene cultuur vrijgesteld, ook al is die niet meetbaar en hindert ze hem bij de efficiënte uitbouw van zijn academische carrière.

Ik herinner mij een gesprek dat ik rond de millenniumwisseling had met de toenmalige Leuvense rector André Oosterlinck, overigens een zeer beminnelijk man. Oosterlinck zei veel belang te stellen in levensbeschouwelijke vraagstukken. Maar hij bekende de vaardigheden om daar zelf competent mee om te gaan niet te bezitten, en besteedde dat facet van zijn leven aan anderen uit. Delegeren heet zoiets.

Dat begreep ik niet. Je kunt je gras laten maaien door een huurling, je garagist naar de autokeuring sturen en je boekhouder je belastingbrief ten geschenke geven. Maar wat je hele wezen raakt, cultuur en levensbeschouwing bijvoorbeeld, vertrouw je niet toe aan experts. Je kunt je partner toch ook niet zeggen dat je liefde belangrijk vindt, en tegelijk voor de praktische uitwerking ervan een beroep doen op je buurman.

In een hoorcollege leer je de leerstof niet, maar wel hoe je ermee kan leven. Dat staat in geen enkel handboek. Soms in een roman.


DS, 06-10-2011 (Rik Torfs)