PDA

Bekijk de volledige versie : Half miljoen euro voor ziektebed tachtigjarige. Is dat het waard?


Barst
28th September 2011, 22:03
Weinigen zullen drieduizend euro investeren in de reparatie van een aftandse auto. Maar als het om je eigen lichaam of dat van een naaste gaat, dan wordt van artsen het uiterste gevraagd. 500.000 euro voor drie jaar levensverlenging van een hoogbejaarde? Geen probleem, de samenleving betaalt wel.

Wie het waagt om daar wel over te zeuren, maakt zich niet populair. Een mens is immers geen ding. Een mens schrijf je niet af. Een mens is niet in geld uit te drukken. Toch gebeurt dit in de praktijk. EenVandaag liet onlangs kankerpatiënten aan het woord die van het Nederlandse AMC te horen kregen dat ze “uitbehandeld” zijn. “Maak er nog een paar mooie weken van”, zei het ziekenhuis tegen een man. Zes jaar later kon hij, dankzij de Duitse dokter Vogl, zijn verhaal vertellen. De patiënt moest de behandeling in Frankfurt echter uit eigen zak betalen, iets dat niet iedereen gegeven is. Een vrouw van een patiënt kreeg in Nederland de boodschap: “We mogen het niet zeggen, maar uw man wordt gewoon te duur.” Mensen worden dus wel degelijk afgeschreven. Om financiële redenen.

De medische wetenschap wordt ook wel vergeleken met de Doos van Pandora. Gulzig pakken we er de nieuwste apparaten, behandelmethoden en medicijnen uit, terwijl de kosten ondertussen de pan uitrijzen. Een ziekenhuis met de nieuwste technologie kan patiënten immers moeilijk weigeren er gebruik van te maken. Misschien dat het AMC daarom geen Duitse technologie heeft aangeschaft. Het budget kent grenzen.

Ouderdomsklachten accepteren we niet

“Patiënt op zijn wenken bedienen kan niet meer”, kopte dagblad Trouw boven een opiniestuk. De auteur, neurochirurg Ronald Bartels, legde uit wat de oorzaak daarvan is. Hoe inventiever de wetenschap, hoe minder de acceptatie van allerlei ouderdomsklachten. “De medische techniek ontwikkelt zich mede doordat wij als mogelijke patiënten nooit ‘nee’ op onze hulpvraag willen horen.” Het moment van kiezen is volgens hem nu duidelijk aangebroken. “Moeten we de vijfenzeventigjarige met een uitgebreide medische voorgeschiedenis met een hersenbloeding nog wel maximaal behandelen? Dit kan inhouden operatie, intensive care opname, ziekenhuisverblijf, revalidatie en dan met ondersteunende hulp naar huis.”

De arts pleit voor een open debat. “De Nederlandse bevolking moet duidelijk gemaakt worden dat bij een gelijkblijvend budget voor de gezondheidszorg keuzen gemaakt moeten worden. Zorg zal niet meer onbeperkt aangeboden kunnen worden. Gaan we iedereen altijd en maximaal behandelen of zijn er vooraf vastgestelde grenzen?” Die handschoen is vooralsnog niet door de politiek opgepakt. Goed, er verdwijnt hier en daar wat uit het basispakket van de zorgverzekering. Maar een partij zal niet in haar programma durven opnemen dat extreem dure behandelingen weer terug in de doos moeten. Laat staan dat ze de vragen van Bartels durft op te werpen: “Wie wel, wie niet of wat wel en wat niet.” Een zaak die ons allemaal aangaat, blijkt nauwelijks bespreekbaar. Beslissingen over leven en dood laten we over aan boekhouders.

Investeer in de levenskwaliteit van jongeren

We gunnen iedereen in onze omgeving de beste zorg, maar vragen ons onvoldoende af hoelang de duurste behandelingen nog bekostigd kunnen worden. En dat terwijl de bevolking in rap tempo vergrijst en de overheid de eindjes niet meer aan elkaar vast kan knopen. Het Malieveld staat vol als er langer gewerkt moet worden: de prijs voor langer leven willen maar weinigen betalen. De gepensioneerde M.L. Cuijpers is van een andere school. Hij besloot er niet meer over te zwijgen en zette gisteren in NRC Handelsblad vraagtekens bij een aantal behandelingen in zijn kennissenkring.

Voorbeeld nummer 1: “Een vrouw van 90 krijgt een hersenbloeding. Iedereen denkt dat ze zal overlijden, maar nee. Ze wordt naar het ziekenhuis gebracht en opgeknapt, na een lang ziekbed. Ze kan alleen niet meer praten, bewegen en zelf eten. Ze gaat naar een verpleeghuis. Daar ligt ze drie jaar. Een longontsteking die ze daar oploopt, wordt ook nog behandeld. Ze is wel bij haar verstand en knikt als ze je begrijpt. Wat kost dit? Misschien enkele honderdduizenden euro’s, afgezien van de enorme opgave voor haar kinderen om elke dag bij haar te zijn en niet te kunnen praten met haar.”

Voorbeeld nummer 2: “Een oude buurvrouw – van 87 jaar – met vijf kankers wordt steeds maar behandeld. Na de laatste behandeling willen de artsen haar nog verder revalideren. ‘U wilt toch nog wel verder leven, mevrouw Janssen?’ Schijnbaar knikte ze ja. Haar man vertrouwt het niet en vraagt het haar persoonlijk. Daarbij maakt ze duidelijk dat ze niet meer verder wil leven, dat ze naar huis wil. Haar dochter stelt haar dezelfde vraag. Weer zegt ze: ‘ik wil naar huis’. Na drie weken is ze rustig thuis overleden, met geweldige thuishulp, te midden van haar familie.”

Voorbeeld nummer 3: “Een broer van een kennis, 83 jaar, wordt eindeloos opgeknapt en ligt soms weken op intensieve. Volgens haar heeft dit meer dan een half miljoen euro gekost. Ze vond het zelf een enorm bedrag voor de drie levensjaren die haar broer nog kreeg. Dit waren geen gezonde, maar kwakkelende levensjaren. Ze zei weleens: ‘had hij dat geld maar gehad in zijn gezonde levensjaren, dan had hij er echt van kunnen genieten’.”

Voorbeeld nummer 4: “Een heel goede kennis van ons heeft zijn broer zelfs met veel moeite uit het ziekenhuis moeten halen. Het was duidelijk dat hij niet meer lang had te leven. Toch wilden de specialisten hem daar houden. De vier weken thuis heeft hij nog veel mensen ontvangen, wijn gedronken en gegeten wat hij wilde. Dit mocht allemaal niet van de specialisten. Het was slecht voor de lever! Wel kreeg hij zware pijnstillers. Volgens onze vriend is hij mooi overleden, precies zoals hij het wilde.”

Voorbeeld nummer 5: “Een oudere kennis met veel vrienden was ziek en had aids. Terwijl hij zich niet meer kon uiten, is hij op intensieve behandeld met zware medicijnen en beademingsprogramma’s. Vier weken is hij niet meer bij bewustzijn geweest. Toen overleed hij. Was het niet mooier geweest als hij niet meer zou zijn behandeld en thuis met thuishulp had mogen overlijden tussen zijn familie en vrienden en wél bij zijn volle bewustzijn?”

Artsen blijven oude mensen maar oplappen, concludeert Cuijpers. Ook als de behandeling ongewenst is. Een bewonderenswaardig arbeidsethos natuurlijk, maar net als bij automonteurs geldt ook hier: repareren is incasseren. Cuijpers vindt de kosten voor de samenleving echter buiten proporties. “Mijn gezond verstand zegt dat dit te ver gaat.” De zeventigplusser heeft de mentaliteit die neurochirurg Ronald Bartels voorstaat: “Laten we het weer normaal vinden dat er eens een eind komt aan ons leven. Laten we gewoon overlijden bij een zware longontsteking, kanker of hersenbloeding”, besluit Cuijpers. “Laten we al die miljoenen euro’s niet steken in ons oudjes, maar in preventie en in het gezond houden van jonge mensen en kinderen. Geef hun goede scholen, sport en goed voedsel.”

NRC, 28-11-2011 (Steven de Jong)

Belinda.Vandenbempt
29th September 2011, 08:40
In eerste instantie is het volgens mij nog altijd de patiënt zelf die beslist of hij alle mogelijke behandelingen wil ondergaan. Een ziekenhuis is niet veel meer dan een bedrijf, waar werknemers groene of witte schorten dragen en waar de klant behandelingen ondergaat, waarvoor soms zwaar in de geldbeugel moet getast worden. Laten we eerlijk zijn. Ons sociaal stelsel mag dan al goed uitgedokterd zijn (om met de woordkeuze even in de medische wereld te blijven), maar medicatie en behandelingen kosten de patiënt nog al te dikwijls handenvol geld. Stervende mensen worden graag nog wat aan het lijntje gehouden. Er wordt nog bloed afgenomen, ze ondergaan nog testen (dikwijls nog pijnlijk ook), ze worden een object. Als ze al durven te protesteren worden ze nog wat betutteld. Je kan dan nog moeilijk spreken over menswaardigheid. Uiteraard bevestigen ook hier uitzonderingen de regel. In ieder geval denk ik dat de patiënt zelf nog altijd het laatste woord heeft.

Om een voorbeeld te geven: mijn grootmoeder woonde op 90-jarige leeftijd nog altijd in haar eigen appartement. Ze had praktisch voor niets hulp nodig tot plots haar hart niet goed meer mee wou. Een pacemaker redde haar leven. Na de operatie heeft ze nog 3 jaar écht genoten van het leven. Zij volgde alles en iedereen nog op de voet, verzorgde zich nog tot in de puntjes, was elke dag nog piekfijn uitgedost en ging nog wekelijks naar de kapper waar ze over alles kon meepraten. Ik wil maar zeggen: het is niet omdat je oud bent in jaren, dat je geest daarom al op rust is.
Toen ze, na een paar valpartijen, in het rusthuis kwam, gingen we meerdere keren per week op bezoek. Het viel mij op dat er mensen zaten die een pak jonger waren en die hun levensmoed verloren hadden. Er was een dame die sprak: "Mij mogen ze komen halen". Ze zou het niet erg vinden om ter plekke te sterven.

Ik denk dus dat we ieders wil moeten respecteren. Een derde heeft hier niets in de pap te brokken.