Barst
20th May 2011, 17:46
Homo Ejectus
Het lijkt wel een parabel. Een van twee mannen. Die allebei in de fleur van hun tweede leven leefden. Allebei Latijns bloed door hun aderen hadden stromen. Allebei in het land van de verleiders leefden. En allebei een serieuze dosis testosteron in huis hadden. Noblesse oblige. Twee mannetjesputters die om hun plaats in de wereld vochten. Een plaats die maar voor een van beiden was weggelegd. Dominique en Nicolas. Zo heetten ze. Ze hadden al wel wat wapens in de strijd gegooid. Wapens die het resultaat waren van ingenieus denkwerk, en zo. Toen betraden ze een andere dimensie. Een die nog weinig van doen had met rede en hoofdwerk. Een die nogal eens gebruikt wordt in kudden, roedels en het soort dierlijke samenlevingsvormen waar de leider van de groep zijn titel krijgt op basis van zijn mannelijkheid. Of bronstigheid. Hun zaad, daar draaide het om. In een en dezelfde week kwam de wereld te weten wat er zoal gebeurde met dat Franse sperma. Hoe de ene, Nicolas, het braafjes gedropt had waar het hoorde, in de schoot van zijn jongere bruid. Waar het zou groeien en bloeien, en zowel zijn familiale leven als zijn politieke imago een boost zou geven. Hij zou oogsten wat hij gezaaid had. Empathie. Begrip. Liefde. De andere, Dominique, had datzelfde product van zijn lendenen met veel bravoure en theatraliteit opgedrongen aan een Assepoester. Met veel gemors, getrek en geduw was het terechtgekomen in een hotelkamer, waar het intussen met tapijt en al richting lab was gesleurd en het oneerbiedige etiket 'lichaamssap' had meegekregen. Zaad mag geen sap worden, dat weet elke boer. Maar dat is dan weer een andere parabel.
DS, 20-05-2011 (Lieve Van de Velde)
Het lijkt wel een parabel. Een van twee mannen. Die allebei in de fleur van hun tweede leven leefden. Allebei Latijns bloed door hun aderen hadden stromen. Allebei in het land van de verleiders leefden. En allebei een serieuze dosis testosteron in huis hadden. Noblesse oblige. Twee mannetjesputters die om hun plaats in de wereld vochten. Een plaats die maar voor een van beiden was weggelegd. Dominique en Nicolas. Zo heetten ze. Ze hadden al wel wat wapens in de strijd gegooid. Wapens die het resultaat waren van ingenieus denkwerk, en zo. Toen betraden ze een andere dimensie. Een die nog weinig van doen had met rede en hoofdwerk. Een die nogal eens gebruikt wordt in kudden, roedels en het soort dierlijke samenlevingsvormen waar de leider van de groep zijn titel krijgt op basis van zijn mannelijkheid. Of bronstigheid. Hun zaad, daar draaide het om. In een en dezelfde week kwam de wereld te weten wat er zoal gebeurde met dat Franse sperma. Hoe de ene, Nicolas, het braafjes gedropt had waar het hoorde, in de schoot van zijn jongere bruid. Waar het zou groeien en bloeien, en zowel zijn familiale leven als zijn politieke imago een boost zou geven. Hij zou oogsten wat hij gezaaid had. Empathie. Begrip. Liefde. De andere, Dominique, had datzelfde product van zijn lendenen met veel bravoure en theatraliteit opgedrongen aan een Assepoester. Met veel gemors, getrek en geduw was het terechtgekomen in een hotelkamer, waar het intussen met tapijt en al richting lab was gesleurd en het oneerbiedige etiket 'lichaamssap' had meegekregen. Zaad mag geen sap worden, dat weet elke boer. Maar dat is dan weer een andere parabel.
DS, 20-05-2011 (Lieve Van de Velde)