PDA

Bekijk de volledige versie : Het spookbeeld van Standard & Poor's


nic.andriessen
7th May 2011, 11:32
Een vriendelijke, diepe stem aan de telefoon. Veel dichter geraak ik niet. Aan de andere kant van de lijn, 1585 kilometer verderop, zit Marko Mrsnik, de België-specialist bij het grote Amerikaanse ratingagentschap Standard & Poor's (S&P). Ik heb naar zijn kantoor in Madrid gebeld met een aantal eenvoudige vragen. Wie is hij? Hoe werkt hij? En vooral: wat zijn zijn plannen de komende dagen, weken en maanden?

Helaas, veel antwoorden krijg ik niet. ‘We don't disclose such information', klinkt het een keer of vijf, in een formeel businessengels. Zou het misschien helpen als ik hem kwam opzoeken in Madrid, met een fles van een goed jaar? Een gulle, luide lach. Nee, dus. Een fotograaf dan, op z'n minst, zodat we toch een gezicht op hem kunnen plakken? Zelfs dat niet.

Hij intrigeert nochtans, Marko Mrsnik (spreek uit: ‘Mrsjnek'). Op 14 december 2010 joeg hij een schokgolf door politiek België. En daar had hij niet veel meer voor nodig dan een nota van anderhalf A4'tje. De politieke onzekerheid in ons land kon niet blijven duren, schreef hij. Ze bracht de overheidsfinanciën in het gedrang. België moest iets ondernemen. Zoniet, dreigde hij, zou hij de rating van ons land verlagen. Om te tonen dat het hem menens was, stelde hij alvast de ‘outlook' bij: van stabiel naar negatief. Binnen zes maanden zou hij de toestand opnieuw evalueren.

Paniek in de Wetstraat. De ‘rating' van S&P is namelijk een quotering voor de financiële markten. ‘Te vergelijken met de sterren boven een boekenrecensie', zegt econoom Ivan Van De Cloot van denktank Itinera. ‘België moet in 2011 ongeveer 80 miljard euro lenen. Het doet dat door obligaties uit te geven. Beleggingsfondsen en particulieren die in zo'n obligaties beleggen, willen zeker zijn dat ze hun geld terugzien. Daarvoor dient zo'n rating. Het is een risico-inschatting. Het drukt uit hoe de financiële gezondheid van een land is. Hoe gezonder, hoe beter de rating. En hoe lager de rente die een land moet betalen.'

België heeft sinds jaar en dag een toprating: AA+. Een niveau onder de beroemde ‘triple A', de hoogst mogelijke score. Een ratingverlaging zou de rente doen stijgen, en dat zou iedereen geld kosten. Overheden, bedrijven en particulieren. Geen enkele politicus wil zo'n collectieve verarming op zijn geweten hebben, natuurlijk. Laat staan er de zwarte piet voor krijgen.

S&P-regering

Vandaar dus: paniek in de Wetstraat, die 14de december 2010, na de nota van Marko Mrsnik. Grote paniek, zelfs. ‘Ik voelde opnieuw de sfeer van de bankencrisis van eind 2008', zei ontslagnemend premier Yves Leterme. De premier belegde meteen een crisisvergadering met de Nationale Bank en het Schuldagentschap. Er moest gehandeld worden. Snel. De bevoegdheden van zijn regering van lopende zaken werden uitgebreid. Er werd beslist om zo snel mogelijk een begroting op te stellen voor 2011.

Ook bij de regeringsonderhandelaars sloeg het rapport van S&P in als een bom. Johan Vande Lanotte, op dat moment Koninklijk Bemiddelaar, vervroegde de deadline van zijn nota naar 5 januari. Politieke waarnemers voorspelden een snelle ‘S&P-regering'. Zonder een snel regeringsakkoord zouden we ‘Griekenland aan de Schelde' worden, donderpreekte de liberale nestor Herman De Croo. S&P moest en zou de onderhandelaars een sense of urgency bijbrengen. Dat kon niet anders.

Het bleek ijdele hoop. Vijf ellendige maanden lang. Tot vorig weekend. Toen was daar plots – boem! paukenslag! – Een Doorbraak. Na Koninklijk Onderhandelaar Wouter Beke moest een kandidaat-premier aan zet komen om de formatiegesprekken echt op te starten, eiste Bart De Wever. En daar zat de angst voor het S&P-ultimatum voor heel veel tussen. Op 14 juni verstrijken de zes maanden die S&P ons land geeft. Er moest dus een doorbraak komen, besefte de N-VA-voorzitter.

Hij vroeg strategisch advies aan zijn hoofdeconoom. Wat waren de opties? Nieuwe verkiezingen uitlokken was uitgesloten, kreeg hij te horen. S&P kon het aangrijpen om haar dreigement van een ratingverlaging vervroegd uit te voeren. Dat risico kon hij niet nemen. De Wever koos dus voor de andere strategie: de vlucht vooruit. ‘Niet alléén onder druk van S&P, maar het speelde toch een zeer belangrijke rol', klinkt het in de N-VA-top.

Het maakt een en ander bijzonder intrigerend. Wie in godsnaam is die Marko Mrsnik, die vanuit Madrid ons land lijkt te regeren? Het zakenblad Fortune noemt kredietanalisten zoals hij ‘de machtigste nerds ter wereld'. En dat is duidelijk nauwelijks overdreven. Marko Mrsnik was ook een van de S&P-analisten die de obligaties van het noodlijdende Griekenland vorig jaar tot ‘junk' ofte ‘rommel' degradeerden. Hij besliste dat natuurlijk niet in zijn eentje. Maar het fascineert wel. Hoe gaat zoiets in zijn werk? En hoe slaagt een kredietanalist met Sloveense roots erin om vanuit Madrid te doorgronden wat zich in de Wetstraat afspeelt, terwijl zelfs de meeste Belgen dat allang niet meer (willen) begrijpen?

Maar zoals gezegd, Marko Mrsnik is van het no comment-type. Vriendelijk, behulpzaam en goedlachs, daar niet van. Maar o zo frustrerend discreet. En vooral: hyperprofessioneel. De vraag hoe hij werkt, beantwoordt hij door een PDF-document van 43 pagina's door te mailen. De hele methodologie voor ‘Sovereign Ratings' van S&P, inclusief verklarende woordenlijst. Andere vragen wimpelt hij beleefd af, of beantwoordt hij met ‘statements'.

‘Ik waardeer uw interesse voor mijn persoon, maar ik vrees dat ik compleet irrelevant ben in deze', klinkt het. ‘Wie ik ben, doet er niet toe. Ik beslis niet alleen over ratings. Daar heeft een heel comité zijn zeg over.' Komt hij vaak naar België? ‘Die informatie kan ik niet geven.' Wie zit er in zijn netwerk van informanten? ‘Publieke instellingen en private personen. Meer kan ik daar niet over vertellen.' Heeft hij al een idee of S&P de rating van België zal bijstellen? ‘Ik kan daar geen commentaar op geven.'

Een misverstand uit de wereld helpen, dat wil Marko Mrsnik wél. 14 juni is geen harde deadline, zegt hij. Het is niet zeker of S&P de rating van België dan verlaagt. Het kan vroeger, het kan later. ‘We hanteren een tijdsbestek van 6 tot 24 maanden.' Het is zelfs goed mogelijk dat er helemaal niets gebeurt. ‘Een negatieve outlook wordt maar in één geval op de drie daadwerkelijk gevolgd door een ratingverlaging. Twee keer op de drie verandert er niets.' Niet onlogisch. Na een negatieve ‘outlook' van S&P bewegen regeringen meestal hemel en aarde om een ratingverlaging te vermijden.

Last minute

Ook België zette daarvoor de jongste maanden alles op alles, zegt ontslagnemend premier Yves Leterme. ‘Na die eerste verwittiging, in december, is er zeer veel gebeurd. We hebben de bevoegdheden van lopende zaken uitgebreid. We hebben een begroting 2011 neergelegd. We hebben het overheidstekort teruggedrongen. We hebben momenteel een groei van 3 procent – bijna dubbel zoveel als S&P verwachtte voor 2011. Onze werkloosheidsgraad zit onder het Europese gemiddelde. We hebben via wet de inhoud van het interprofessioneel akkoord opgelegd. We zitten nu in veel betere papieren dan in december 2010.'

Maar zal S&P daar wel oren naar hebben, zolang de politieke impasse blijft aanhouden? Leterme: ‘Ik heb de indruk dat daar wat misverstanden rond bestaan. Het S&P-rapport van december zei niét dat onze rating verlaagd zou worden als er binnen de zes maanden geen nieuwe regering was. Het werd in de pers vaak zo samengevat – maar dat klopt niet. S&P zei alleen dat het uitblijven van een volwaardige regering een hypotheek dreigde te leggen op onze economische fundamentals. En dat hebben we in lopende zaken aangepakt.'

Marko Mrsnik antwoordt met – jawel – een statement. De ontwikkelingen in België zijn inderdaad positief, klinkt het. Maar een verdere consolidering van de financiën is nodig. ‘Het is belangrijk dat er structurele aanpassingen gebeuren. Daarom is een institutionele hervorming volgens onze opinie belangrijk.'

Blijft de vraag: komt er een ratingverlaging, of komt er geen? En zo ja: wannéér? Niemand kan het ons met zekerheid zeggen. Als er één komt, wordt zelfs de premier daarvan niet verwittigd. Het klinkt raar, maar het is niet anders, verzekeren alle bronnen. S&P communiceert uitsluitend met experts van de Nationale Bank en het Schuldagentschap. En ook zij worden maar zeer last minute ingelicht.

‘In geval van een ratingverlaging worden wij precies twaalf uren op voorhand gewaarschuwd', zegt directeur Jean Deboutte van het Schuldagentschap. Het enige wat onze experts dan nog mogen doen, is snel nog eens met een kammetje door de facts en figures gaan, om alles te dubbelchecken.' Werd er de voorbije maanden dan niet gelobbyd om een ratingverlaging af te wenden? ‘Oei, nee. Dat zou geen enkele zin hebben. Dat zou zelfs onverstandig zijn. Het zou de indruk geven dat we iets te vergoelijken hebben.'

Eenzelfde geluid bij het kabinet van de premier: ‘Lobbyen zou contraproductief zijn. Tijdverlies, ook. S&P volgt de situatie op de voet. In alle onafhankelijkheid. Ze krijgen alle informatie via de Nationale Bank en het Schuldagentschap. Ze weten zeer goed wat de zogenaamde caretaker government hier doet. Buitenlandse investeerders moet je dat wel eens uitleggen. Hen niet. Ze zijn perfect van alles op de hoogte. En: ze luisteren niet naar beloftes. Ze gaan alleen voort op cijfers. Resultaten.'

Cijferfetisjisten

Zeer vaak vereert S&P ons land nochtans niet met een bezoek. Officieel toch niet. Gemiddeld een keer per jaar komen twee analisten een à twee dagen naar de Nationale Bank. Ze zitten samen met specialisten van de FOD's Financiën en Begroting, en met het kabinet van de premier. Ze bespreken er de verhouding tussen de overheidsschuld, het bruto binnenlands product, de belastinginkomsten en de rentelast. Ze gaan ook na hoe het zit met de activeringsgraad, en wat de regering precies doet om bijvoorbeeld de vergrijzing op te vangen. Het laatste bezoek dateert van september 2010. Een nieuwe afspraak staat voorlopig niet op de agenda.

Maar behalve officiële bronnen, hebben de analisten van S&P hier ook een eigen netwerk, zo blijkt uit wat rondbellen. Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING, krijgt Marko Mrsnik wel eens over de vloer. ‘Een zeer scherpe analist', zegt hij. ‘Iemand die perfect op de hoogte is van het reilen en zeilen in ons land.' Vlot zestalig ook, blijkbaar. En ex-werknemer van het Europacollege in Brugge en de Europese Commissie in Brussel.

Marko Mrsnik en zijn S&P-collega's staan ook in nauw contact met vooraanstaande bankiers, beursspecialisten, economen en journalisten, is te horen. En ze gaan in de betere Brusselse restaurants ook wel eens lunchen met bevoorrechte politieke waarnemers.

Politicoloog Carl Devos (Ugent) ging bijvoorbeeld een paar keer met hen eten. ‘De eerste keer dat ik zo'n uitnodiging kreeg, verwachtte ik me aan van die gladde all Street-types. Van die nerveus ratelende cijferfetisjisten. Niét dus. Die dames en heren wisten heel veel. Hoe zit het met die sale-and-lease-backoperaties van overheidsgebouwen, vroegen ze bijvoorbeeld. Ze hadden hun huiswerk over dit ingewikkelde land zéér grondig gemaakt. Ik werd niet betaald voor mijn expertise, nee. Dat behoort tot mijn takenpakket als professor: dienstverlening.'

S&P wordt wél betaald. 160.000 euro, om precies te zijn. Door de FOD Financiën, dan nog wel, want ons land heeft hun rating nu eenmaal nodig om hun obligaties op de markt te kunnen brengen. Helemaal onlogisch is dat niet. Maar toch heeft het een behoorlijk absurd kantje. Alles wel beschouwd betalen onze politici namelijk kredietanalisten om hen namens S&P een geweer tegen de slaap te zetten: ‘Regeren of betalen.' Toegegeven: het is wat kort door de bocht. Maar toch. Veel gekker moet het écht niet worden.

‘Het lijkt inderdaad wat bizar', lacht Itinera-econoom Ivan Van De Cloot, die S&P ook wel eens over de vloer krijgt. ‘Als we een rating vergelijken met de sterren boven een recensie, moeten we er eigenlijk bij vertellen dat de auteur in dezen de recensent betaalt. Je kunt daar heel veel bedenkingen bij hebben, maar zo werkt het nu eenmaal. De financiële wereld hecht belang aan drie waarmerken: de ratings van S&P, die van Moody's, en die van Fitch. Die hebben een bijna sacrale status. Thomas Friedman, de bekende columnist van de New York Times, heeft bij wijze van boutade een keer geschreven dat er twee wereldmachten zijn: de VS en de ratingagentschappen. Hij schreef erbij dat niet meteen duidelijk was wie er nu de meeste macht had. Zo ís het ook.'

En toch. Ratings zijn overrated, benadrukt Ivan Van De Cloot. En daarmee vertelt hij allerminst een geheim. ‘Het is alom bekend dat ratings alles behalve een exacte wetenschap zijn. Verre van. In het beste geval zijn het zeer goed gefundeerde opinies. Bij de financiële crisis kwamen S&P, Moody's en Fitch zeer zwaar in opspraak. Ze gaven een triple A-rating aan de rommelkredieten die het hele bankensysteem vergiftigden. Ze labelden ze dus als superveilig. Daar worden nu miljardenprocessen over gevoerd.'

We moeten de dreigende ratingverlaging van S&P met andere woorden relativeren. Ook al omdat Moody's en Fitch, de twee andere agentschappen die België een rating geven, in tegenstelling tot S&P géén ratingverlaging plannen.

Bovendien, zeggen experts, calculeren de financiële markten de politieke impasse van ons land sowieso al een tijdje in. België betáált al een hogere rente op de financiële markten. Al van lang voor de waarschuwing van S&P. Het voorbije jaar deed de politieke impasse de rente op Belgische schuld met ongeveer 20 basispunten stijgen, berekenden het Schuldagentschap en Peter Vanden Houte van ING. Goed voor een meerkost van ongeveer 40 miljoen euro per jaar.

‘In het worst case scenario dat S&P onze rating verlaagt – en dat is lang niet zeker – zouden daar wellicht nog eens een paar basispunten bovenop komen', zegt Jean Deboutte van het Schuldagentschap. ‘Dat zou niet goed zijn voor ons imago, en we doen er alles aan doen om dat te vermijden. Maar we moeten toch een en ander in perspectief zien. S&P dreigt ermee om één zogenaamde nodge van onze AA+-rating te doen. Als dat gebeurt, blijven we nog altijd AA, een absolute toprating. Onze economische parameters zijn goed. Dat wéét S&P.'

Peter Vanden Houte beaamt: ‘Zolang België AA blijft, zal het effect beperkt blijven. Echte problemen krijg je pas als je rating onder een bepaald niveau zakt, zoals bij Griekenland, Ierland en Portugal gebeurde. Heel wat pensioen- en beleggingsfondsen mogen geen obligaties onder een bepaalde rating in hun portefeuille houden. Als die na een ratingverlaging massaal obligaties moeten dumpen, krijg je een catastrofale kettingreactie op de beurzen. Maar dat is voor België totaal niet aan de orde.'

Was de panische angst van onze politici de voorbije maanden dan niet fel overtrokken? ‘Ja en nee', zegt Geert Noels van Econopolis. ‘Je kunt zo'n ratingverlaging perfect wegrationaliseren. Maar vaak brengt een ratingverlaging een eigen dynamiek op gang. Een ratingverlaging maakt de schuld duurder, waardoor er nieuwe problemen ontstaan. En dat leidt dan vaak tot een nieuwe ratingverlaging. En zo kan je stilaan in een vicieuze cirkel terechtkomen. Je krijgt de perceptie ook tegen. En perceptie is alles. Dat is wel bekend. Niet alleen in de politieke wereld, maar ook in de economie dus.'

Bron: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=1O39RUOC

Mijn mening: Het zou denk ik een zeer slechte zaak zijn mocht S&P de rating van België verlagen. Er staat in het artikel dat al jaar en dag in België een AA+ rating gehanteerd wordt. Sinds jaar en dag, daar is waarschijnlijk lang voor gewerkt om dat zo te krijgen. Door één jaar politieke stilstand dat verloren laten gaan, vind ik spelen met vuur en de toekomst/welvaart van ons land. Dat de politici dat ook beangstigd, vind ik vreemd. Het lijkt erop alsof men maar rustig aan verder onderhandeld, tot het oneindige. Ik begin mij toch stilaan zorgen te maken. Wat als S&P onze rating effectief verlaagd? De wereldrecordtitel was al een zaak om niet fier op te zijn, het heeft ons imago beschadigd. Maar als er effectief een ratingverlaging komt, dat zou een kaakslag voor ons land, economie, ... betekenen. Dat zou ik als politicus niet op mijn geweten willen hebben.