Anneleen.Roziers
29th March 2011, 10:48
Zeven procent van de Vlaamse leerlingen moet het eerste leerjaar overdoen. Dat is veel, zegt onderzoekster Mieke Goos, zeker omdat het dubbelen van het eerste leerjaar meer nadelen heeft dan vaak wordt gedacht. 'Kinderen die dubbelen, voelen zich slechter op school. In het begin presteren ze misschien wel beter, maar ze raken dat voordeel snel kwijt. Zodra ze nieuwe leerstof krijgen, raken ze achterop.'
Meer dan 10.000 kinderen in het basisonderwijs zullen in juni te horen krijgen dat ze een jaartje moeten overzitten. Zeven procent van alle kinderen blijft al zitten in het eerste leerjaar. Scholen nemen die beslissing in de overtuiging dat een extra jaar leerlingen de kans biedt om hun achterstand in te halen.
Maar is dat zo? 'Ons onderzoek lijkt aan te tonen dat het net niet goed is voor kinderen om het eerste leerjaar te dubbelen', zegt Mieke Goos, die aan de KU Leuven promoveert met het onderzoek 'Zittenblijven in het eerste leerjaar: zinvol of niet?'
Goos volgde de jongste jaren 4.000 Vlaamse leerlingen van het eerste leerjaar tot het einde van de lagere school. 'Ik heb nagegaan wat het effect was van dat zittenblijven in het eerste leerjaar op de verdere ontwikkeling in de lagere school', vertelt Goos. 'Zittenblijvers werden telkens vergeleken met jongere leerjaargenoten en met leeftijdsgenoten die in een hoger leerjaar zitten. Daarbij hebben we rekening gehouden met de achtergrond van de leerlingen, om correct te kunnen vergelijken.'
Bisjaar
Op korte termijn presteren zittenblijvers beter. 'Bij de start van het bisjaar doen ze het beter in wiskunde en lezen. Ze hebben ook evenveel zelfvertrouwen als hun jongere leerjaargenoten', zegt Goos. 'Maar die voorsprong slaat snel om in een achterstand, zodra ze geconfronteerd worden met nieuwe leerstof.'
Zittenblijvers tonen in hun lagereschoolcarrière een opvallend tragere groei in wiskunde en technisch lezen, gaan minder graag naar school en hebben minder zelfvertrouwen dan hun klasgenoten die steeds probleemloos overgaan. 'Uit het onderzoek blijkt dat ze even goed of zelfs beter hadden gepresteerd in wiskunde en lezen, als ze toch waren overgegaan naar het tweede leerjaar', zegt Goos.
De oorzaken van dat mindere functioneren zijn divers. 'Zittenblijvers verliezen hun vriendjes of krijgen af te rekenen met pestgedrag. Dat helpt natuurlijk niet om je goed te voelen op school. En in de praktijk moeten de zittenblijvers niet alleen wiskunde en taal opnieuw doen, ze zijn verplicht om alles te herhalen - ook dingen waar ze wel goed in zijn. Mogelijk werkt dat demotiverend.'
Een pasklare oplossing is er niet. 'Of het dan beter is een kind een jaartje langer in de derde kleuterklas te laten blijven, kunnen we nog niet zeggen. Dat is stof voor een volgend onderzoek.'
Zo kan het ook
Basisschool Mikado in Borgerhout ging op zoek naar een alternatief voor het dubbelen. De school werkt al jaren met parallelgraadklassen: de school zet leerlingen zoveel mogelijk samen met leeftijdsgenoten, ook al hebben ze voor één of meerdere vakken een grote achterstand.
'Zo kan het dat een kind wiskunde helemaal opnieuw moet doen, terwijl het wel de taallessen van het tweede jaar volgt, omdat het daar geen problemen heeft', legt directrice Marthe Belpaire uit.
In de graadklassen zitten dus kinderen van alle niveaus samen. 'We geloven dat kinderen elkaar positief beïnvloeden', zegt Mieke Elaut, coördinator van de klassen. 'De 'slimme' kinderen nemen de lerarenrol aan, de kinderen die moeilijker meekunnen, worden gemotiveerd door de groep. En voor de vakken waar ze problemen mee hebben, krijgen ze in kleine groepjes begeleiding op maat.Wie zegt trouwens dat je de tafels van vermenigvuldiging in het tweede leerjaar moet leren? Sommige kinderen zijn er vroeger klaar voor, andere pas later, of zelfs nooit. In die gevallen is zittenblijven voor ons nooit de beste oplossing.'
Bron: Het nieuwsblad - 29/03/2011
Mijn mening:
Wat in dit artikel verteld wordt, kan ik heel goed volgen. Leerlingen die moeten blijven zitten, zullen een aantal thema's (of zelfs hele vakken) wel goed onder de knie hebben, maar andere dan weer helemaal niet. Als ze dan het volgende schooljaar terug van nul moeten beginnen, wordt het voor hen saai. Daardoor zullen ze zich gaan vervelen in de klas en niet graag meer naar school komen. Een ander probleem dat zich kan stellen is het feit dat de leerling in kwestie 'moeilijk' zal gaan doen in de klas. Het is voor hem/haar immers veel herhaling. Vooral de thema's die hij/zij wel onder de knie had zullen saai worden en de leerling zal mogelijk lastig beginnen doen. Dat is dan voor de leerkracht ook weer een bijkomend probleem.
Toch kan het volgens mij in sommige gevallen gewoon niet anders. Mijn mama geeft zelf les in het eerste leerjaar en van haar hoor ik dikwijls verhalen. Als je weet dat een leerling nu - bijna het einde van het schooljaar - nog steeds niet kan optellen en aftrekken tot 10, terwijl andere leerlingen al oefeningen tot 20 aan het maken zijn, kan je toch eens nadenken of hij wel in staat is om over te gaan naar het tweede leerjaar. In het artikel wordt ook de vraag gesteld of het wel nodig is om de maaltafels al in het tweede leerjaar te geven en niet later.. Tot nu toe staat dat nog steeds zo in de leerplannen, dus de leerkrachten moeten zich daar aan houden. Als een leerling helemaal niet bereikt wat er verwacht wordt, is er volgens mij geen andere mogelijkheid dan hem in het eerste leerjaar te houden en ervoor te zorgen dat hij de leerstof nog eens krijgt en op die manier wel vertrouwd geraakt met die oefeningen!
Meer dan 10.000 kinderen in het basisonderwijs zullen in juni te horen krijgen dat ze een jaartje moeten overzitten. Zeven procent van alle kinderen blijft al zitten in het eerste leerjaar. Scholen nemen die beslissing in de overtuiging dat een extra jaar leerlingen de kans biedt om hun achterstand in te halen.
Maar is dat zo? 'Ons onderzoek lijkt aan te tonen dat het net niet goed is voor kinderen om het eerste leerjaar te dubbelen', zegt Mieke Goos, die aan de KU Leuven promoveert met het onderzoek 'Zittenblijven in het eerste leerjaar: zinvol of niet?'
Goos volgde de jongste jaren 4.000 Vlaamse leerlingen van het eerste leerjaar tot het einde van de lagere school. 'Ik heb nagegaan wat het effect was van dat zittenblijven in het eerste leerjaar op de verdere ontwikkeling in de lagere school', vertelt Goos. 'Zittenblijvers werden telkens vergeleken met jongere leerjaargenoten en met leeftijdsgenoten die in een hoger leerjaar zitten. Daarbij hebben we rekening gehouden met de achtergrond van de leerlingen, om correct te kunnen vergelijken.'
Bisjaar
Op korte termijn presteren zittenblijvers beter. 'Bij de start van het bisjaar doen ze het beter in wiskunde en lezen. Ze hebben ook evenveel zelfvertrouwen als hun jongere leerjaargenoten', zegt Goos. 'Maar die voorsprong slaat snel om in een achterstand, zodra ze geconfronteerd worden met nieuwe leerstof.'
Zittenblijvers tonen in hun lagereschoolcarrière een opvallend tragere groei in wiskunde en technisch lezen, gaan minder graag naar school en hebben minder zelfvertrouwen dan hun klasgenoten die steeds probleemloos overgaan. 'Uit het onderzoek blijkt dat ze even goed of zelfs beter hadden gepresteerd in wiskunde en lezen, als ze toch waren overgegaan naar het tweede leerjaar', zegt Goos.
De oorzaken van dat mindere functioneren zijn divers. 'Zittenblijvers verliezen hun vriendjes of krijgen af te rekenen met pestgedrag. Dat helpt natuurlijk niet om je goed te voelen op school. En in de praktijk moeten de zittenblijvers niet alleen wiskunde en taal opnieuw doen, ze zijn verplicht om alles te herhalen - ook dingen waar ze wel goed in zijn. Mogelijk werkt dat demotiverend.'
Een pasklare oplossing is er niet. 'Of het dan beter is een kind een jaartje langer in de derde kleuterklas te laten blijven, kunnen we nog niet zeggen. Dat is stof voor een volgend onderzoek.'
Zo kan het ook
Basisschool Mikado in Borgerhout ging op zoek naar een alternatief voor het dubbelen. De school werkt al jaren met parallelgraadklassen: de school zet leerlingen zoveel mogelijk samen met leeftijdsgenoten, ook al hebben ze voor één of meerdere vakken een grote achterstand.
'Zo kan het dat een kind wiskunde helemaal opnieuw moet doen, terwijl het wel de taallessen van het tweede jaar volgt, omdat het daar geen problemen heeft', legt directrice Marthe Belpaire uit.
In de graadklassen zitten dus kinderen van alle niveaus samen. 'We geloven dat kinderen elkaar positief beïnvloeden', zegt Mieke Elaut, coördinator van de klassen. 'De 'slimme' kinderen nemen de lerarenrol aan, de kinderen die moeilijker meekunnen, worden gemotiveerd door de groep. En voor de vakken waar ze problemen mee hebben, krijgen ze in kleine groepjes begeleiding op maat.Wie zegt trouwens dat je de tafels van vermenigvuldiging in het tweede leerjaar moet leren? Sommige kinderen zijn er vroeger klaar voor, andere pas later, of zelfs nooit. In die gevallen is zittenblijven voor ons nooit de beste oplossing.'
Bron: Het nieuwsblad - 29/03/2011
Mijn mening:
Wat in dit artikel verteld wordt, kan ik heel goed volgen. Leerlingen die moeten blijven zitten, zullen een aantal thema's (of zelfs hele vakken) wel goed onder de knie hebben, maar andere dan weer helemaal niet. Als ze dan het volgende schooljaar terug van nul moeten beginnen, wordt het voor hen saai. Daardoor zullen ze zich gaan vervelen in de klas en niet graag meer naar school komen. Een ander probleem dat zich kan stellen is het feit dat de leerling in kwestie 'moeilijk' zal gaan doen in de klas. Het is voor hem/haar immers veel herhaling. Vooral de thema's die hij/zij wel onder de knie had zullen saai worden en de leerling zal mogelijk lastig beginnen doen. Dat is dan voor de leerkracht ook weer een bijkomend probleem.
Toch kan het volgens mij in sommige gevallen gewoon niet anders. Mijn mama geeft zelf les in het eerste leerjaar en van haar hoor ik dikwijls verhalen. Als je weet dat een leerling nu - bijna het einde van het schooljaar - nog steeds niet kan optellen en aftrekken tot 10, terwijl andere leerlingen al oefeningen tot 20 aan het maken zijn, kan je toch eens nadenken of hij wel in staat is om over te gaan naar het tweede leerjaar. In het artikel wordt ook de vraag gesteld of het wel nodig is om de maaltafels al in het tweede leerjaar te geven en niet later.. Tot nu toe staat dat nog steeds zo in de leerplannen, dus de leerkrachten moeten zich daar aan houden. Als een leerling helemaal niet bereikt wat er verwacht wordt, is er volgens mij geen andere mogelijkheid dan hem in het eerste leerjaar te houden en ervoor te zorgen dat hij de leerstof nog eens krijgt en op die manier wel vertrouwd geraakt met die oefeningen!