PDA

Bekijk de volledige versie : Het nut van het noodlot


Barst
16th March 2011, 16:37
Het nut van het noodlot


Stel dat een aardbeving als die in Japan hier zou toeslaan, zouden wij westerlingen dan even kalm reageren als de Japanse bevolking op dit moment lijkt te doen? VINCENT CAUDRON denkt het niet.


Op zondag 1 november van het jaar 1755 zagen biddende gelovigen in de kathedraal van Lissabon plotseling de prachtige kroonluchters boven hen vervaarlijk heen en weer slingeren. Enkele ogenblikken later zou de kathedraal, net zoals alle andere kerken in Lissabon, met de grond gelijk gemaakt worden door een tweede, alles verwoestende aardbeving. Er volgde nog een derde schok, waarna de overlevende Lissabonners in paniek de straat op vluchtten en tot hun grote verbazing zagen dat het water zich terugtrok uit de monding van de Taag. Niet veel later werd de stad overspoeld door een aantal vloedgolven waarvan de hoogste naar schatting dertig meter hoog was. Wat er nog overbleef van het oude Lissabon werd tot slot vernield door een laaiende vuurzee die verschillende dagen lang de ruïnes van de stad herschiep in een inferno van bijbelse omvang. 100.000 mensen verloren het leven, en 85procent van de stad werd volledig verwoest. Seismologen schatten dat deze aardbeving vandaag een dikke negen zou scoren op onze schaal van Richter.


De best mogelijke wereld

De aardbeving stuurde letterlijk en figuurlijk een schokgolf door het avondland. Hadden filosofen immers niet met klem verdedigd dat de schepper van het universum een algoede en almachtige God was? De briljante Duitse filosoof Leibniz had zich uitgeput in een ingewikkeld traktaat – de zogenaamde Théodicée – om het bestaan van een algoede God te verenigen met de ellende en droefenis die de mens teisteren. Zijn argument dat het kwaad geen werkelijkheidswaarde heeft en dat de wereld ‘de best mogelijke wereld is', kon bij een Lissabonner die net de wereld had zien vergaan echter op weinig bijval rekenen. Men reageerde vol onbegrip, en het traditionele geloof in een goede en almachtige God kreeg een enorme deuk. Het verklaringsprincipe dat men hanteerde om de werkelijkheid inzichtelijk te maken en te beheersen had gefaald.

De apocalyptische taferelen die ons bereiken uit het noordoosten van Japan zullen waarschijnlijk wel gelijkenissen vertonen met de aanblik van Lissabon op Allerheiligen 1755, maar de ontreddering en paniek die zich meester maakten van de inwoners van Lissabon zouden ongetwijfeld schril afsteken tegen de sereniteit en gelatenheid waarmee de Japanners hun leed lijken te dragen. Er is in Japan amper sprake van paniek of boosheid, en hoewel het menselijke leed ongetwijfeld diepe wonden zal nalaten, spreekt de ingetogenheid van het Japanse volk zodanig tot de verbeelding dat Japanologen van onder het stof worden gehaald om de Japanse volksaard nader toe te lichten. Japanners, zo leren we, zouden van kindsbeen af leren om geen emoties te tonen, en zouden bovendien behept zijn met een sterk groepsgevoel dat hen toelaat om in elke situatie het belang van de groep boven het eigenbelang te plaatsen. Wat de beheersing van de Japanners ons echter bovenal openbaart is dat de ‘Japanse inborst' ruimte heeft ingebouwd voor het noodlot, een concept dat we in het Westen al lang uit het oog zijn oog verloren.

De verwezenlijkingen van de moderne wetenschap en het daaruit voortvloeiende vooruitgangsoptimisme hebben de westerling een rad voor de ogen gedraaid. We zijn vergeten dat we de wereld niet volledig naar onze hand kunnen zetten, en dat sommige zaken zich met gemak onttrekken aan de klauwen van onze rationaliteit en beheersingsdrang. Ooit noemden we dit het noodlot: een gebeurtenis die zich noodzakelijk voordoet en die het leven van de mens grondig beïnvloedt zonder dat die er controle over heeft. De verzameling van de noodlottige gebeurtenissen mag dan wel flink gekrompen zijn door de vooruitgang van de wetenschap – daar kunnen we enkel blij om zijn –, tegelijkertijd is het zo dat de weinige elementen die nog steeds tot deze verzameling behoren, ons harder dan ooit tevoren kunnen treffen tegen de achtergrond van het even ongefundeerde als absolute vertrouwen dat we koesteren in onze geneeskundigen en ingenieurs. We kunnen niet langer aanvaarden dat kinderen kunnen sterven, dat rivieren kunnen overstromen en dat de aarde soms beeft. De maakbare wereld is niet meer dan een illusie, een droom die een nachtmerrie blijkt te zijn voor hen die brutaal worden wakker geschud. Bijvoorbeeld door een aardbeving.

Onder druk van de geologische loterij waar ze ongewild aan deelnemen hebben Japanners daarentegen wel leren leven met het noodlot. Japanse kinderen groeien op met een gezelschapsspel waarin een soort van God rampen afkondigt over de wereld, afhankelijk van een worp met de dobbelstenen. Een categorie als ‘het lot' laat ons kortom toe om beter om te gaan met gebeurtenissen die zich aan ons opdringen en waartegenover we machteloos staan. Zolang we er in het Westen niet in slagen om onze verloren gevoeligheid voor het onbeheersbare weer aan te scherpen, zullen we er in tegenstelling tot de Japanners nooit in slagen om het onaanvaardbare te aanvaarden, en zullen we net zoals de Lissabonners steeds opnieuw ten prooi vallen aan vlagen van reddeloosheid en angst wanneer het noodlot toeslaat. Dat is ons lot.

Vincent Caudron, filosoof aan de KULeuven


DS, 16-03-2011