PDA

Bekijk de volledige versie : Beroepsgeheim


Barst
10th February 2011, 21:33
Beroepsgeheim


Moet binnenkort iedereen die van seksueel misbruik op de hoogte is daar aangifte van doen? Ja, als het van de nieuwe moraalridders afhangt. De hogepriesters van het heidendom die zich als kerkvorsten gedragen. Beleven we het einde van het biecht- en het beroepsgeheim? Zou kunnen. Leiden meer aangiftes tot minder tuig op straat, tot een veiliger samenleving? Daar geloof ik niets van.


Laten we beginnen met het biechtgeheim, met canon 983 §1 van het kerkelijk wetboek: 'Het biechtgeheim is onschendbaar, daarom is het de biechtvader ten strengste verboden met woorden of op welke andere wijze en om welke reden ook over de boeteling ook maar iets bekend te maken.' De straf voor de overtreder is niet mals: excommunicatie van rechtswege (canon 1388 §1). Binnenkort moet de priester misschien kiezen tussen een burgerlijke straf als hij zwijgt en een kerkelijke als hij spreekt.

Het biechtgeheim hangt samen met de sacramentele biecht. Gewoon een praatje met een priester, op café of in de pastorie, volstaat dus niet. Vandaag wordt er erg weinig gebiecht, en dan nog vooral door oudere dames van wie de zondigheid niet meteen afspat. Al weet je maar nooit. Moordenaressen vermommen zich subtieler dan moordenaars.

Zelf ben ik niet zo'n fan van de biecht. Ik herinner mij een pijnlijk moment in 1971, toen wij in de klas werden uitgenodigd om individueel onze zonden te belijden. Er stonden vier biechtstoelen. We konden kiezen tussen de prefect, de directeur, onze klasleraar en de zogenaamde vreemde biechtvader. Die moesten we hebben. Hij liep godzijdank niet dagelijks op de speelplaats rond. Helaas, hij daagde niet op. De andere drie waren er wel. Toch sloeg ik de biecht over, wat ik ben blijven doen. In plaats van veel te biechten kan ik proberen om weinig te zondigen, dacht ik toen. Ook dat mislukte.

Biechten is zelden het favoriete tijdverdrijf van de grootste criminelen. In Vlaanderen toch. Want over de Siciliaanse maffia spreek ik mij niet uit. En Silvio Berlusconi zie ik ook wel in een biechtstoel verdwijnen, al was het maar om zijn macht te vergroten. Boetvaardigheid kan een uitgekiende strategie zijn. Waarom zouden politieke leiders zich anders uitsloven om voor allerlei fouten uit een ver verleden hun excuses aan te bieden?

En toch. Al komt de biecht in de praktijk weinig voor, ze blijft een fantastische uitvinding. Wie biecht, heeft recht op mentaal asiel. Hoe groot de geleden pijn ook was, hoe goor het verleden, wat iemand biecht gaat nooit naar buiten. Niet soms. Nooit. Tegenover het grote zwijgen staat de opluchting van de bekentenis. En ja, misschien is de biechteling wel een moordenaar. Dan is het aan de priester om hem ervan te overtuigen zichzelf aan te geven. Een kans die niemand krijgt wanneer de biecht niet plaatsvindt. Want laten we niet onnozel doen. Wie zou er in de biechtstoel een misdrijf bekennen als hij niet heel zeker was van geheimhouding? Zonder biechtgeheim geen biecht.

Het beroepsgeheim van artsen, advocaten, therapeuten, priesters of kerkjuristen is minder absoluut dan het biechtgeheim. Maar het is ook ongelooflijk waardevol. Het verdient eerder meer bescherming dan minder. Een slachtoffer kan een vertrouwensarts uitdrukkelijk vragen om met de feiten niet naar de politie te stappen. Een dader probeert vaak om zichzelf via een therapeutische relatie weer op het juiste spoor te krijgen. Zouden al die mensen artsen of psychiaters opzoeken zonder de bescherming van het beroepsgeheim? Welnee. Dan kunnen ze beter meteen oom agent onder de arm nemen. Of naar het parket gaan. Wat ze niet willen.

Wie vandaag pleit voor een ruime aangifteplicht, doet dat onder het mom van bestrijding van seksueel misbruik. Soms met goede bedoelingen. Maar tegelijk maakt hij een keuze voor een maatschappij waarin bestraffing van het misdrijf primeert op de gevoelens van het slachtoffer en de bescherming van de samenleving. Als er geen plaatsen meer zijn waar mentaal asiel wordt verleend, in de biechtstoel of in de consultatiekamer, rest ons slechts de cultuur van het grote zwijgen. Waarin daders in stilte broeden op nieuwe misdrijven. Waarin slachtoffers met niemand kunnen delen wat hun leven heeft getekend. Waarin de oorverdovende stilte niet op rust wijst, maar op verborgen spanningen die plotseling kunnen en zullen ontploffen.

Kiezen wij voor een samenleving die zichzelf bedriegt, het kenmerk bij uitstek van decadentie?

Rik Torfs


DS, 10-02-2011