PDA

Bekijk de volledige versie : Licht gelovig


Barst
16th December 2010, 21:38
Licht gelovig


2010 was niet het jaar van de Kerk. Het verborgene kwam naar boven. Een bisschop verdween in het verborgene.


Niet alleen de Kerk, ook het geloof wankelde. De secularisatie? Ofschoon die buiten Europa minder geldt, en de islam niet blijkt te treffen, gaat zij vaak door als de oorzaak van elke neergang. Niet terecht. Ongeloof als een teken van ontvoogding, dat is te simpel. Montaigne, Erasmus en Pascal waren gelovig, of liever, niet ongelovig. En tegelijk wurgend intelligent.

De neergang van het geloof heeft een andere oorzaak: wij nemen het te ernstig. Het moet koste wat het kost iets geweldigs zijn, iets buitengewoon moois of een monumentale vergissing. Terwijl geloof juist lichtheid vraagt. Het verschilt nauwelijks van andere alledaagse dingen, zoals een makreel verorberen, of een fles wijn soldaat maken.

Lichtheid is niet geliefd. Ze wringt sowieso al een beetje in Vlaanderen. Het volstaat een schilderij van Constant Permeke te bekijken. De klei zinkt je in de schoenen. Maar er is meer: lichtheid heet ondraaglijk te zijn. Met een verwijzing naar Milan Kundera en zijn boek De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Of liever nog naar de gelijknamige film van Philip Kaufmann uit 1988, starring Juliette Binoche.

In het boek verhullen dartele zinnen en springerig korte hoofdstukken hunkering naar waarachtig leven. Diepzinnige lichtheid, die tref je bij Kundera. Daarvan worden wij onrustig. Wij verkiezen tobberigheid, en passieve zinsconstructies vol uitzichtloze hulpwerkwoorden.

Nochtans is geloof niet ernstiger dan de rest van het leven. Hoe kun je trouwens een leven dat door de dood wordt gevolgd geheel en al au sérieux nemen? Niet de dood, maar wat haar verzacht verdient respect. Lichtvoetige aanwezigheid bij een sterfbed. Lichtvoetig: gun de dood niet de zwaarte die ze zich aanmatigt. Aanwezigheid ook, die lichtheid legitimeert.

Laten we ondertussen ophouden met religieuze randverschijnselen al te ernstig te nemen. De paus bijvoorbeeld. Velen maken zich druk over zijn onfeilbaarheid. Is me dat wat. Als die oude man uit Beieren spreekt, horen we de waarheid. En die willen we niet horen. Zeker niet van hem.

Wat een onzin toch. De paus is alleen onfeilbaar wanneer hij ex cathedra over geloof en zeden spreekt. Dat gebeurde maar één keer, door Pius XII, in 1950, bij de afkondiging van het dogma van Maria-Tenhemelopneming. Uit die terughoudendheid blijkt dat de paus zich terdege van zijn feilbaarheid bewust is, al zal hij dat natuurlijk nooit bekennen. Onfeilbaarheid verwierf hij trouwens pas in 1870, toen het Eerste Vaticaans Concilie daarvoor het licht op groen zette, ter compensatie van de pauselijke staten die bij de eenmaking van Italië teloorgingen. Welke andere troost rest iemand die Lazio verloor, welke andere troost dan onfeilbaarheid?

Al die ernst. Het geloof is niet licht genoeg, daarom zijn wij het kwijt. Die gedachte verliet mij niet bij het lezen van Emmaüs, een prachtig boek van Alessandro Baricco - nu nog een film. Een boek over vier nauwelijks volwassen katholieke jongens in een Italiaanse stad. Alle vier zijn ze in de ban van hun mysterieuze, onkerkelijke vriendin Andre. Hun geloof wankelt wat, of wijkt. Er komen drugs aan te pas, of een leeggeschoten revolver. Voorts is er niets aan de hand.

Baricco toont zich een schitterend godgeleerde, ook al is hij eigenlijk filosoof, wanneer hij het over de Emmaüsgangers heeft. Een paar dagen na de dood van Jezus zijn twee mannen op weg naar het stadje Emmaüs, pratend over Golgotha en geruchten aangaande het lege graf. Zij ontmoeten een derde man. De dood van Jezus? Daar weet de vreemdeling niets van af. Later, als hij wil weggaan, vragen de twee gezellen hem om te blijven: het is al laat, het is avond, het gesprek wenkt. Zo geschiedt. Tijdens het eten breekt de vreemdeling het brood en plotseling herkennen de twee anderen in hem de Messias, waarna die verdwijnt.

Wat is de kracht van het verhaal? 'In het begin blijkt Jezus zelf niets te weten van zichzelf en van zijn dood. Daarna weten zij niets van hem en zijn wederopstanding.'

Baricco prijst de onwetendheid. Onwetendheid als een wezenlijk onderdeel van het geloof. Wat een bevrijding. Misschien is het wel op dit punt dat de Kerk zich eeuwenlang vergiste. Het agnosticisme plaatste zij altijd buiten het geloof, terwijl het er onlosmakelijk mee is verbonden.

Niet weten bevrijdt. Redt mysterie. Brengt lichtheid.


DS, 16-12-2010 (Rik Torfs)