Barst
11th November 2010, 14:52
Het recht om te worden vergeten
Europa geeft zijn burgers straks het recht om te worden vergeten. Europees Commissaris Viviane Reding heeft namelijk haar aanzet klaar voor de nieuwe Europese privacywet, en daarin is dit nieuwe recht opgenomen. We zouden dus mogen eisen dat lasterlijke, vervelende of gewoon achterhaalde informatie over onszelf van het internet en uit commerciële databases verdwijnt, en niet voor eeuwig in Google blijft opduiken of aanleiding blijft geven tot spam.
Dat is veelbelovend. Maar ik hoop dat het Europa ernst is om niet alleen een mooi klinkend principe uit te vaardigen, maar het ook om het af te dwingen.
Vaak horen we vertellen - vooral door Amerikaanse bedrijven als Facebook en Google - dat onze Europese visie op privacy achterhaald is. Zij zijn erin geslaagd een mythe te creëren: de mythe dat de nieuwe generatie, de millennials, geen nood meer voelt aan privacy. Jongeren leven hun leven in het publiek op het internet en voelen zich daar goed bij. Wie wél nog zeurt over privacy, bewijst dus vooral dat hij een ouwe zak is.
Precies het omgekeerde is waar. De millennials worden zich ondertussen, veel meer dan hun ouders, bewust van de sporen die ze op het internet achterlaten. Ze weten hoe belangrijk die sporen zijn voor hun carrière en hun relaties. Toegegeven: bij velen onder hen ontstaat dat besef heel plotseling, de dag na het behalen van hun einddiploma, wanneer ze beginnen te solliciteren. Voor sommigen van hen is het op dat moment al te laat: ze hebben, jaren eerder, al jeugdzonden bedreven die in Google opduiken zodra een potentiële werkgever hun naam in het zoekvenster tikt.
Reken maar dat deze jongeren straks het recht zullen opeisen om vergeten te worden. Of vinden wij het rechtvaardig dat deze jongeren vandaag, morgen en over twintig jaar nog steeds de gevolgen moeten dragen van hun onbezonnenheid van vijf jaar geleden - toen veel mensen nog niet beseften dat informatie op het internet nooit meer verdwijnt?
Ik hoop dus dat het Europa ernst is. Want terwijl Reding de laatste hand legde aan haar tekst, hadden haar medewerkers blijkbaar geen tijd om te reageren op de onthutsende revelaties van The Wall Street Journal over Rapleaf, het bedrijf dat Facebook-gegevens koppelt aan 'anonieme' surfgegevens en zo gedetailleerde profielen kan verkopen aan politieke partijen en andere organisaties. Reding vond het niet nodig om duidelijk te verklaren dat Europa niet zal aanvaarden, dat Amerikaanse bedrijven op dergelijke manier omgaan met gegevens van haar burgers.
Bij Amerikaanse commentatoren hoor je tegenwoordig sympathie en zelfs enige jaloezie als ze het hebben over de zorg die Europa heeft voor de privacy van zijn inwoners. Al zijn wij in Europa er vooral voor beducht dat onze gegevens in handen komen van privébedrijven - de tea party-Amerikaan heeft vooral schrik dat 'Washington' in zijn computer zit.
Naar het schijnt gaan Europa en Amerika eerstdaags aan tafel zitten om tot een gemeenschappelijke visie rond privacy te komen. Dat is dringend nodig.
DS, 10-11-2010 (Dominique Minten)
Europa geeft zijn burgers straks het recht om te worden vergeten. Europees Commissaris Viviane Reding heeft namelijk haar aanzet klaar voor de nieuwe Europese privacywet, en daarin is dit nieuwe recht opgenomen. We zouden dus mogen eisen dat lasterlijke, vervelende of gewoon achterhaalde informatie over onszelf van het internet en uit commerciële databases verdwijnt, en niet voor eeuwig in Google blijft opduiken of aanleiding blijft geven tot spam.
Dat is veelbelovend. Maar ik hoop dat het Europa ernst is om niet alleen een mooi klinkend principe uit te vaardigen, maar het ook om het af te dwingen.
Vaak horen we vertellen - vooral door Amerikaanse bedrijven als Facebook en Google - dat onze Europese visie op privacy achterhaald is. Zij zijn erin geslaagd een mythe te creëren: de mythe dat de nieuwe generatie, de millennials, geen nood meer voelt aan privacy. Jongeren leven hun leven in het publiek op het internet en voelen zich daar goed bij. Wie wél nog zeurt over privacy, bewijst dus vooral dat hij een ouwe zak is.
Precies het omgekeerde is waar. De millennials worden zich ondertussen, veel meer dan hun ouders, bewust van de sporen die ze op het internet achterlaten. Ze weten hoe belangrijk die sporen zijn voor hun carrière en hun relaties. Toegegeven: bij velen onder hen ontstaat dat besef heel plotseling, de dag na het behalen van hun einddiploma, wanneer ze beginnen te solliciteren. Voor sommigen van hen is het op dat moment al te laat: ze hebben, jaren eerder, al jeugdzonden bedreven die in Google opduiken zodra een potentiële werkgever hun naam in het zoekvenster tikt.
Reken maar dat deze jongeren straks het recht zullen opeisen om vergeten te worden. Of vinden wij het rechtvaardig dat deze jongeren vandaag, morgen en over twintig jaar nog steeds de gevolgen moeten dragen van hun onbezonnenheid van vijf jaar geleden - toen veel mensen nog niet beseften dat informatie op het internet nooit meer verdwijnt?
Ik hoop dus dat het Europa ernst is. Want terwijl Reding de laatste hand legde aan haar tekst, hadden haar medewerkers blijkbaar geen tijd om te reageren op de onthutsende revelaties van The Wall Street Journal over Rapleaf, het bedrijf dat Facebook-gegevens koppelt aan 'anonieme' surfgegevens en zo gedetailleerde profielen kan verkopen aan politieke partijen en andere organisaties. Reding vond het niet nodig om duidelijk te verklaren dat Europa niet zal aanvaarden, dat Amerikaanse bedrijven op dergelijke manier omgaan met gegevens van haar burgers.
Bij Amerikaanse commentatoren hoor je tegenwoordig sympathie en zelfs enige jaloezie als ze het hebben over de zorg die Europa heeft voor de privacy van zijn inwoners. Al zijn wij in Europa er vooral voor beducht dat onze gegevens in handen komen van privébedrijven - de tea party-Amerikaan heeft vooral schrik dat 'Washington' in zijn computer zit.
Naar het schijnt gaan Europa en Amerika eerstdaags aan tafel zitten om tot een gemeenschappelijke visie rond privacy te komen. Dat is dringend nodig.
DS, 10-11-2010 (Dominique Minten)