Barst
31st October 2010, 18:28
De Coninckplein: 'Het dealen wordt almaar agressiever'
Alle investeringen in architectuur, cultuur, veiligheid en sociaal werk ten spijt, blijft het De Coninckplein een magneet voor alcoholverslaafden, drugsdealers en -gebruikers. 'Het is een catastrofe.'
Er zijn vele redenen om naar het De Coninckplein te gaan in Antwerpen. De Permekebibliotheek in de eerste plaats. Er was controverse toen de stad besliste een oud pand op het beruchtste plein van de stad om te bouwen tot hoofdbibliotheek. De brave burger zou de weg niet vinden naar het plein vol daklozen, louche cafés en drugsdealers, luidde het.
Vijf jaar na opening spreken de bezoekerscijfers die voorspelling tegen. Senioren, scholieren en ouders met kinderen zakken in groten getale af naar het De Coninckplein. Zo zou de bib een hefboom worden om de hele buurt op te tillen.
Dat geloofde ook Daphne Aalders. Haar reden om zich op het plein te vestigen is de concentratie aan exotische voedingswinkels in de buurt. Daphne organiseerde al culinaire wandelingen in de stationswijk, maar de komst van de bib overtuigde haar drie jaar geleden om een permanent 'multiculinair kookatelier', Food for Foodies, te openen.
Nog een jaar later achtte Burhan Tan de tijd rijp om een bakkerij te beginnen op het plein. Met het grote atheneum om de hoek kon hij misschien over de middag belegde broodjes verkopen aan de scholieren. Hij plande al enkele tafeltjes in de bakkerij, zodat klanten ook binnen konden eten.
Ook Bart, een late dertiger die niet met naam in de krant wil, had zijn redenen om naar het De Coninckplein te komen. Hij vond er twaalf jaar geleden een goedkoop pand, investeerde daar al zijn spaargeld in omdat de stad hem had gegarandeerd dat het plein zou worden opgewaardeerd, en hoopte tegen dan een café of een bistro te beginnen. Maar het café is er nooit gekomen en Bart wil zo snel mogelijk weer weg van het plein.
'Moegetergd', zegt hij. 'Hier komen geen normale mensen meer. Alleen junks en dealers die aan de lopende band verkopen, als was het snoep.'
Ook Burhan heeft zijn plannen voor enkele tafeltjes opgeborgen. 'Eerst moeten die mensen weg', zegt hij, terwijl hij naar groepjes mannen in de portieken rond het plein wijst. En Daphne geeft toe dat ze na een jaar er serieus aan dacht de handdoek in de ring te gooien. Nochtans draait haar zaak heel goed. 'Maar als je elke dag geconfronteerd wordt met dronken mensen, die roepen, ruzie maken, hun gevoeg doen op straat of dealen voor je deur, bereikt je tolerantie toch zijn limieten.'
Daphne heeft toch doorgezet en is nu weer blij dat ze uitgerekend hier haar kookatelier heeft. 'Dit blijft de perfecte locatie voor mij. Maar mijn mildheid voor de mensen hier buiten, is fors verminderd.'
Agressieve straatdealers
Vijf jaar na de komst van de Permekebibliotheek is het De Coninckplein niet de 'poort tot het noorden' geworden waarop de stad en de buurtbewoners hadden gehoopt. Dat komt doordat, behalve de bibliotheekbezoeker of de klanten van Daphne en Burhan, ook nog altijd mensen als Abbe Med reden hebben om naar het De Coninckplein te komen. 'Omdat ik alleen woon', lalt de man om elf uur 's ochtends. 'Thuis word ik gek, ik wil mensen zien.' De Mauritaniër doet zich tegoed aan een fles goedkope wijn en kan nauwelijks op zijn benen staan. Hij toont me zijn Belgisch paspoort. Vertelt dat hij het statuut van politiek vluchteling kreeg. Dat hij zich liet naturaliseren. Dat hij werk had in Brussel. Waarom hij dan toch hier op het plein eindigde, vraag ik. 'Tien jaar zonder familie, vrouw of kinderen. Daar wordt een mens gek van.'
Het De Coninckplein is van oudsher een trekpleister voor drugsgebruikers, alcoholverslaafden en daklozen, en dat is er ondanks alle investeringen in de opwaardering van het plein niet op veranderd. Tegen de vroege namiddag zwijmelen een paar tientallen dronken mannen en vrouwen, van alle leeftijden en herkomsten, over het plein, met flessen sterkedrank en vooral veel goedkope Cara-pils in de hand. Voor veel omwonenden zijn ze een bron van mateloze ergernis, voor anderen maken ze deel uit van het kleurrijk decor, voor een enkeling zijn ze een bron van medelijden.
Als het duister valt, trekken deze 'pleinbewoners' weer weg, op zoek naar een bed voor de nacht. Dan wordt de hardnekkigste reden om naar het De Coninckplein te komen zichtbaar: drugs. Als de schemering valt, verzamelen zich aan de gevels en in de portieken groepjes jongemannen om te dealen. Wanneer je hen op een woensdagavond, net na het sluiten van de bib, voorbijwandelt, krijg je het allemaal aangeboden: van marihuana tot harddrugs. 'Het is een catastrofe', zegt Christophe Verbruggen. De jurist vestigde zich in 2000 om de hoek van het De Coninckplein. 'Je bent positief ingesteld. Je gelooft in multicultureel samenleven', vertelt hij. 'Maar dan begin je de overlast te zien. Je leert de gebruikers kennen, maar begint ook het dealen te herkennen. Dan begin je te klagen, je stapt naar de politie, je verenigt je met buren en klopt aan bij de politiek. Er wordt geluisterd. Je merkt dat de stad doet wat binnen haar mogelijkheden ligt. Maar uiteindelijk kun je alleen vaststellen dat het dealen alsmaar erger en agressiever wordt.'
Christophe kan haarscherp beschrijven hoe de handel in zijn werk gaat. De eigenlijke dealers houden zich op afstand, maar zetten drugsrunners in. 'Zij zoeken de klant, en hebben maximaal één dosis bij. Als de politie hen oppakt, is het zogezegd voor eigen gebruik. Veel runners zijn zelf verslaafd. Hun vergoeding krijgen ze in drugs uitbetaald. Die hang naar drugs is hun drive om heel agressief te dealen. Een toevallige passant wuift dat weg, maar als je er dagelijks voorbij moet, wordt het onverdraaglijk.' Bovendien, weet Christophe, hebben de meeste dealers geen papieren (zie ook kader). 'Als ze worden opgepakt, krijgen ze van de Dienst Vreemdelingenzaken hooguit een geschreven bevel om het land te verlaten, omdat de gesloten centra zogezegd vol zitten. Waardoor die mannen hier binnen de kortste keren opnieuw staan en hardnekkig recidiveren.' Hij wijst naar buiten. Het regent pijpenstelen. 'Wat staan die gasten daar te doen? Hier zijn drie scholen en een openbare bibliotheek in de onmiddellijke buurt. De enige oplossing voor die illegale drugsdealers is ze oppakken, opsluiten in een gesloten instelling en effectief uitwijzen.'
Angst en stadsvlucht
Volgens Christophe is het dealen op het De Coninckplein toegenomen, anderen hebben de indruk dat het door regelmatiger politiecontroles net gedaald is. Maar als de handel op het plein gedaald is, is het alleen omdat hij is opgeschoven naar enkele straten verderop, in de kleurrijke handelsbuurt van de Seefhoek, daar is iedereen het over eens. 'Ze stonden hier gewoon van 's ochtends aan te schuiven om hun spul te kopen en spoten op straat de heroïne in de aders', vertelt een jonge vrouw die een petitie startte tegen de overlast in de Maaldersstraat. Ook zij wil niet met naam in de krant. 'Ik moet elke dag voorbij die kerels wandelen.' De petitie had wel effect. De burgemeester belde de vrouw en de politie voerde actie. Het gevolg: de problemen situeren zich nu rond de Gasstraat. 'Elke dag, van 's ochtends tot 's avonds, staan ze voor mijn deur te dealen', vertelt Abdellah R., een oudere Marokkaanse man die op zijn beurt een petitie startte tegen de overlast. Twee broers die een groentezaak uitbaten, klagen steen en been. 'De klanten blijven weg. Die vrouwen zijn bang om hier te komen als het vol loopt met junks en dealers.' Zelf wonen ze niet in de Seefhoek. 'We kunnen hier 's avonds gelukkig weg, maar de appartementen hierboven zijn in waarde aan het dalen.'
Maar opnieuw, geen namen. 'Zal jouw krant een nieuwe vitrine betalen als ze er een steen in gooien?' Rita Dewitte is niet bang om haar naam te noemen. Zij baat een krantenwinkel uit in de Handelsstraat. 'Het is nooit zo erg geweest. Wie kan, verhuist, en het zijn allang niet meer de Belgen alleen die wegtrekken. Turken en Marokkanen die goed ingeburgerd zijn, klagen even hard en zoeken een betere wijk. Het probleem is dat die vrijgekomen huizen worden ingenomen door nieuwkomers, en dat de hele miserie herbegint.'
'Ik geef het op, ik sluit mijn zaak', zegt een handelaar in noten en droge vruchten. 'Soms staan hier twintig dealers. Als de politie komt, stoppen ze hun spul snel weg. Als de combi voorbij is, doen ze weer verder.'
'Ga mee naar buiten', zegt hij. Er valt inderdaad niet naast te kijken. Het is woensdagnamiddag. Op klaarlichte dag zie je schaamteloos dealen. 'Dat is de kaïd', zegt de notenhandelaar, en hij wijst naar een goed geklede veertiger die een koffiehuis binnenstapt. 'De meeste dealers zijn Marokkanen die door de crisis van Spanje of Italië naar hier zijn gekomen.'
Laveloze daklozen
'Die dealers moeten naar de gevangenis', zegt bakker Burhan. 'Maar de gebruikers horen thuis in het ziekenhuis. Dat zijn zieke mensen, zij moeten worden geholpen.'
Burhan wijst op een belangrijk onderscheid. De dealers en de zogenaamde pleinbewoners zijn twee verschillende groepen. Hun werelden raken elkaar - waar gebruikers zijn, komen kopers, en omgekeerd - maar vallen niet samen. Ook letterlijk niet. De dealers plakken vanaf de avond tegen de gevels, de gebruikers en alcoholisten hangen overdag op het plein rond. 'Het plein is verslavend', zegt Patrick (41), wanneer ik hem vraag wat het De Coninckpleintje zo aantrekkelijk maakt. 'Alleen hier ken ik mensen. Het zijn niet mijn vrienden, maar ik weet tenminste wat ik aan hen heb.' Bovendien, vertelt hij, is de opvang hier goed. 'Je raakt hier aan gratis eten en het daklozencentrum is vlakbij. We worden langs alle kanten geholpen.'
Patrick ziet er niet uit als een pleinbewoner. Hij oogt gezond en is net gekleed. Bovendien is hij nuchter en kan hij helder vertellen wat hem in de goot deed belanden. 'Ik had alles: een huis, werk als loodgieter, een vriendin. Ik heb wel altijd stevig gedronken. Toen mijn lief zwanger bleek te zijn, ben ik van Amsterdam naar Antwerpen verhuisd om bij haar te wonen.' Maar de relatie liep op de klippen, Patrick trok het huis uit, ontdekte het De Coninckplein en leefde op den duur op het plein. 'Tot de ambulanciers mij midden in de winter laveloos van de tramsporen plukten.' Patrick volgde een ontwenningskuur, leerde een nieuwe vrouw kennen, raakte van de straat, tot zijn relatie opnieuw stukliep. En hij opnieuw naar de drank en het De Coninckplein vluchtte. 'Maar nu heb ik het licht gezien', bezweert hij me. Patrick blijkt net ontslagen te zijn uit het ziekenhuis. 'Geen alcohol meer voor mij.' Waarom komt hij dan naar het plein terug, vraag ik Patrick. 'Als therapie. Zoals die mensen wil ik nooit meer zijn.'
Geen alternatief
Ze zeggen bijna allemaal dat ze hier weg willen, maar het zijn uitzonderingen die erin slagen, zegt sociaal werkster Pia Claessens van de Free Clinic. Haar taak bestaat erin om met de pleinbewoners een bezigheid te zoeken om de lethargie van het nietsdoen te doorbreken. Eenvoudige dingen, zoals een namiddag koken, het plein opruimen of, voor de meer gemotiveerden, meedoen aan een theaterproject of het Wereldkampioenschap voetbal voor Daklozen. 'In de hoop dat ze op die manier de weg naar hulp vinden.'
De stad pakt de pleinbewoners repressiever aan, met boetes voor overlast en een heus samenscholingsverbod. Maar het effect van beide benaderingen is amper voelbaar op het terrein.
Wat te doen met deze mensen met hun al bij al treurige levens, is een complexer probleem dan de vraag wat er met de dealers moet gebeuren. Over drugshandelaars zijn alle buurtbewoners het eens: zij moeten verdwijnen. Maar over de pleinbewoners lopen de meningen uiteen. Voor Wiske, die al dertig jaar het volkscafé Non Stop uitbaat, horen ze bij het decor. 'Ik heb er geen last van. Als ze me komen irriteren, zet ik ze buiten. 'Waarna ze de daad bij het woord voegt en een zwijmelende jongeman die om sigaretten bedelt aan de deur zet. 'Zij zijn koning, maar ik ben de keizerin.'
Maar mensen als Daphne en Burhan, of Rob, die een B&B runt bij het plein, zien de concentratie pleinbewoners liefst fors verminderen. 'Niemand zal hier een bistro met terras beginnen als je klanten om de haverklap om een sigaret gevraagd worden door een dakloze die amper op zijn benen kan staan en ruikt naar drank of urine.'
Pia zoekt naar een moeilijk evenwicht tussen de uiteenlopende verwachtingen. 'Die pleinbewoners zullen echt niet in rook opgaan. En louter repressie werkt niet.' Free Clinic beschouwt de concentratie op het plein overigens niet als een probleem op zich, zegt Pia. 'Problematisch is wel het gebrek aan een alternatief. Een inloopcentrum, bijvoorbeeld, waar ze ook overdag terechtkunnen.'
Kwetsbaar elan
Het zou de inspanningen van veel mensen onrecht aandoen om te besluiten dat er de voorbije jaren niets is veranderd op het De Coninckplein. De stad heeft een hele reeks krotten gesloopt en bouwt er nu appartementen met handelsruimten. Er vindt om de maand een boekenmarkt plaats en culturele evenementen als 'Muziek op het Plein' en de 'Pianomarathon' trekken enorm veel volk.
Nieuw is ook dat het discours over de problemen niet langer gekaapt wordt door extreemrechts. Er is een jonge generatie geëngageerde bewoners opgestaan die het multiculturele karakter van de wijk omarmt, maar tegelijk niet te beroerd is om politie en politiek blijvend te bestoken met hun klachten over overlast. 'We zijn het politiek correcte denken voorbij', zeggen Rob van der Woude en Kristin Lenaers. 'Vandaag kun je problemen aankaarten zonder meteen als verzuurd of als racist te worden gecatalogeerd.' Rob woont al sinds halverwege de jaren tachtig bij het De Coninckplein, doorstond de grauwste jaren van de buurt en heeft sinds een jaar een B&B om de hoek. 'De komst van de bib was een godsgeschenk', zegt hij. Kristin runt de website NoordLink, een soort virtueel ontmoetingspunt voor de wijk. 'We willen het eenzijdig negatieve imago van de wijk doorbreken, zonder blind te zijn voor de pijnpunten. Realistisch, maar ook met hoop, en met trots op de wijk.'
Nog een verschil met vroeger. Weinigen miskennen nog de inspanningen van de stad. Ook de meest pessimistische stem die we spraken, Charles Van Dijck, die moegestreden is na twintig jaar ijveren voor een leefbaarder wijk, erkent dat het gemeentebestuur luistert en maatregelen neemt. Wiske van café Non Stop windt er zich zelfs over op dat haar plein alleen bij slecht nieuws in de krant komt. 'Waar zijn de journalisten als we “Muziek op het plein, organiseren?'
Bij deze: er zijn vele goede redenen om naar het De Coninckplein te gaan, naast de bib, het kookatelier van Daphne of het brood van Burhan. Volgende zondag vindt er bijvoorbeeld een cultureel festival plaats, 'Cult 2060'. Vanaf december zullen de creatievelingen Jo Adriaens en Stijn Wens, die hun galerie op het De Coninckplein hebben, veertig ballonnen boven het plein laten zweven, elk versierd door een kunstenaar. 'Geen straat in Antwerpen zal met eindejaar zo mooi verlicht zijn als het De Coninckplein', maken ze zich sterk. En sinds de zomer opent elke donderdagavond het formidabel jazzcafé Kiebooms de deuren op het plein.
Back to the fifties
Vic Mees ontdekte deze parel: een perfect bewaarde dancing in jaren-vijftigarchitectuur, uit de gouden tijd van het De Coninckplein, toen mensen hier nog in pak uitgingen. Na vele jaren leegstand danst er op donderdagavond weer hip, jong volk op de opzwepende tonen van Radio Muzak. Dit is een café met een enorm potentieel, dat veel nostalgie opwekt bij de oudere bewoners van de wijk, en tegelijk de jeugd aantrekt, beseft Vic Mees. 'Mensen zitten hier op zo'n café te wachten', zegt hij. Toch heeft hij lang getwijfeld om te openen, en voorlopig gebeurt dat alleen op donderdag of op afspraak. Net omdat zo'n initiatief op dit plein heel kwetsbaar blijft. Vic geeft een voorbeeld: 'Toen ik opende, plaatsten de pleinbewoners blikjes voor de gevel en sommigen plasten er zelfs tegen, als wilden ze hun territorium afbakenen. Achter de deur mag ik doen wat ik wil, maar daarbuiten is het hun terrein.'
En daarbuiten stokt de herwaardering van het De Coninckplein. Spijts alle investeringen in sociaal werk en architectuur, zal niemand geneigd zijn een bloemenwinkel of bistro te openen, of zelfs een appartement te kopen op het De Coninckplein, zolang de openbare ruimte overheerst wordt door verslaafden en dealers. 'Men heeft het plein willen aanpakken', zegt bakker Burhan, 'maar het zijn de mensen die men moet aanpakken.'
DS, 30-10-2010 (Lieven Sioen)
Alle investeringen in architectuur, cultuur, veiligheid en sociaal werk ten spijt, blijft het De Coninckplein een magneet voor alcoholverslaafden, drugsdealers en -gebruikers. 'Het is een catastrofe.'
Er zijn vele redenen om naar het De Coninckplein te gaan in Antwerpen. De Permekebibliotheek in de eerste plaats. Er was controverse toen de stad besliste een oud pand op het beruchtste plein van de stad om te bouwen tot hoofdbibliotheek. De brave burger zou de weg niet vinden naar het plein vol daklozen, louche cafés en drugsdealers, luidde het.
Vijf jaar na opening spreken de bezoekerscijfers die voorspelling tegen. Senioren, scholieren en ouders met kinderen zakken in groten getale af naar het De Coninckplein. Zo zou de bib een hefboom worden om de hele buurt op te tillen.
Dat geloofde ook Daphne Aalders. Haar reden om zich op het plein te vestigen is de concentratie aan exotische voedingswinkels in de buurt. Daphne organiseerde al culinaire wandelingen in de stationswijk, maar de komst van de bib overtuigde haar drie jaar geleden om een permanent 'multiculinair kookatelier', Food for Foodies, te openen.
Nog een jaar later achtte Burhan Tan de tijd rijp om een bakkerij te beginnen op het plein. Met het grote atheneum om de hoek kon hij misschien over de middag belegde broodjes verkopen aan de scholieren. Hij plande al enkele tafeltjes in de bakkerij, zodat klanten ook binnen konden eten.
Ook Bart, een late dertiger die niet met naam in de krant wil, had zijn redenen om naar het De Coninckplein te komen. Hij vond er twaalf jaar geleden een goedkoop pand, investeerde daar al zijn spaargeld in omdat de stad hem had gegarandeerd dat het plein zou worden opgewaardeerd, en hoopte tegen dan een café of een bistro te beginnen. Maar het café is er nooit gekomen en Bart wil zo snel mogelijk weer weg van het plein.
'Moegetergd', zegt hij. 'Hier komen geen normale mensen meer. Alleen junks en dealers die aan de lopende band verkopen, als was het snoep.'
Ook Burhan heeft zijn plannen voor enkele tafeltjes opgeborgen. 'Eerst moeten die mensen weg', zegt hij, terwijl hij naar groepjes mannen in de portieken rond het plein wijst. En Daphne geeft toe dat ze na een jaar er serieus aan dacht de handdoek in de ring te gooien. Nochtans draait haar zaak heel goed. 'Maar als je elke dag geconfronteerd wordt met dronken mensen, die roepen, ruzie maken, hun gevoeg doen op straat of dealen voor je deur, bereikt je tolerantie toch zijn limieten.'
Daphne heeft toch doorgezet en is nu weer blij dat ze uitgerekend hier haar kookatelier heeft. 'Dit blijft de perfecte locatie voor mij. Maar mijn mildheid voor de mensen hier buiten, is fors verminderd.'
Agressieve straatdealers
Vijf jaar na de komst van de Permekebibliotheek is het De Coninckplein niet de 'poort tot het noorden' geworden waarop de stad en de buurtbewoners hadden gehoopt. Dat komt doordat, behalve de bibliotheekbezoeker of de klanten van Daphne en Burhan, ook nog altijd mensen als Abbe Med reden hebben om naar het De Coninckplein te komen. 'Omdat ik alleen woon', lalt de man om elf uur 's ochtends. 'Thuis word ik gek, ik wil mensen zien.' De Mauritaniër doet zich tegoed aan een fles goedkope wijn en kan nauwelijks op zijn benen staan. Hij toont me zijn Belgisch paspoort. Vertelt dat hij het statuut van politiek vluchteling kreeg. Dat hij zich liet naturaliseren. Dat hij werk had in Brussel. Waarom hij dan toch hier op het plein eindigde, vraag ik. 'Tien jaar zonder familie, vrouw of kinderen. Daar wordt een mens gek van.'
Het De Coninckplein is van oudsher een trekpleister voor drugsgebruikers, alcoholverslaafden en daklozen, en dat is er ondanks alle investeringen in de opwaardering van het plein niet op veranderd. Tegen de vroege namiddag zwijmelen een paar tientallen dronken mannen en vrouwen, van alle leeftijden en herkomsten, over het plein, met flessen sterkedrank en vooral veel goedkope Cara-pils in de hand. Voor veel omwonenden zijn ze een bron van mateloze ergernis, voor anderen maken ze deel uit van het kleurrijk decor, voor een enkeling zijn ze een bron van medelijden.
Als het duister valt, trekken deze 'pleinbewoners' weer weg, op zoek naar een bed voor de nacht. Dan wordt de hardnekkigste reden om naar het De Coninckplein te komen zichtbaar: drugs. Als de schemering valt, verzamelen zich aan de gevels en in de portieken groepjes jongemannen om te dealen. Wanneer je hen op een woensdagavond, net na het sluiten van de bib, voorbijwandelt, krijg je het allemaal aangeboden: van marihuana tot harddrugs. 'Het is een catastrofe', zegt Christophe Verbruggen. De jurist vestigde zich in 2000 om de hoek van het De Coninckplein. 'Je bent positief ingesteld. Je gelooft in multicultureel samenleven', vertelt hij. 'Maar dan begin je de overlast te zien. Je leert de gebruikers kennen, maar begint ook het dealen te herkennen. Dan begin je te klagen, je stapt naar de politie, je verenigt je met buren en klopt aan bij de politiek. Er wordt geluisterd. Je merkt dat de stad doet wat binnen haar mogelijkheden ligt. Maar uiteindelijk kun je alleen vaststellen dat het dealen alsmaar erger en agressiever wordt.'
Christophe kan haarscherp beschrijven hoe de handel in zijn werk gaat. De eigenlijke dealers houden zich op afstand, maar zetten drugsrunners in. 'Zij zoeken de klant, en hebben maximaal één dosis bij. Als de politie hen oppakt, is het zogezegd voor eigen gebruik. Veel runners zijn zelf verslaafd. Hun vergoeding krijgen ze in drugs uitbetaald. Die hang naar drugs is hun drive om heel agressief te dealen. Een toevallige passant wuift dat weg, maar als je er dagelijks voorbij moet, wordt het onverdraaglijk.' Bovendien, weet Christophe, hebben de meeste dealers geen papieren (zie ook kader). 'Als ze worden opgepakt, krijgen ze van de Dienst Vreemdelingenzaken hooguit een geschreven bevel om het land te verlaten, omdat de gesloten centra zogezegd vol zitten. Waardoor die mannen hier binnen de kortste keren opnieuw staan en hardnekkig recidiveren.' Hij wijst naar buiten. Het regent pijpenstelen. 'Wat staan die gasten daar te doen? Hier zijn drie scholen en een openbare bibliotheek in de onmiddellijke buurt. De enige oplossing voor die illegale drugsdealers is ze oppakken, opsluiten in een gesloten instelling en effectief uitwijzen.'
Angst en stadsvlucht
Volgens Christophe is het dealen op het De Coninckplein toegenomen, anderen hebben de indruk dat het door regelmatiger politiecontroles net gedaald is. Maar als de handel op het plein gedaald is, is het alleen omdat hij is opgeschoven naar enkele straten verderop, in de kleurrijke handelsbuurt van de Seefhoek, daar is iedereen het over eens. 'Ze stonden hier gewoon van 's ochtends aan te schuiven om hun spul te kopen en spoten op straat de heroïne in de aders', vertelt een jonge vrouw die een petitie startte tegen de overlast in de Maaldersstraat. Ook zij wil niet met naam in de krant. 'Ik moet elke dag voorbij die kerels wandelen.' De petitie had wel effect. De burgemeester belde de vrouw en de politie voerde actie. Het gevolg: de problemen situeren zich nu rond de Gasstraat. 'Elke dag, van 's ochtends tot 's avonds, staan ze voor mijn deur te dealen', vertelt Abdellah R., een oudere Marokkaanse man die op zijn beurt een petitie startte tegen de overlast. Twee broers die een groentezaak uitbaten, klagen steen en been. 'De klanten blijven weg. Die vrouwen zijn bang om hier te komen als het vol loopt met junks en dealers.' Zelf wonen ze niet in de Seefhoek. 'We kunnen hier 's avonds gelukkig weg, maar de appartementen hierboven zijn in waarde aan het dalen.'
Maar opnieuw, geen namen. 'Zal jouw krant een nieuwe vitrine betalen als ze er een steen in gooien?' Rita Dewitte is niet bang om haar naam te noemen. Zij baat een krantenwinkel uit in de Handelsstraat. 'Het is nooit zo erg geweest. Wie kan, verhuist, en het zijn allang niet meer de Belgen alleen die wegtrekken. Turken en Marokkanen die goed ingeburgerd zijn, klagen even hard en zoeken een betere wijk. Het probleem is dat die vrijgekomen huizen worden ingenomen door nieuwkomers, en dat de hele miserie herbegint.'
'Ik geef het op, ik sluit mijn zaak', zegt een handelaar in noten en droge vruchten. 'Soms staan hier twintig dealers. Als de politie komt, stoppen ze hun spul snel weg. Als de combi voorbij is, doen ze weer verder.'
'Ga mee naar buiten', zegt hij. Er valt inderdaad niet naast te kijken. Het is woensdagnamiddag. Op klaarlichte dag zie je schaamteloos dealen. 'Dat is de kaïd', zegt de notenhandelaar, en hij wijst naar een goed geklede veertiger die een koffiehuis binnenstapt. 'De meeste dealers zijn Marokkanen die door de crisis van Spanje of Italië naar hier zijn gekomen.'
Laveloze daklozen
'Die dealers moeten naar de gevangenis', zegt bakker Burhan. 'Maar de gebruikers horen thuis in het ziekenhuis. Dat zijn zieke mensen, zij moeten worden geholpen.'
Burhan wijst op een belangrijk onderscheid. De dealers en de zogenaamde pleinbewoners zijn twee verschillende groepen. Hun werelden raken elkaar - waar gebruikers zijn, komen kopers, en omgekeerd - maar vallen niet samen. Ook letterlijk niet. De dealers plakken vanaf de avond tegen de gevels, de gebruikers en alcoholisten hangen overdag op het plein rond. 'Het plein is verslavend', zegt Patrick (41), wanneer ik hem vraag wat het De Coninckpleintje zo aantrekkelijk maakt. 'Alleen hier ken ik mensen. Het zijn niet mijn vrienden, maar ik weet tenminste wat ik aan hen heb.' Bovendien, vertelt hij, is de opvang hier goed. 'Je raakt hier aan gratis eten en het daklozencentrum is vlakbij. We worden langs alle kanten geholpen.'
Patrick ziet er niet uit als een pleinbewoner. Hij oogt gezond en is net gekleed. Bovendien is hij nuchter en kan hij helder vertellen wat hem in de goot deed belanden. 'Ik had alles: een huis, werk als loodgieter, een vriendin. Ik heb wel altijd stevig gedronken. Toen mijn lief zwanger bleek te zijn, ben ik van Amsterdam naar Antwerpen verhuisd om bij haar te wonen.' Maar de relatie liep op de klippen, Patrick trok het huis uit, ontdekte het De Coninckplein en leefde op den duur op het plein. 'Tot de ambulanciers mij midden in de winter laveloos van de tramsporen plukten.' Patrick volgde een ontwenningskuur, leerde een nieuwe vrouw kennen, raakte van de straat, tot zijn relatie opnieuw stukliep. En hij opnieuw naar de drank en het De Coninckplein vluchtte. 'Maar nu heb ik het licht gezien', bezweert hij me. Patrick blijkt net ontslagen te zijn uit het ziekenhuis. 'Geen alcohol meer voor mij.' Waarom komt hij dan naar het plein terug, vraag ik Patrick. 'Als therapie. Zoals die mensen wil ik nooit meer zijn.'
Geen alternatief
Ze zeggen bijna allemaal dat ze hier weg willen, maar het zijn uitzonderingen die erin slagen, zegt sociaal werkster Pia Claessens van de Free Clinic. Haar taak bestaat erin om met de pleinbewoners een bezigheid te zoeken om de lethargie van het nietsdoen te doorbreken. Eenvoudige dingen, zoals een namiddag koken, het plein opruimen of, voor de meer gemotiveerden, meedoen aan een theaterproject of het Wereldkampioenschap voetbal voor Daklozen. 'In de hoop dat ze op die manier de weg naar hulp vinden.'
De stad pakt de pleinbewoners repressiever aan, met boetes voor overlast en een heus samenscholingsverbod. Maar het effect van beide benaderingen is amper voelbaar op het terrein.
Wat te doen met deze mensen met hun al bij al treurige levens, is een complexer probleem dan de vraag wat er met de dealers moet gebeuren. Over drugshandelaars zijn alle buurtbewoners het eens: zij moeten verdwijnen. Maar over de pleinbewoners lopen de meningen uiteen. Voor Wiske, die al dertig jaar het volkscafé Non Stop uitbaat, horen ze bij het decor. 'Ik heb er geen last van. Als ze me komen irriteren, zet ik ze buiten. 'Waarna ze de daad bij het woord voegt en een zwijmelende jongeman die om sigaretten bedelt aan de deur zet. 'Zij zijn koning, maar ik ben de keizerin.'
Maar mensen als Daphne en Burhan, of Rob, die een B&B runt bij het plein, zien de concentratie pleinbewoners liefst fors verminderen. 'Niemand zal hier een bistro met terras beginnen als je klanten om de haverklap om een sigaret gevraagd worden door een dakloze die amper op zijn benen kan staan en ruikt naar drank of urine.'
Pia zoekt naar een moeilijk evenwicht tussen de uiteenlopende verwachtingen. 'Die pleinbewoners zullen echt niet in rook opgaan. En louter repressie werkt niet.' Free Clinic beschouwt de concentratie op het plein overigens niet als een probleem op zich, zegt Pia. 'Problematisch is wel het gebrek aan een alternatief. Een inloopcentrum, bijvoorbeeld, waar ze ook overdag terechtkunnen.'
Kwetsbaar elan
Het zou de inspanningen van veel mensen onrecht aandoen om te besluiten dat er de voorbije jaren niets is veranderd op het De Coninckplein. De stad heeft een hele reeks krotten gesloopt en bouwt er nu appartementen met handelsruimten. Er vindt om de maand een boekenmarkt plaats en culturele evenementen als 'Muziek op het Plein' en de 'Pianomarathon' trekken enorm veel volk.
Nieuw is ook dat het discours over de problemen niet langer gekaapt wordt door extreemrechts. Er is een jonge generatie geëngageerde bewoners opgestaan die het multiculturele karakter van de wijk omarmt, maar tegelijk niet te beroerd is om politie en politiek blijvend te bestoken met hun klachten over overlast. 'We zijn het politiek correcte denken voorbij', zeggen Rob van der Woude en Kristin Lenaers. 'Vandaag kun je problemen aankaarten zonder meteen als verzuurd of als racist te worden gecatalogeerd.' Rob woont al sinds halverwege de jaren tachtig bij het De Coninckplein, doorstond de grauwste jaren van de buurt en heeft sinds een jaar een B&B om de hoek. 'De komst van de bib was een godsgeschenk', zegt hij. Kristin runt de website NoordLink, een soort virtueel ontmoetingspunt voor de wijk. 'We willen het eenzijdig negatieve imago van de wijk doorbreken, zonder blind te zijn voor de pijnpunten. Realistisch, maar ook met hoop, en met trots op de wijk.'
Nog een verschil met vroeger. Weinigen miskennen nog de inspanningen van de stad. Ook de meest pessimistische stem die we spraken, Charles Van Dijck, die moegestreden is na twintig jaar ijveren voor een leefbaarder wijk, erkent dat het gemeentebestuur luistert en maatregelen neemt. Wiske van café Non Stop windt er zich zelfs over op dat haar plein alleen bij slecht nieuws in de krant komt. 'Waar zijn de journalisten als we “Muziek op het plein, organiseren?'
Bij deze: er zijn vele goede redenen om naar het De Coninckplein te gaan, naast de bib, het kookatelier van Daphne of het brood van Burhan. Volgende zondag vindt er bijvoorbeeld een cultureel festival plaats, 'Cult 2060'. Vanaf december zullen de creatievelingen Jo Adriaens en Stijn Wens, die hun galerie op het De Coninckplein hebben, veertig ballonnen boven het plein laten zweven, elk versierd door een kunstenaar. 'Geen straat in Antwerpen zal met eindejaar zo mooi verlicht zijn als het De Coninckplein', maken ze zich sterk. En sinds de zomer opent elke donderdagavond het formidabel jazzcafé Kiebooms de deuren op het plein.
Back to the fifties
Vic Mees ontdekte deze parel: een perfect bewaarde dancing in jaren-vijftigarchitectuur, uit de gouden tijd van het De Coninckplein, toen mensen hier nog in pak uitgingen. Na vele jaren leegstand danst er op donderdagavond weer hip, jong volk op de opzwepende tonen van Radio Muzak. Dit is een café met een enorm potentieel, dat veel nostalgie opwekt bij de oudere bewoners van de wijk, en tegelijk de jeugd aantrekt, beseft Vic Mees. 'Mensen zitten hier op zo'n café te wachten', zegt hij. Toch heeft hij lang getwijfeld om te openen, en voorlopig gebeurt dat alleen op donderdag of op afspraak. Net omdat zo'n initiatief op dit plein heel kwetsbaar blijft. Vic geeft een voorbeeld: 'Toen ik opende, plaatsten de pleinbewoners blikjes voor de gevel en sommigen plasten er zelfs tegen, als wilden ze hun territorium afbakenen. Achter de deur mag ik doen wat ik wil, maar daarbuiten is het hun terrein.'
En daarbuiten stokt de herwaardering van het De Coninckplein. Spijts alle investeringen in sociaal werk en architectuur, zal niemand geneigd zijn een bloemenwinkel of bistro te openen, of zelfs een appartement te kopen op het De Coninckplein, zolang de openbare ruimte overheerst wordt door verslaafden en dealers. 'Men heeft het plein willen aanpakken', zegt bakker Burhan, 'maar het zijn de mensen die men moet aanpakken.'
DS, 30-10-2010 (Lieven Sioen)