Barst
26th October 2010, 23:45
Privélegers VS schietgraag
In de jaren dat de Amerikaanse strijdkrachten wanhopig probeerden een soort rust te brengen in Irak, maakten de duizenden door hen meegebrachte huursoldaten dat vaak eerder moeilijker dan gemakkelijker.
Beveiligers van bedrijven als Custer Battles, Aegis en – het bekendst – Blackwater waren volgens de afgelopen vrijdag uitgelekte rapporten op Wikileaks betrokken bij veel meer incidenten waarbij burgers werden beschoten of gedood dan bekend was, zo blijkt uit een analyse die de New York Times van de gegevens maakte.
En dan zijn die gegevens vermoedelijk nog verre van compleet. Zo zou het beschieten van een auto door werknemers van de Unity Resources Group in 2007 misschien niet bekend zijn geworden als in die auto niet een lijfwacht van de Iraakse president Jalal Talabani had gezeten (hij raakte gewond) en het bureau van de president de Amerikanen op de hoogte stelde.
Lange tijd waren particuliere beveiligers immuun voor vervolging door Iraakse autoriteiten. En in de VS is een aantal strafprocessen tegen werknemers van Blackwater wegens moord gestopt of verkeren ze in problemen, doordat het moeilijk blijkt aan rechtsgeldige bewijzen uit Irak te komen.
Zowel in Afghanistan als in Irak had het leger volgens cijfers van het Amerikaanse Congres sinds het begin van de oorlogen iets meer niet-militairen dan militairen in dienst. Velen van hen hielden de legerbases draaiend en de voertuigen rijklaar, maar een op de tien van deze werknemers had een beveiligingstaak. Het betekende dat duizenden mensen van allerlei nationaliteiten met een wapen rondliepen en rondreden, maar niet aan de militaire schietinstructies gebonden waren.
Ook de legerdiscipline ontbrak nogal eens. In juli vorig jaar reden werknemers van het bedrijf 77th Security Company een woonwijk in Erbil, 350 kilometer ten noorden van Bagdad, binnen en begonnen om zich heen te schieten. Ze waren dronken en hadden het erg naar hun zin, aldus het rapport.
Waren beveiligers regelmatig een gevaar voor hun omgeving, ze liepen zelf meer risico dan de gemiddelde militair. Voor Iraakse opstandelingen waren ze goed als buitenlanders herkenbaar en hun voertuigen waren minder goed bestand tegen explosieven. Ze liepen ook de kans beschoten te worden door de Amerikanen, die beveiligers niet steeds op tijd herkenden als bondgenoten wanneer zij op hoge snelheid kwamen aanrijden, soms schietend op auto’s die ze te dichtbij vonden komen.
Het toppunt van verwarring was een incident in 2005 op de weg naar het vliegveld, toen een vrachtwagen zonder toestemming een rijstrook opreed die was gereserveerd voor legervoertuigen. Beveiligers losten schoten en toen een man de auto uitvluchtte, beschoten ze hem. Huurlingen van een ander bedrijf die in de buurt waren, begonnen ook te schieten, maar raakten een van de beveiligers. Uiteindelijk bleek de chauffeur in dienst te zijn van weer een derde particulier bedrijf.
© Trouw, 25-10-2010 (Bas den Hond)
In de jaren dat de Amerikaanse strijdkrachten wanhopig probeerden een soort rust te brengen in Irak, maakten de duizenden door hen meegebrachte huursoldaten dat vaak eerder moeilijker dan gemakkelijker.
Beveiligers van bedrijven als Custer Battles, Aegis en – het bekendst – Blackwater waren volgens de afgelopen vrijdag uitgelekte rapporten op Wikileaks betrokken bij veel meer incidenten waarbij burgers werden beschoten of gedood dan bekend was, zo blijkt uit een analyse die de New York Times van de gegevens maakte.
En dan zijn die gegevens vermoedelijk nog verre van compleet. Zo zou het beschieten van een auto door werknemers van de Unity Resources Group in 2007 misschien niet bekend zijn geworden als in die auto niet een lijfwacht van de Iraakse president Jalal Talabani had gezeten (hij raakte gewond) en het bureau van de president de Amerikanen op de hoogte stelde.
Lange tijd waren particuliere beveiligers immuun voor vervolging door Iraakse autoriteiten. En in de VS is een aantal strafprocessen tegen werknemers van Blackwater wegens moord gestopt of verkeren ze in problemen, doordat het moeilijk blijkt aan rechtsgeldige bewijzen uit Irak te komen.
Zowel in Afghanistan als in Irak had het leger volgens cijfers van het Amerikaanse Congres sinds het begin van de oorlogen iets meer niet-militairen dan militairen in dienst. Velen van hen hielden de legerbases draaiend en de voertuigen rijklaar, maar een op de tien van deze werknemers had een beveiligingstaak. Het betekende dat duizenden mensen van allerlei nationaliteiten met een wapen rondliepen en rondreden, maar niet aan de militaire schietinstructies gebonden waren.
Ook de legerdiscipline ontbrak nogal eens. In juli vorig jaar reden werknemers van het bedrijf 77th Security Company een woonwijk in Erbil, 350 kilometer ten noorden van Bagdad, binnen en begonnen om zich heen te schieten. Ze waren dronken en hadden het erg naar hun zin, aldus het rapport.
Waren beveiligers regelmatig een gevaar voor hun omgeving, ze liepen zelf meer risico dan de gemiddelde militair. Voor Iraakse opstandelingen waren ze goed als buitenlanders herkenbaar en hun voertuigen waren minder goed bestand tegen explosieven. Ze liepen ook de kans beschoten te worden door de Amerikanen, die beveiligers niet steeds op tijd herkenden als bondgenoten wanneer zij op hoge snelheid kwamen aanrijden, soms schietend op auto’s die ze te dichtbij vonden komen.
Het toppunt van verwarring was een incident in 2005 op de weg naar het vliegveld, toen een vrachtwagen zonder toestemming een rijstrook opreed die was gereserveerd voor legervoertuigen. Beveiligers losten schoten en toen een man de auto uitvluchtte, beschoten ze hem. Huurlingen van een ander bedrijf die in de buurt waren, begonnen ook te schieten, maar raakten een van de beveiligers. Uiteindelijk bleek de chauffeur in dienst te zijn van weer een derde particulier bedrijf.
© Trouw, 25-10-2010 (Bas den Hond)