Barst
27th September 2010, 23:51
Universitaire mislukking voorspelbaar
LEUVEN - De helft van de jongeren die deze week aan het eerste jaar universiteit beginnen, zal zakken. Hun slaagkansen zijn voorspelbaar en variëren naargelang de vooropleiding: 12 procent voor beroepsonderwijs tot 75 procent voor Grieks-Wiskunde. Er zijn ook flinke verschillen naargelang het net waaruit ze komen: het gemeenschapsnet geeft een slaagcijfer van 34 procent, het katholieke net een ruime 50 procent, berekenden de economen Koen Declercq en Frank Verboven van Vives (KULeuven).
Een jaar niet slagen, kost veel. 40.000 euro of meer voor de gezinnen en de onderwijsoverheid samen, schat De Standaard, mede op basis van de Vives-cijfers. De directe kosten voor de overheid schommelen tussen 5.000 à 10.000 euro; de gezinnen betalen minstens evenveel. Samen is dat dus zeker 15.000 euro. De gezinnen, zo bleek recentelijk, missen ook opbrengsten. Een jaar later aan het werk gaan, kost 25.000 euro.
Een vorm van selectie vóór de universiteit is daarom noodzakelijk, zeggen de economen. En dat is niet asociaal, want mislukkingen treffen gezinnen met bescheiden inkomens het hardst.
De economen bekeken de slaagcijfers van de 73.600 jongeren die in 2001-2007 de universiteit aanvatten. De helft slaagde niet in het eerste jaar; 49,8 procent slaagde (van 41,8 procent in archeologie tot 57,2 voor de apothekers). Eén richting wijkt af. Geneeskunde heeft een slaagcijfer van 87,2. Het is de enige richting met een toelatingsexamen.
Een toelatingsproef – niet noodzakelijk even streng als die voor geneeskunde – is een oplossing; of minstens een oriëntatieproef die vrijblijvend advies geeft, menen de economen. Men kan die proef ook enkel richten op vooropleidingen met lage slaagkansen. De nakende hervorming van het middelbaar (DS 13 september) vergt voor sommige richtingen een schakeljaar voor de universiteit.
De slaagcijfers voor de hogescholen zijn opvallend hoger en vertonen opvallend minder verschillen.
Sommige jongeren hebben dat door en volgen tegenwoordig eerst hogeschool, en pogen dan, via de nieuwe schakelprogramma's, op te klimmen naar de universiteit. Dat ‘zalmprincipe' (als je slaagt, kun je opklimmen') vervangt het oude ‘watervalprincipe' (‘probeer zo hoog mogelijk, als je niet slaagt, kun je afzakken') dat nog vaak gehanteerd wordt.
DS, 27-09-2010 (Guy Tegenbos)
LEUVEN - De helft van de jongeren die deze week aan het eerste jaar universiteit beginnen, zal zakken. Hun slaagkansen zijn voorspelbaar en variëren naargelang de vooropleiding: 12 procent voor beroepsonderwijs tot 75 procent voor Grieks-Wiskunde. Er zijn ook flinke verschillen naargelang het net waaruit ze komen: het gemeenschapsnet geeft een slaagcijfer van 34 procent, het katholieke net een ruime 50 procent, berekenden de economen Koen Declercq en Frank Verboven van Vives (KULeuven).
Een jaar niet slagen, kost veel. 40.000 euro of meer voor de gezinnen en de onderwijsoverheid samen, schat De Standaard, mede op basis van de Vives-cijfers. De directe kosten voor de overheid schommelen tussen 5.000 à 10.000 euro; de gezinnen betalen minstens evenveel. Samen is dat dus zeker 15.000 euro. De gezinnen, zo bleek recentelijk, missen ook opbrengsten. Een jaar later aan het werk gaan, kost 25.000 euro.
Een vorm van selectie vóór de universiteit is daarom noodzakelijk, zeggen de economen. En dat is niet asociaal, want mislukkingen treffen gezinnen met bescheiden inkomens het hardst.
De economen bekeken de slaagcijfers van de 73.600 jongeren die in 2001-2007 de universiteit aanvatten. De helft slaagde niet in het eerste jaar; 49,8 procent slaagde (van 41,8 procent in archeologie tot 57,2 voor de apothekers). Eén richting wijkt af. Geneeskunde heeft een slaagcijfer van 87,2. Het is de enige richting met een toelatingsexamen.
Een toelatingsproef – niet noodzakelijk even streng als die voor geneeskunde – is een oplossing; of minstens een oriëntatieproef die vrijblijvend advies geeft, menen de economen. Men kan die proef ook enkel richten op vooropleidingen met lage slaagkansen. De nakende hervorming van het middelbaar (DS 13 september) vergt voor sommige richtingen een schakeljaar voor de universiteit.
De slaagcijfers voor de hogescholen zijn opvallend hoger en vertonen opvallend minder verschillen.
Sommige jongeren hebben dat door en volgen tegenwoordig eerst hogeschool, en pogen dan, via de nieuwe schakelprogramma's, op te klimmen naar de universiteit. Dat ‘zalmprincipe' (als je slaagt, kun je opklimmen') vervangt het oude ‘watervalprincipe' (‘probeer zo hoog mogelijk, als je niet slaagt, kun je afzakken') dat nog vaak gehanteerd wordt.
DS, 27-09-2010 (Guy Tegenbos)