PDA

Bekijk de volledige versie : ‘De begrafenis, was dat een beetje te doen?’


Barst
19th September 2010, 23:52
Full public

‘Hoe was het op de begrafenis, was dat een beetje te doen?’ Op een vraag als deze zijn, naargelang de plaats, het tijdstip en de intonatie waarmee ze wordt gesteld, heel uiteenlopende antwoorden denkbaar. Maar doorgaans luidt de eerste reactie zelden ‘Toppie!’, ‘Goed gelachen!’ of ‘Moeten we zeker eens overdoen!’


Het antwoord van de tweeëntwintigjarige Lisa-Marie, die het weekend daarvoor de vader van haar twee kinderen en twee goede vrienden had verloren in een zwaar verkeersongeval, vormde op deze regel geen uitzondering. Niet voor de eerste keer in het gesprek welden tranen op in de ogen van het meisje. Ze liet het hoofd zakken en mompelde iets hartversmorends over haar kindjes die ze niet meer zonder pijn kon aankijken, omdat ze zo op hun vader leken.

In de studio van Goedele Nu kon je een speld horen vallen. De gastvrouw zette een gezicht op waarvan met wat goede wil diep begrip en mededogen af te lezen viel. Alleen onverbeterlijke cynici konden aanstoot nemen aan het lichtjes triomfantelijke trekje dat tegelijkertijd – nauwelijks merkbaar, maar ontegensprekelijk – om haar mondhoek speelde.

Toen Goedele Liekens de volgende ochtend de vergadering binnentrad, veerden sommige redacteurs van hun stoel op om haar met een spontaan applausje te vereren. De talkshowvedette wuifde alle lofbetuigingen weg en liet zich vermoeid in een stoel neerploffen.

‘Dat was niet evident gisteren’, zuchtte ze, terwijl ze achteloos een klontje suiker mikte in het kopje koffie dat haar al door een gedienstige medewerker was aangereikt. ‘Tenslotte was dat kind haar vriend nog maar een paar dagen geleden begraven. Je weet nooit of zo iemand opeens dichtklapt voor de camera’s, of juist té emotioneel reageert.’

‘Het was perfect’, stelde de kennelijke redactiechef zijn bazin gerust. ‘We hadden dan ook een goede insteek.’

Het was een jonge stagiair, een knaap met een weerbarstige haardos, die op dat moment verbaasd inviel: ‘Hadden we dan een insteek? Ik dacht dat we haar vooral een beetje aan het janken wilden brengen?’ (De jongeman zou kort daarop afscheid moeten nemen van de productieploeg.)

‘Dat ook’, antwoordde Goedele bars. ‘Maar het ging ons toch vooral om de maatschappelijke relevantie. Weekendongevallen: de mensen oordelen al snel dat het onverantwoordelijke jongeren zijn die te veel gedronken hebben, of misschien wel aan de drugs zitten. Maar wij tonen aan dat dit niet altijd het geval is.’

‘Nee, dat kopt’, antwoordde de stagiair, ietwat honend, naar het scheen. ‘Soms knallen ze gewoon tegen tweehonderd per uur tegen een boom.’ (Correctie: de jongeman zou nog diezelfde dag afscheid moeten nemen van de productieploeg).

‘Feit is dat Lisa-Marie perfect gecast was’, hervatte de redactiechef. ‘Zwanger op haar zeventiende, vriend op de dool, achtergebleven met twee kindjes van twee en vier jaar oud. Beetje marginaal, beetje goth, paar piercings, wat tatoeages. Wel spijtig dat ze niet werkloos was.’ Goedele knikte instemmend. ‘Toen Lisa-Marie vertelde hoe haar vriend nog alle dagen met de kindjes kwam spelen, dat hij zelfs de avond van het ongeval nog langs was geweest om te vragen of hij niet weer bij haar mocht intrekken. Dat hadden wij zelf niet beter kunnen schrijven. Toen vloeiden de traantjes de eerste keer volop, toch?’

De redactiechef tastte even in zijn geheugen: ‘Eerder ook al, hoor. Maar vooral toen het ging over het berichtje dat hij haar een paar uur voor zijn dood nog had gestuurd: dat ze hem niet mocht vergeten. Later liet ze hem weten dat ze voor altijd op hem zou wachten, dat ze hem altijd graag zou blijven zien. Maar toen was haar lief al dood. Magistraal.’

‘Magistraal?’ vroeg de stagiair, uit leergierigheid kon men op dat moment nog abusievelijk aannemen (Het zou wel zijn voorlaatste tussenkomst worden). ‘Is dat hier wel het toepasselijke woord?’ ‘Ik bedoel: magistraal hoe Goedele toen een lange pauze liet vallen’, lichtte de redactiechef geërgerd toe. ‘Puur vakmanschap. Plus dat zij daarna meteen herhaalde dat het belangrijk was dat Lisa-Marie dat allemaal eens op tv kon vertellen.’

Liekens leunde achterover in haar stoel, haar handen in haar nek: ‘Pff, wat wil je? Hoe kon ik anders de sappige roddels citeren die over het koppel de ronde doen, de scheldpartijen op Facebook: dat zij hem in de steek zou hebben gelaten, om niet te zeggen de dood ingejaagd? Dat hij misschien suïcidaal was. Ik kon toch niet zomaar met die smeerlapperij komen aanzetten terwijl dat kind daar zat te snotteren?’

‘Precies daarom was het belangrijk dat je erop bleef hameren dat Lisa-Marie er alle belang bij had om full public te gaan.’ De gevierde talkshowvedette beaamde dat. ‘Om duidelijk te maken dat het voor haar bestwil was, en voor de nagedachtenis van haar vriend.’

‘Vakwerk, baas’, besloot de redactiechef. ‘Je moet dat nu eenmaal een beetje weten in te kleden. Anders word je al gauw beschuldigd van… ja, van wat allemaal?’ Het was andermaal de stagiair die ongevraagd aanvulde: ‘Van sensatiezucht? Hypocrisie? Manipulatie? Lijkenpikkerij?’

Na deze woorden werd de jongeman met de weerbarstige haardos vroegtijdig naar de uitgang begeleid. Onder protest, dient te worden opgemerkt. Terwijl jij door de gang werd weggesleept kon men hem op ronduit sarcastische toon horen schreeuwen: ‘Hoe was het op de begrafenis, was dat een beetje te doen?’ Gevolgd door de holle lach van de hystericus.

Na dit betreurenswaardige incident werd Goedele even apart genomen door haar redactiechef. Die sprak haar zorgzaam toe. ‘Niets van aantrekken, baas. Het is nu eenmaal moeilijk om nog geschikt personeel te vinden.’

‘O, maar dat is het niet’, antwoordde Goedele. De gevierde talkshowvedette diepte een paar roddeltijdschriften uit haar handtas op en legde die aan de redactiechef voor. ‘Maar kijk hier eens, de boekjes zijn deze week weer in mijn privéleven aan het poken. Wat is dat toch met de media vandaag de dag? Waar halen ze het recht om een mens zijn leven zomaar voor heel Vlaanderen te grabbel te gooien?’

‘Ts, Ts, Ts’, deed de redactiechef misprijzend.

DS, 18-09-2010 (Jo Van Damme)