PDA

Bekijk de volledige versie : Claude Chabrol (1930-2010)


Barst
13th September 2010, 03:06
Een entertainer van zeldzame klasse


Hij draaide de allereerste nouvelle vague-film, maar vertelde te graag lekkere verhalen om te blijven hangen in avant-gardistische experimenten. Met van donkere humor doordrongen psychologische misdaadthrillers ontwikkelde Claude Chabrol zich tot een soort Franse Hitchcock.


In zijn geboortestad Parijs is de regisseur van La femme infidèle, Le boucher en La cérémonie overleden. De Franse cinema verliest met Claude Chabrol niet enkel zijn meest publieksvriendelijke beeldenstormer, maar ook een buitengewoon charmante persoonlijkheid: een erudiete bon vivant van wie men nooit het scherpe sarcasme zou verwachten die zijn morele misdaadfilms kruiden. President Sarkozy zelf uitte gisteren zijn droefenis over het heengaan van misschien wel de beste Franse regisseur van de jongste halve eeuw.

Chabrol was in de jaren vijftig filmjournalist bij Les cahiers du cinema, net als Jean-Luc Godard, François Truffaut en Eric Rohmer: een clubje jonge supertalenten die de oubollige literatuurverfilmingen die zij 'le cinéma de papa' noemden, kotsbeu waren. De jonge critici gingen zelf films maken die vormelijk en inhoudelijk zo radicaal anders waren dat ze de nouvelle vague werden genoemd - een vernieuwingsbeweging met enorme invloed op cineasten wereldwijd. Niet Godards A bout de souffle of Truffauts Les 400 coups, maar wel Chabrols Le beau Serge was in 1958 de allereerste nouvelle vague-film.

Veel sneller dan zijn collega's vond Chabrol het doel bereikt. 'Ik heb nooit in de nouvelle vague geloofd als school', zei hij in 2004 in een interview met De Standaard. 'Wij waren een goede stofzuiger om die ouderwetse Franse cinema eens goed af te stoffen, maar ik vond het niet nodig om - zoals Godard - nog jarenlang vormexperimenten te blijven uitvoeren. De eerste taak van een regisseur is ervoor te zorgen dat het publiek zich niet verveelt. Ik ken geen beter middel daarvoor dan een goed kadaver. Stop een lijk in een film en iedereen is geïnteresseerd. Daardoor raakte ik zo verhangen aan het genre van de psychologische thriller.'


Sterke vrouwen

Georges Simenon, Ruth Rendell, Patricia Highsmith: vroeg of laat werden de meesters van het betere misdaadverhaal door Chabrol verfilmd, met een verbluffend oog voor psychologisch detail. Steevast injecteerde Chabrol ook zijn typische eigen ingrediënten in de verhalen. Chabrol, zelf geboren in een apothekersgezin, spotte bijvoorbeeld graag met de kleine kantjes van de bourgeoisie. Vrouwen zijn de sterke personages in zijn films, en mannen sukkelaars die hun lot ondergaan. Het zijn dan ook vooral actrices die schitterden onder Chabrols regie: vaak zijn het krengen, maar wel krengen die je als kijker ondanks alles gaat bewonderen.

Stéphane Audran, één van Chabrols drie vrouwen, was de heldin van de meesterwerken uit Chabrols allersterkste periode: de late jaren zestig, met titels als La femme infidèle, Les biches, Que la bête meure en Le boucher.

Later zou vooral de samenwerking met Isabelle Huppert erg vruchtbaar zijn: zij schitterde in acht films van Chabrol, zoals La cérémonie (1995) en Merci pour le chocolat (2000), maar ook het abortusdrama Une affaire de femmes (1988) en de literatuurverfilming Madame Bovary (1991). De ervan meester beperkte zich immers niet tot misdaadverhalen.

Typerend voor Chabrols films is ook de locatie: bijna altijd in provincienesten. 'Vervreemding heb je in grote steden', zei hij in De Standaard. 'In de provincie is de uitdaging voor iedereen een privéleven te creëren in een wereld waar iedereen iedereen kent. Dat doe je door maskers op te zetten, en dàt is mijn thema. Daarom laat ik mijn verhalen spelen in stadjes in de Jura of Bretagne of de streek rond Bordeaux, niet in Parijs. Ik kijk liever met de microscoop naar mijn personages dan met een telescoop.'


Culinaire hoogmissen

Er was nog een reden. 'Als je in Parijs draait, vertrekt iedereen van de set meteen naar huis.' En dat wilde deze hartelijke bon vivant niet. Chabrol dacht zijn films tot in het kleinste detail vooraf uit, waardoor het draaien zelf voor hem pure ontspanning werd. Om te beginnen omringde hij zich graag met zijn familie: zoon Thomas had vaak belangrijke bijrollen, andere zoon Matthieu componeerde de muziek en ook zijn echtgenote van het moment had hij graag in de buurt - zijn hui-dige echtgenote Aurore schreef mee aan zijn scenario's. Draaidagen werden steevast onderbroken door culinaire hoogmissen en petanque-toernooien.

Dat Chabrol desondanks meer dan zestig langspeelfilms draaide in een halve eeuw, komt alleen doordat hij nooit stil zat. Aangezien regisseren toch één groot feest was, had hij geen enkele behoefte aan vakantie tussen twee projecten door. Daarom bleef hij ook aan de slag tot aan het einde: zijn laatste film, het tegenvallende Bellamy met Gérard Depardieu, kwam afgelopen jaar uit.

Claude Chabrol werd vaak 'de Franse Hitchcock' genoemd. Omdat hij vooral in thrillers schit-terde, maar ook omdat hij erin slaagde water en vuur te verenigen: klasse en stijl serveren, en tegelijk een breed publiek inpakken omdat het allemaal zo verdomd entertainend is. Wellicht liep hij daarom wel enkele prestigieuze prijzen mis. Maar Chabrol hield te veel van lekker dineren, een goede sigaar en mooie vrouwen om zich iets aan zijn hart te laten komen.


DS, 13-09-2010 (Steven De Foer)