PDA

Bekijk de volledige versie : Het raadsel van linkshandigheid.


Barst
6th August 2010, 14:37
Het raadsel van linkshandigheid.

Rik Smits, Het raadsel van linkshandigheid, Nieuw Amsterdam, 384 blz.


Linkshandigen zijn dom, dwars en onhandig, maar gelukkig gaan ze gauw dood. Of niet? Ervaringsdeskundige Rik Smits haalt alles uit de kast om de clichés over linkshandigheid te ondergraven.


Het is een van de weinige eigenschappen die uniek menselijk zijn, naast taal en gekookt eten. Terwijl er onder dieren ongeveer evenveel linkspotigen als rechtspotigen zijn, gebruiken negen op de tien mensen bij voorkeur hun rechterhand, terwijl een op de tien linkshandig is. Het is een vaste verhouding die door alle eeuwen en culturen heen en overal ter wereld is teruggevonden.

Ruim zeshonderd miljoen linkshandigen zijn er dus op de wereld, maar dat is aan de inrichting van de maatschappij niet af te lezen. Naar scharen, kurkentrekkers, meetlatten, blikopeners, versnellingsapparaten en andere gebruiksvoorwerpen die vlot linkshandig hanteerbaar zijn, blijft het met een vergrootglas zoeken. Ook blijven linkshandigen met vooroordelen kampen: ze zouden onhandig zijn en onbetrouwbaar, en vaker dan rechtshandigen lijden aan de meest uiteenlopende kwalen, waaronder achterlijkheid, hooikoorts, suikerziekte, slapeloosheid en crimineel gedrag. Toen de Canadese psycholoog Stanley Coren twintig jaar geleden alarm sloeg omdat linkshandigen volgens zijn berekeningen bijna negen jaar korter leven dan rechtshandigen (het percentage linkshandigen in de bevolking neemt tamelijk consequent met de leeftijd af), waren de rapen helemaal gaar.


SLECHTE PERS

In Het raadsel van linkshandigheid probeert Rik Smits feiten en fabels over linkshandigheid van elkaar te scheiden. Het zal best dat linkshandigen stuntelig en onhandig overkomen, schrijft hij, maar hoe kan het ook anders als alle gebruiksvoorwerpen voor en door rechtshandigen zijn ontworpen.

Volgens Smits hebben linkshandigen hun slechte pers daarom niet aan zichzelf te wijten en zijn ze in het algemeen doodgewone mensen, met alleen een andere handvoorkeur dan rechtshandigen. Want ook al is het waar dat je in groepen mensen waar een vlekje aan zit gewoonlijk wat meer linkshandigen aantreft dan normaal, van hooikoortslijders via borstkankerpatiëntes tot gevangenisklanten, verhoogde percentages linkshandigen vind je ook op plekken als kunstacademies en architectuuropleidingen en onder hoogbegaafden, betoogt Smits. Van de laatste zeven presidenten van de Verenigde Staten waren er vijf linkshandig: Gerald Ford, Ronald Reagan, George Bush senior, Bill Clinton en Barack Obama (de enige rechtshandige uitzonderingen waren Jimmy Carter en Bush-de-jongere).

Smits weet wat het betekent om als linkshandige op te groeien in een wereld die op rechtshandigheid is ingesteld - leer maar eens je veters te strikken op de manier waarop je rechtshandige ouders je dat voordoen, merkt hij op - en het hele boek door zet hij zich af tegen de betuttelende en verkeerde adviezen die linkshandigen van rechtshandigen te verduren krijgen. Voor linkshandige lezers zal Smits' defensieve en strijdbare toon best een hart onder de riem zijn, maar deze rechtshandige had het na driehonderd bladzijden wel gehad met het gedram. Te meer omdat Smits wel gehakt maakt van de voornaamste 'aantijgingen' jegens linkshandigen, zoals dat ze vroeger doodgaan, maar niet komt met een bevredigende alternatieve uitleg.


SINISTERE LUI

Ook een verklaring voor het ontstaan van linkshandigheid blijft achterwege. De oorzaken van linkshandigheid zijn volgens Smits te zoeken in een combinatie van erfelijke invloeden en hersenen die door 'ongelukjes' in de baarmoeder iets anders zijn ingedeeld. Het is zo dat onder mensen met een hersenbeschadiging wat meer linkshandigheid voorkomt, maar hersenbeschadigingen verklaren niet alle linkshandigheid. Waar de rest vandaan komt, maakt Smits niet helder.

Ook het vaste aandeel van tien procent linkshandigen in de bevolking, en dat mannen iets vaker dan vrouwen linkshandig zijn, blijft een raadsel waar hij niet uitraakt. Een op de tien: dat is geen verhouding die op een erfelijke eigenschap wijst - volgens de wetten van Mendel erven eigenschappen ofwel in een op de vier, ofwel in een op de twee gevallen over. Niet in een op de tien.

Toch zijn er aanwijzingen dat er een erfelijke component in het spel is, aldus Smits. Paren waarvan een partner linkshandig is, hebben een ongeveer dubbel zo grote kans op een linkshandig kind als de ruwweg tien procent die bij een stel rechtshandigen geldt. Bij een ouderpaar dat uit twee linkshandigen bestaat, ligt die kans weer ongeveer dubbel zo hoog: rond de veertig procent.

Het aardigst zijn de hoofdstukken waarin Smits ingaat op de betekenis van links en rechts in cultuur, religie en politiek. De verdeling in links en rechts hangt volgens hem in de meeste culturen samen met een verdeling in goed en slecht - het Latijnse woord sinister, links, heeft niet voor niets in alle Romaanse en daarvan afgeleide talen de betekenis 'duister' en 'onheilspellend' gekregen. Dan is er nog het taboe dat in veel culturen rust op links groeten en eten - de linkerhand is voor wat anders bedoeld - en het in de religieuze beeldende kunst consequent afbeelden van de apostelen en de Heilige Familie als rechtshandig, en van Satan en zijn trawanten als linkshandig.


DSL, 06-08-2010 (Hilde Van den Eynde)