PDA

Bekijk de volledige versie : Opvoeden in Europa: Denemarken


Barst
22nd July 2010, 20:57
Zo lang mogelijk kind zijn


Op kleine afstand kunnen de ideeën over opvoeding soms radicaal verschillen. Deel 1 van een serie over opvoeden in Europa: Denemarken. Daar krijgen kinderen alle vrijheid.


’Kijk eens Mocca, we hebben lekker gras voor je.” In een speelplaats in het centrum van het Deense Aarhus staat een groepje kinderen bij de konijnenhokken om hun verzorgkonijn gras en water te geven. Alle kinderen rennen rond op blote voeten. Ze spelen in de bosjes, de kruidentuin, op de slingerende grindpaadjes, achter twee afgedankte treinwagons of de schuur met de konijnenhokken.

In Nederlandse ogen lijkt het onoverzichtelijk, maar de speelplaats is met opzet zo ingericht. De kinderopvoeding in Scandinavië rust op twee pijlers: het kind moet zo lang mogelijk kind kunnen zijn en het moet vrij kunnen kunnen spelen, dat wil zeggen zonder bemoeienissen van vaders, moeders of andere grote mensen.

De Zweedse Astrid Lindgren beschreef het mooi in haar boeken. Neem de vrijgevochten Pipi Langkous. Haar moeder woont in de hemel en haar vader is kapitein op zee. Ook in haar andere boeken, zoals ’Bolderburen’, spelen volwassenen nauwelijks een rol.

Lekker actief bezig zijn, je lichaam gebruiken en vrij spelen in contact met de natuur. Niet zoals Pipi helemaal zonder ouders, maar graag met een liefhebbende vader en moeder op de achtergrond beschikbaar.

„In Denemarken gaan wij uit van het wat we noemen competente kind. Het kind dat zelf handelt en initiatieven neemt en uitdagingen zelf hanteert”, zegt Stig Broström (65), kinderonderzoeker aan de universiteit van Aarhus. „Kinderen krijgen daarom in het kinderdagverblijf, op school en thuis de gelegenheid om zelf te spelen zonder dat volwassenen het spel in gang zetten. Dat spel mag tot op bepaalde hoogte gevaarlijk zijn. Risico in het spel is een positief pedagogisch begrip.”

Op deze speelplaats daarom geen wipkippen, maar hoge schommels. Geen klimrek, maar grote keien en boomstammetjes.

Dat er hier en daar hoge brandnetels staan, hoger dan de peuters die hier spelen, lijkt niemand te deren. Integendeel. „Kinderen kunnen leren hoe ze een brandnetelblad kunnen oprollen en opeten, zonder zich te prikken”, zegt Tina Theil, moeder van blonde Laura (2), Lærke (5) en Lukas (7).

Voor haar is het belangrijk dat haar kinderen zich ontwikkelen tot zelfstandige individuen die goed in hun vel zitten en zelf kunnen handelen. „Dat geldt ook bij hun spel. Soms komen ze naar me toe: mama, ik verveel me. Maar ze mogen zich best vervelen, het is goed om te leren dat verveling niet het einde van de wereld betekent. Even stil zitten en niks doen is goed voor ze. Uit verveling ontstaat vaak het leukste spel, dat ze zelf bedenken”, aldus Theil.

Ze wil graag dat haar kinderen frisse lucht krijgen en veel tijd buiten doorbrengen. „Later kunnen ze nog genoeg binnen zitten, op school of op kantoor, net zoals ik nu”, zegt Theil (35). Haar twee jongsten gaan naar een zogenoemd bosdagverblijf, waar de kinderen het hele jaar in het bos zijn.

De leiding neemt dagelijks kampeermatrasjes, slaapzakken en zeildoek mee, zodat de kleintjes in het bos een middagslaapje kunnen doen. „Ze vangen spinnen en torretjes en leren dat ze niet bang hoeven te zijn voor de natuur. Ze ontwikkelen een goede motoriek door klimmen en klauteren bij alle soorten weer”, zegt Tina Theil.

„Als je als kind je lichaam veel gebruikt, word je sterk en kun je je later in het leven beter redden”, zegt kinderonderzoeker Broström. Hij heeft samengewerkt met Amerikaanse kinderonderzoekers die er niet over uit konden hoe gevaarlijk Deense kinderen mochten spelen. „In dagverblijven mogen ze in hoge bomen klimmen en op het dak van de speelhuisjes. Als ze vallen, tsja, dan bezeren ze zich. Maar kinderen die niet kunnen klimmen, doen het niet. En voor de anderen geldt: zij die naar boven kunnen klimmen, kunnen ook naar beneden komen”, aldus Broström.

Tine Nyborg (35) komt regelmatig in deze speelplaats met haar tweejarige zoontje Albert, met lichtblauwe ogen en blonde krullen. „Ik herinner me hoe leuk het was om uit het zicht van de volwassenen te spelen. Dat wil ik mijn kind ook geven”, zegt ze. „Het versterkt zijn zelfvertrouwen, want ik laat mijn zoontje zelf ontdekken wat hij kan. En het is belangrijk voor de ontwikkeling van zijn fantasie.”

Pas op hun zesde beginnen Deense kinderen met de middenschool. „Tijd voor vaste structuur, discipline, tests en proefwerken is er altijd nog, dat is de basisgedachte in Denemarken”, vertelt Broström.

„De druk op school is tegenwoordig zo groot. Maar je leert niet per se meer als je onder druk staat. Kinderen willen uit zichzelf graag leren.” Haar tweejarige Albert helpt bijvoorbeeld mee met het uitruimen van de afwasmachine. „Het idee dat kinderen in sommige landen al op hun vierde met school beginnen, vind ik niks”, zegt Nyborg.

Maar op dat punt is Denemarken aan het veranderen. Vorig jaar werd de schoolleeftijd verlaagd van zeven naar zes jaar. Dat was een controversieel besluit, waaraan jarenlange discussies voorafgingen.

De regering besloot tot deze maatregel omdat Deense jongeren in vergelijking met andere Europese landen laat op de arbeidsmarkt komen. Bovendien scoorden Deense kinderen in internationale onderzoeken voortdurend laag, vooral op het gebied van lezen.

Daarom werden scholen verplicht tot het formuleren van leerdoelen en leerplannen. En er moet sinds 2006 getest worden. „Voortaan moet een kinderdagverblijf, waar de meeste Deense kinderen zijn vóór ze naar school gaan op hun zesde, niet alleen een plek zijn waar kinderen tijd doorbrengen, ze moeten er ook leren, bijvoorbeeld door spelletjes met letters en cijfers. Dat is een nieuwe ontwikkeling voor ons”, aldus Broström. „Nog steeds is spel en creativiteit belangrijk, maar er moet nu ook doelgericht worden geleerd. De keerzijde is dat de stem van het kind minder wordt gehoord.”

In de speelplaats klinkt ineens gegil. Kinderen rennen om het hardst naar het schuurtje met de konijnenhokken, hun handen vol paardenbloemenbladeren. „Kijk Vanilla! Hier Mocca: nog meer lekker gras voor jullie.”

In deze speelplaats zijn het de kinderen die de konijnen doordeweeks verzorgen. In het weekeinde neemt een volwassene dat voor zijn rekening. Kinderen moeten immers zo lang mogelijk kinderen kunnen zijn.


© Trouw, 20-07-2010