PDA

Bekijk de volledige versie : Denkers over denkers 2


Barst
17th July 2010, 17:57
Status en gezondheid

1. Gezondheid wordt beter naarmate diploma hoger is.
2. Controle over job doet stress en kans op hartziekte dalen.
3. Lagergeschoold personeel heeft meer stress dan hogergeschoold personeel.


Van kredietcrisis tot multipolaire geopolitiek: de wereld wordt er bepaald niet minder complex op. Welke denkers kunnen licht in de duisternis brengen? De komende zomerweken leggen de we vraag voor aan slimme mensen van hier. Vandaag legt HENDRIK CAMMU uit waarom u moet kennismaken met Michael Marmot.


In 2004 las ik The status syndrome. How social standing affects our health and longevity van de Britse professor in de epidemiologie Michael Marmot (°1945). Het is een vulgariserend boek waarin hij zijn uitgebreid wetenschappelijk werk bevattelijk maakt voor een groot publiek. Marmot is een veelgevraagd adviseur van de Wereldgezondheidsorganisatie en de Britse overheid. Hij en zijn team werken richtlijnen uit om ongelijkheden in de gezondheid aan te pakken. Recent deed ook president Obama beroep op hem. Sir Michael Marmot is een keurige, vriendelijke Brit, geduldig in het gesprek (met leken zoals ik) en steeds bereid om (voor dezelfde leken) zijn antwoorden nog eens extra toe te lichten.

‘Status — de plaats die we innemen in de samenleving — bepaalt voor een belangrijk deel onze gezondheid': dat besluiten Marmot en medewerkers na gedurende een kwarteeuw de gezondheid van meer dan tienduizend Britse ambtenaren (die in de Britse administratie, het zogenaamde ‘Whitehall', werken) te hebben opgevolgd. De ‘Whitehall studies' ontmaskerden twee mythes.

Eerste mythe: mensen die jobs hebben met hoge status, een hoge werkdruk en veel verantwoordelijkheid hebben veel stress en bijgevolg meer kans op een hartziekte. Ook in dit land sprak men vroeger wel eens over de managersziekte (waarmee het hartinfarct werd bedoeld). Maar het tegendeel is waar. Een stresserende job ontstaat door een hoge werkdruk in combinatie met een lage controle over het werk. De werkstress vermindert als een persoon over een grote jobvrijheid beschikt. Werknemers met weinig controle over hun werk plus een hoge werkdruk, en dat zijn meestal de laaggeschoolden, hebben 2,5 keer meer kans op een hartinfarct dan werknemers met volledige controle, meestal hooggeschoolden — de bazen zeg maar. Controle is synoniem met het beschikken over de vrijheid om het werk zelf te organiseren.


Controle is de sleutel

Tweede mythe. Ik ben lang genoeg arts om te beseffen dat een laag sociaal milieu en een slechte gezondheid vaak samengaan. Laagopgeleide mensen roken en drinken meer, hebben niet zelden ongezonde jobs, zijn slecht behuisd en doen weinig lichaamsbeweging. Dit klopt, maar niet helemaal. Het Whitehall-onderzoek toonde aan dat het geen kwestie is van de haves tegenover de havenots, maar dat er een gradatie zit in de gezondheid van de samenleving. De hoogopgeleide is (gemiddeld) iets gezonder dan de iets minder hoogopgeleide (de master doet het beter dan de bachelor, zeg maar), die dan weer ietsje gezonder is dan de nog iets minder hoogopgeleide, enzovoort. Waar we ons ook op de sociale ladder bevinden, onze gezondheid is waarschijnlijk beter dan die van iemand die hiërarchisch lager zit en slechter dan die van iemand boven ons.

Uiteraard speelt de levensstijl een rol. Maar ook in de levensstijl (roken, alcohol, zwaarlijvigheid) zit diezelfde gradatie. Vergelijken we groepen van mensen die niet roken of niet dik zijn, dan blijft de gezondheidgradiënt nog steeds aanwezig. Controle is opnieuw de sleutel. Marmot bewijst dat de controle die je hebt over je leven en de mogelijkheden die je hebt om aan de samenleving deel te nemen — het sociaal engagement — cruciaal zijn voor een goed gevoel en een gezond leven. De ongelijkheid tussen de mensen om hieraan te kunnen deelnemen is waarschijnlijk de belangrijkste reden voor de gezondheidsgradiënt. En die ongelijkheid is geen gevolg van het gebrek aan toegang tot de medische verzorging van de lageropgeleiden, maar vooral van een gebrek aan opleiding. Omdat controle over het leven en de kans om volledig aan de maatschappij deel te nemen ongelijk verdeeld zijn, is gezondheid dat ook. Weinig controle veroorzaakt chronische stress. Chronische stress veroorzaakt hoge bloeddruk, beroertes en vooral hartinfarcten. Het is de belangrijkste oorzaak van gezondheidsverschillen tussen mensen.


Vier jaar langer leven

Maar er is meer. De Whitehall-onderzoeken toonden ook aan dat steun op het werk van collega's of oversten de kans op een hartaanval met 60procent doet dalen. Ze stelden vast dat werknemers met een grote inzet die daar niet voor worden beloond (in de vorm van waardering, jobzekerheid, carrièremogelijkheden of salaris) meer kans lopen op een hartaanval. Nog een ontnuchterend resultaat van hun onderzoek was dat de gezondheidstol van ‘downsizing', afslanken van het bedrijf, dubbel is: de blijvers ervaren een grotere jobonzekerheid met als gevolg meer hartziektes en hoge bloeddruk, en de ontslagenen ervaren de stress van de werkloosheid. De grootste stress zit bij de werkloze. Marmot schrijft: ‘stilaan dringt het door dat de voordelen van afslankingen voor de gezondheid van de blijvers uiterst beperkt zijn — door de jobonzekerheid, het gedaalde vertrouwen en meer ziekte en werkverzuim'.

Het statussyndroom loopt levenslang door. Gepensioneerden die zelf mogen beslissen wanneer ze met pensioen gaan — en voldoende geld hebben — blijven het langste gezond. De invloed van de sociale status neemt zelfs toe met de leeftijd, omdat de gezondheid stilaan afneemt en de ‘afrekening' van een chronisch stresserend leven dan zichtbaarder wordt. In België, zoals in de andere westerse landen, leven mensen met een diploma hoger onderwijs vier jaar langer dan het bevolkingsgemiddelde.

Het belangrijkste dat ik van Marmot en de zijnen heb geleerd is dat de minister van Onderwijs misschien wel belangrijker is voor de volksgezondheid dan de minister van Volksgezondheid.

Hendrik Cammu is hoogleraar en gynaecoloog aan de VUB.


DS, 17-07-2010