PDA

Bekijk de volledige versie : Nil Novi Sub Sole


Bram Jacobs
13th May 2010, 12:17
[COLOR=Sienna][SIZE=3]NIL NOVI SUB SOLE [/SIZE] [/COLOR]

'Je bent wie je bent, en dat is je sterkste troef. Maar het kan geen kwaad af en toe te doen alsof.' Met deze tip opent Quintus Tullius Cicero het Commentariolum Petitionis, de verkiezingshandleiding die hij schreef voor zijn oudere en veel bekendere broer Marcus. Die had zich immers, na een briljante cursus honorum, in 65 v.C. kandidaat gesteld voor de verkiezing tot het hoogste ambt, het consulaat. Evident was zijn verkiezing allesbehalve, aangezien de Cicerones niet behoorden tot de hoogste kaste en het ambt zelden ging naar een homo novus. Broer Quintus nam de rol van gehaaide spindoctor daarom bijzonder ter harte, en stelde een haast militair campagneplan op dat opvallend modern aandoet. In eerste instantie moest Marcus beginnen netwerken binnen zorgvuldig geselecteerde doelgroepen: mensen aan wie de Cicerones ooit een dienst hadden bewezen; mensen die profijt konden hebben door bij een consul op een goed blaadje te staan; mensen bij wie Cicero zelf in het krijt stond en die wellicht beseften dat een consul tot een grotere wederdienst in staat is dan een senator; mensen die tot de vertrouwde achterban behoorden; mensen van wie de hoge status kon afstralen op Cicero. De rode draad van deze oefening: 'Bind mensen aan u, maar bindt u nooit aan mensen.'

Tweede opdracht van de campagne was het correct inschatten en vervolgens counteren van de tegenstanders. Het waren allemaal aristocraten, maar daarmee was volgens Quintus alles gezegd, want tenslotte - zo schrijft hij letterlijk: 'Wie gelooft zulke mensen nog?'

De twee gevaarlijkste concurrenten waren Gaius Antonius en Lucius Sergius Catilina (met wie Cicero later genadeloos zou afrekenen). Cicero moest hen raken waar het pijn deed. Antonius had voortdurend geldgebrek en Catilina was een verwoede handlanger geweest van de voormalige dictator Sulla. Het kon geen kwaad om negatieve verhalen over hen rond te strooien. Fijnzinnigheid was daarbij niet aan de orde, zeker niet voor Catilina: 'Die man is zo brutaal en verdorven, zo geraffineerd en doortastend in het najagen van genot, dat hij er in slaagt kinderen te verkrachten terwijl ze nog op moeders schoot zitten.'

Derde campagnetaak was het werken aan de juiste perceptie, met name dat Cicero populair en invloedrijk zou zijn. Daartoe moest Marcus met een grote groep mensen dagelijks op hetzelfde tijdstip over het Forum wandelen. Zo leek het alsof hij over een groeiende aanhang beschikte en mensen sluiten zich altijd graag aan bij het winnende kamp. Op die dagelijkse tochten kwam Cicero natuurlijk in contact met Romeinse burgers van allerlei strekkingen. De gulden regel van Quintus: 'Geef de indruk permanent aanwezig te zijn, wees genereus, bespeel de sentimenten, maar neem daarin steeds de houding van een staatsman aan.'

Een campagnemedewerker ging mee om alle verhalen te noteren zodat hij bij latere ontmoetingen nuttige informatie kon influisteren zoals de voornamen van de kinderen. Quintus wond er ten aanzien van zijn niet bepaald volkse broer geen doekjes om: 'In een verkiezingscampagne is stroop smeren van vitaal belang, zelfs al is het in het gewone leven een minderwaardige en vernederende bezigheid.' Gelukkig waren er toen nog geen microfoontjes die per ongeluk konden registreren wat Cicero werkelijk dacht over de mensen die hij tegenkwam.

En dan moest het moeilijkste van een politieke campagne nog komen: het nee zeggen. Sommige kiezers benaderen je nu eenmaal met irreële ideeën of onmogelijke verlangens. 'Een goed mens weigert vriendelijk, een verkiezingskandidaat nooit', was het oordeel van Quintus. Een 'nee' mocht nooit letterlijk worden uitgesproken. Een 'nee' moest steeds ingebed zijn in een mooi verhaal, in een anekdote, in een prachtige vergelijking: 'De waarheid is, mensen hebben liever dat je tegen hen liegt, dan dat je nee zegt.' Mundus vult decipi.

Marcus moest ook zijn uiterlijk goed verzorgen. Uiteindelijk telt voor veel mensen enkel de eerste indruk. De campagne moest van het begin tot het einde goed ogen. Er moest een indrukwekkende waardigheid van uitgaan, een schittering. Tot slot schetste Quintus nog treffend de politieke omgeving waarin de campagne plaatsvond: 'een smeltkroes van volkeren, een slangenkuil vol intriges en misstanden, waarin je arrogantie, brutaliteit, kwaadwilligheid, eigendunk, haat en pesterijen moet verdragen'.

Iedere politicus die het Commentariolum Petitionis 2000 jaar later leest, komt zichzelf er in tegen. In plaats van Cicero's eigen uitroep 'O tempora, o mores!' zullen we moeten berusten in de waarheid van 'nil novi sub sole'.

Bart De Wever is voorzitter van de N-VA. Zijn column verschijnt tweewekelijks op dinsdag.


Bron: ‘De Standaard Online’ – 11-05-2010
Auteur: Bart De Wever

Eigen mening:

Ik vind dit een heel interessant en leerrijk artikel/column. Wanneer ik dit lees doet het mij denken aan de verkiezingscampagnes van politieke partijen vandaag. Dit artikel kan je gebruiken om weetjes tijdens je les geschiedenis aan te reiken, maar ook om uit te leggen dat de basis van onze politiek in de tijd van de Romeinen is gelegd.
Ik ben er zeker van dat dit artikel kan gebruikt worden tijdens een les over de Romeinse politiek. Dat kan bijvoorbeeld in een les over de val van de republiek of de les over het ontstaan van de republiek in Rome.
Dit artikel geeft heel wat uitgangspunten om te gebruiken!