PDA

Bekijk de volledige versie : De zeven Belgische pensioenzonden


Barst
26th March 2010, 17:50
De zeven Belgische pensioenzonden


BRUSSEL - Een kwart van de Belgische bejaarden heeft een pensioen dat lager is dan de Europese armoedegrens. Toch dreigen onze pensioenen onbetaalbaar te worden. Hoe kan dat? Zeven zonden verklaren dat.


1. Onbetaalbaar vroeg. De pensioenen zijn nog niet onbetaalbaar. Ze worden het. Niet alleen bij ons, maar overal in het Westen, omdat overal heel grote generaties met pensioen gaan en maar kleine generaties jongeren tot de arbeidsmarkt toetreden. Dat trekt de verhouding werkenden/gepensioneerden scheef.

Typisch voor België is dat die verhouding bij ons nog schever is omdat we vroegtijdig met pensioen blijven gaan. Daardoor stijgt het aantal uitkeringstrekkers en daalt het aantal bijdragebetalers nog sneller.


2. Armoede. De Belgische pensioenen behoren tot de laagste van Europa. 23 procent van de Belgische bejaarden heeft een pensioen dat zelfs lager is dan de Europese armoedegrens. En de IGO (inkomensgarantie voor ouderen) die hen uit de armoede moet houden, ligt honderd euro onder die grens.


3. Afgevlakt. Vooral de werknemerspensioenen zijn heel erg afgevlakt: wie een gemiddeld loon verdient, zit al boven ‘het plafond': wat daarboven valt, telt niet meer mee voor de berekening van zijn pensioen. Dat geld gaat dan ‘naar de solidariteit': het dient om de ‘gelijkgestelde jaren' te betalen van veel mensen die lange jaren niet werken. Het gevolg is dat alle werknemers ongeveer evenveel pensioen hebben, of ze nu veel gewerkt en verdiend hebben of niet.


4. Ontmoedigend. Dat laatste ontmoedigt het werken nog verder en moedigt het vroegtijdig uit de arbeidsmarkt stappen nog meer aan.


5. Niet welvaartsvast. De pensioenen zijn ook laag omdat ze – op die van de ambtenaren na – niet welvaartsvast zijn: ze volgen, net als de andere sociale uitkeringen in ons land, niet meer de stijging van de welvaart. België kon dat niet betalen omdat hier zoveel mensen een uitkering (werkloosheid, brugpensioen) trekken en zo weinig mensen werken en bijdragen betalen.


6. Ondoorzichtig. De Belgische pensioenstelsels munten uit in ingewikkeldheid en ondoorzichtigheid. Niemand kan nog inschatten wat deeltijds werken, een tijdlang niet werken, of langer werken als gevolg heeft voor het pensioen.


7. Geen reserves. Veel jongeren denken dat zij de komende decennia veel zullen moeten betalen voor de pensioenen en dat er daarna voor hen niets zal overschieten. Ze kunnen dat denken omdat niets hen in staat stelt om in te schatten wat ze zelf opbouwen aan pensioenrechten en omdat er geen reserves zijn.

Rond 2000 richtte de toenmalige federale regering een Zilverfonds op om geld opzij te zetten voor de stijging van de pensioenuitgaven. Maar ook in de jaren dat het economisch goed ging, werd er te weinig geld in het Zilverfonds gestort.


DS, 26-03-2010 (Guy Tegenbos)