PDA

Bekijk de volledige versie : Flexistentialisme, de nieuwe gierigheid


Barst
21st February 2010, 21:23
Flexistentialisme, de nieuwe gierigheid


Hebt u ze ook, kennissen die u graag met een fles bubbels zien aandraven maar zelf nooit meer schenken dan een fles rode wijn van dubieuze origine? Als ze ze al niet 'op de tafel vergeten zijn'? Of vrienden die net altijd naar het toilet moeten wanneer de rekening komt? Dacht u dat het gierigaards waren? Nee hoor, het zijn gewoon kinderen van hun tijd.


'Flexistentialisten die strategisch navigeren.' Ziedaar een uitdrukking waarmee u uw disgenoten tijdens een verplicht familiediner als met een natte dweil in de nek kunt slaan. Zwemmerige blikken alom gegarandeerd. Voor alle duidelijkheid: het is gewoon een omschrijving voor hippe twintigers, dertigers en veertigers van vandaag die ogenschijnlijk een rijkelijk leventje leiden, maar ergerlijk de vinger op de knip houden bij een rondje op café, een verjaardag of een geboorte.

Vriendin Alice is eenenveertig, een weduwe met vier opgroeiende kinderen die ze in haar uppie opvoedt. Met haar chaotische huishouden heeft ze het niet bepaald breed, maar ze is de vleesgeworden gulheid. Wordt ze uitgenodigd op een etentje, daagt ze steevast op met schotels hapjes en kartonnetjes wijn. Krijgt ze kleding van hulpvaardige vrienden, dan laat ze je altijd meedelen in haar overvloed. Ooit gaf ze zelfs haar lichaam aan een bejaarde man in het zwembad, omdat ze vond dat dat precies was wat hij nodig had.

Benoît is hoogopgeleid en welstellend. Zijn riante woning is de mooiste van de straat, maar winter en zomer is het er altijd koud. Verjaardagscadeautjes kopen is zijn ding niet. Op reis kiest hij het duurste hotel van de stad, maar wel de minst prijzige kamer. Eten in het restaurant van het hotel doet hij ook niet, hij gaat liever elke avond naar het goedkope bistrootje om de hoek.

Wat maakt de een gul en de ander gierig?


RIJK MAAKT NOG NIET GUL

We steken ons licht op bij trendwatcher Herman Konings. De twintigers, dertigers en veertigers die vandaag aan zet zijn, weet Konings, hebben het niet zo gemakkelijk. Velen van hen zijn onder de brede vleugels van hun babyboomouders in alle comfort grootgebracht, maar zijn nu voortdurend in strijd met een gebrek aan tijd, geld en ruimte. In tegenstelling tot hun ouders vroeger werken ze harder, verdienen ze minder en worden ze geconfronteerd met hogere kosten.

Reken daar gerust ook een grote groep veertigers bij. Die staan professioneel misschien al verder dan hun jongere lotgenoten, maar ze zijn vaak materieel een tiental jaar achteruitgezet door een scheiding of de kost van opgroeiende kinderen. Toch vormen ze geen boehoehoe-generatie, maar een levenslustige bende die het hoofd niet laat hangen. Zij zijn op existentieel vlak zo flexibel dat ze hun leven toch nog zo leuk mogelijk maken. Dat doen ze door 'strategisch te navigeren', en op die manier maximaal en optimaal rendement te halen uit hun leven. Concreet: ze gaan keuzes maken.

Die skireis naar het mondaine oord Aspen met de ex-studiegenoten is eigenlijk te prijzig, maar misschien lukt het nog net als ze op andere gebieden op de kleintjes letten. De flexistentialisten zijn kampioenen in spaarmethodes allerhande, aldus Herman Konings. Kleine ingrepen die alleen niet veel voorstellen, maar samen toch wat opleveren. De flexistentialisten kopen vintage - zeg nooit 'tweedehands'! - op eBay of nieuwe spullen tegen halve prijs. Ze goochelen met kortingsbonnen, doen mee aan enquêtes die iets opleveren. Ze rijden op gevaar van eigen leven achter een andere auto onder de parkingslagboom door om toch maar geen ticket te hoeven betalen.

En ja, soms raken hun besparingen ook de mensen die ze graag zien. Een rondje trakteren op café wordt handig ontweken, verjaardagscadeautjes worden 'vergeten' en vrienden uitnodigen draait uit op een spaghettiavond, overgoten met een paar flessen goedkope wijn. Als er al wordt uitgenodigd. Vriend Charles houdt van stijlvolle etentjes en kreeg vroeger regelmatig vrienden over de vloer. Maar daar is hij mee gestopt. 'We worden nooit eens zelf uitgenodigd', klaagt hij. 'Al was het maar voor een onnozele spaghetti, want ik weet best dat niet iedereen het even breed heeft. Maar zelfs dat is er voor sommigen blijkbaar te veel aan.'


DURE JURK, GOEDKOPE ERWTJES

Maar waarom is vriendin Alice zo gul, terwijl ze al niet veel heeft, en is de welgestelde Benoît zo gierig? Het heeft zeker niet alleen met geld te maken. Volgens Konings moet de oorzaak in de kindertijd worden gezocht. 'De flexistentialisten zijn het slachtoffer van hun opvoeding. Hun ouders, de babyboomers, zijn de eersten geweest die zich zo enthousiast op de massaconsumptie gegooid hebben. Ze hebben hun kinderen meegesleurd in die stroom van verleidingen en hun alles gegeven wat ze wilden. Als je dan op je eigen benen gaat staan, is het moeilijk om die zaken op te geven.'

Dat is voor Isabelle (29) heel herkenbaar: 'Wij kregen altijd kleren uit de mooiste boetieks van het stadscentrum. C&A bijvoorbeeld, daar lachten wij mee. Dat was goedkoop en lelijk. Vandaag zou ik me beter beperken tot Zara en H&M, maar ik kan het toch niet laten om af en toe een boetiek als Chine binnen te glippen. En dan kunnen er in de tweede helft van de maand geen extraatjes meer af, dan let ik zelfs op de kleinste uitgaven. Dan koop ik erwtjes van het supermarktmerk, bijvoorbeeld.'

Vriendin Alice heeft nog nooit van Chine gehoord. De hele designerwereld speelt zich mijlenver van haar bed af. Dat was in haar jeugd niet anders: ze komt uit een groot, hecht en vrolijk arbeidersgezin, dat volledig in het lokale verenigingsleven ingebed was en weinig aandacht had voor materiële toestanden. 'Ik heb nog nooit lingerie in een boetiek gekocht', vertrouwde ze me onlangs onbezorgd toe. 'Ik draag meestal afdragertjes van vriendinnen.' Het is duidelijk dat Alice van haar ouders een mooi cadeau heeft meegekregen: ze is ongevoelig voor de status die het hebben van bepaalde dingen met zich meebrengt.

'Voor de flexistentialisten draait het allemaal om status', zegt Herman Konings. 'De gloednieuwe stoomoven waarmee je indruk op je vrienden maakt, de juiste wagen, de verre reis. Al sta je onder budgettaire druk, die mag zeker niet afstralen op je statussymbolen.'

Is die hang naar materiële welstand dan geen blijk van onzekerheid? 'Vaak', bevestigt Konings. 'Al dat uiterlijk vertoon is dikwijls één grote schreeuw om bevestiging. Al mag je zeker niet veralgemenen. Soms gaat het bij mensen ook om een echte passie, waarvoor ze absoluut alles overhebben. Denk maar aan autofreaks, of fanatieke skiërs die absoluut twee of drie keer per jaar op de latten willen staan om zich te kunnen uitleven. Het is ook mooi meegenomen dat je vandaag in de media op allerlei manieren wordt aangemoedigd om te sparen. Wist je dat je per jaar 120 euro kunt besparen als je de temperatuur in je koelkast één graadje verhoogt? En bovendien zijn veel van die spaartips ecologisch. Dan ben je nog eens hip bezig, ook.'


MONEY, MONEY, MONEY

Allemaal goed en wel, maar wist u dat gierigheid een van de zeven hoofdzonden is? Dat vertelt ons de Vlaamse filosoof en ethicus Etienne Vermeersch. 'Volgens de filosoof Georg Simmel is het een heel natuurlijke eigenschap', zegt Vermeersch. 'Gierigheid heeft haar oorsprong in de bezitsdrang die we ook bij dieren zien. Als ze een prooi hebben buitgemaakt, willen ze die zelf nuttigen. Dat breidt zich uit tot het gezin, want jongen moeten gevoed worden, maar bij die beperkte kring houdt het op.'

'Bij de primitieve mens is die situatie veranderd toen de ruilhandel ontstond - mijn zak graan tegen jouw zak fruit - en helemaal toen het geld zijn intrede deed. Met die uitvinding kon de mens aan behoeften voldoen waarvoor hij zelf geen tijd kon vrijmaken. Iemand inhuren voor poets- en strijkwerk, bijvoorbeeld. Maar op dat moment, zegt Simmel, ontstaat er een risico op vervreemding. Sommige mensen vergeten dat geld enkel een middel is om iets anders te bereiken of te verkrijgen. Ze raken er zo aan gehecht dat ze geldbezit op zich als het hoogste goed gaan beschouwen. En dat is het begin van de gierigheid.'

Terug naar de flexistentialisten. Die geven hun geld wel uit, maar alleen aan zichzelf. Is 'gierigheid' dan wel het juiste etiket? Vermeersch: 'Dat is inderdaad geen gierigheid, maar een bepaalde vorm van zuinigheid. Wie weinig geld heeft, zal afwegen waaraan hij zijn centen wil uitgeven. Wie gevoelig is voor erkenning en graag gezien wil worden door zijn omgeving, zal gul zijn portefeuille openzetten bij rondjes op café, verjaardagscadeaus en collectes voor goede doelen. Wie daarentegen vooral zijn eigen behoeftes wil bevredigen, zal zijn vinger op die momenten ferm op de knip houden. Dat is dan de spaarzame tot zelfs gierige medemens.'

Beschamend toch, dat laatste geval? 'Ja', bevestigt Vermeersch laconiek. 'Het is beschamend omdat het bevreemdend is: het is een omkering van onze culturele doeleinden. Behoeften die wij normaal noemen - de nood aan vriendschap, liefde en erkenning - worden dan ontkend en dat is verwerpelijk. Menselijk gezien is zo'n gedrag een totale aberratie.'


OPGEKROPT ZWEET

Ook hoogleraar Kerkelijk Recht Rik Torfs vindt gierigheid een weinig aantrekkelijke menselijke eigenschap. 'Ik vind het maar benepen. Het eigen genot in de strikte zin wordt vooropgezet, dat is niet zeer glorieus. Trouwens, mensen zijn er zelf beschaamd over. Ze noemen zichzelf niet graag 'zuinig' of 'gierig'. 'Lui', ja, dat kan. En dan willen ze eigenlijk zeggen: ik ben fantastisch.'

'Gierigheid is voor mij bekrompenheid op materieel vlak. Gierigaards sluiten zich af van de wereld en kleven daar dan het etiket 'gezond verstand' op. Ze zijn zogezegd niet gierig, maar spaarzaam. Dan zie je op skivakantie al die spaarzamen de berg af skiën en met gebroken benen terugkeren. Een straf Gods!'

'Ooit werd ik door iemand uitgenodigd om te gaan eten, en die man bestelde één voorgerecht voor ons tweeën. Dat smaakte naar opgekropt zweet en krampachtigheid. Vriendschap mag niet berekend zijn. Ik hou van generositeit, convivialiteit, exuberantie. Meteen een hele fles bijbestellen in plaats van een glas. Bij vriendschap mogen de limieten niet in zicht zijn. Gierigheid is trouwens niet alleen materieel, het is ook de weigering om tijd te maken voor anderen. Toch is het zo belangrijk om ook met je tijd genereus te zijn.'

Ik besluit ten slotte om een discrete rondvraag te doen in mijn omgeving over mijn eigen al dan niet gierige persoonlijkheid. 'Nee hoor', zeggen mijn kinderen geruststellend. 'Jij bent helemaal niet gierig.' Waarop mijn dochter prompt nuanceert: 'Behalve met je eerste blikje cola light van de dag. Dan kan er zelfs geen slokje af.'


DS, 20-02-2010 (Karolien Van Cauwelaert)