PDA

Bekijk de volledige versie : Liegen voor het vliegen


Barst
21st January 2010, 18:31
Liegen voor het vliegen


Sommige leugenaars zijn te ontmaskeren als je het ze moeilijk maakt met onverwachte detailvragen. Maar anderen zijn nooit te pakken.


‘Heeft u gevaarlijke stoffen in uw bagage?' ‘Wat is het doel van uw reis?' ‘Heeft u connecties met een terroristische organisatie?' Wie kwade bedoelingen heeft, zoals de Nigeriaan die met Kerst een aanslag wilde plegen op een Amerikaans vliegtuig, zal nooit eerlijk antwoord geven op zulke vragen. Dus het zou fijn zijn als beveiligingsmedewerkers op het vliegveld konden zien wie liegt voor hij vliegt, en wie niet.

Maar zover zijn we nog lang niet. In het meeste onderzoek naar leugendetectie tot nu toe, zegt de Nederlands-Britse psycholoog Aldert Vrij, presteren mensen gemiddeld nauwelijks boven kansniveau (50 procent) als ze proberen te achterhalen of iemand liegt of de waarheid spreekt — en experts doen het niet beter. Zelf heeft Vrij nieuwe methoden ontwikkeld waarmee hij 70 tot 80 procent haalt.

Een ander probleem is dat vrijwel al dat onderzoek gericht is op leugens over dingen die al gebeurd zijn — al gepleegde misdrijven bijvoorbeeld. ‘Maar na 9/11 is duidelijk geworden dat er ook behoefte is om mensen te betrappen die liegen over wat ze van plan zijn', zegt Vrij. Zijn collega's en hij zijn begonnen met onderzoek daarnaar.

Vrij is hoogleraar toegepaste sociale psychologie aan de universiteit van Portsmouth aan de Engelse zuidkust. Hij treedt ook op als getuige-deskundige bij rechtszaken, en geeft advies aan de (Britse) politie over verhoortechnieken. En aan Defensie en beveiligingsorganisaties, bijvoorbeeld op vliegvelden. ‘Maar daar kan ik niet over praten.'

Over zijn onderzoek kan hij natuurlijk wel vertellen, en ook dat heeft iets jongensboekachtig spannends. Vrij en zijn collega's lieten proefpersonen bijvoorbeeld een pakje ophalen bij het ene gebouw en naar het andere brengen. Onderweg werden de proefpersonen — agenten en militairen — aangesproken door andere ‘geheimagenten'. Als die van de vijand waren en het wachtwoord dus niet kenden, moesten ze tegen hen liegen, en anders de waarheid vertellen over de missie. De proefpersonen werden op onverwachte momenten aangesproken, zowel voor het ophalen van het pakje als na het afleveren ervan. Zo konden de onderzoekers zien of liegen over plannen en bedoelingen systematisch verschilde van liegen over iets wat al gebeurd was — en hoe liegen over bedoelingen verschilde van de waarheid spreken.

Dat laatste onderzochten de psychologen ook in een meer alledaagse context: ze vroegen sommige mensen op het vliegveld om te liegen over de reis die ze gingen maken en anderen om de waarheid te vertellen, en keken dan of de verhalen van leugenaars systematisch verschilden van mensen die de waarheid vertelden.

De resultaten (die binnenkort worden gepubliceerd in de vakbladen Applied Cognitive Psychology en Psychology, Crime and Law) zijn nog niet direct toepasbaar in de praktijk, maar wel ‘een eerste aanzet', zegt Vrij. Mensen blijken even gedetailleerd over hun bedoelingen te vertellen wanneer ze liegen als wanneer ze de waarheid spreken – als mensen liegen over iets wat al gebeurd is, gebruiken ze gemiddeld juist minder details, omdat ze daarop gepakt kunnen worden. Maar de ware verhalen over wat iemand van plan is, zijn wel plausibeler dan de leugens. En daardoor blijkt het al met al, als je verder geen kunstgrepen toepast, zelfs iets gemakkelijker om iemand te betrappen die over de toekomst liegt dan over het verleden. Daarnaast is het gemakkelijker om leugens te herkennen op basis van een uitgeschreven gesprek dan tijdens het gesprek.


Maar dat laatste is in de praktijk natuurlijk niet handig.

‘Nee. De uitdaging is dus om verbale kenmerken te zoeken die waarheidssprekers van leugenaars onderscheiden. Vervolgens kun je beoordelaars trainen om op die kenmerken te letten. Ik ben ervan overtuigd dat het kan.'


Maar de plausibiliteit van een verhaal is dus het belangrijkste kenmerk om mensen die liegen over wat ze van plan zijn te betrappen — en terroristen zullen hun verhaal toch wel goed voorbereiden?

‘Er is nog een andere reden waarom plausibiliteit niet ideaal is: het is een subjectieve maat. Maar we zijn nu op zoek naar objectieve kenmerken van plausibiliteit. En inderdaad, terroristen zullen zich voorbereiden, maar dan kun je de techniek van verwachte en onverwachte vragen toepassen die wij hebben ontwikkeld.'

Voor de ontwikkeling van die techniek had Vrij een onderzoek gedaan waarin hij de helft van zijn proefpersonen in tweetallen geld liet stelen. Dat moesten ze tegenover een medewerker ontkennen . Vrij gaf er ook een alibi bij: ze waren samen gaan lunchen. De andere proefpersonen hadden dat echt gedaan. Vervolgens werden alle proefpersonen twee aan twee ondervraagd.

‘Mensen kunnen zich niet overal op voorbereiden', zegt Vrij. ‘Dus je moet eerst een paar vragen stellen die ze wel verwachten: wat heb je gegeten, waar hebben jullie het over gehad. Dat hebben ze voorbereid. Dan ga je door met vragen die in die context logisch zijn maar onverwacht, en die moeilijk met “dat weet ik niet” kunnen worden beantwoord. Bijvoorbeeld naar ruimtelijke informatie: waar zat je ten opzichte van de deur, aan welke kant van de tafel stond de ober? Leugenaars gaan dan langzamer praten, haperen vaker, worden nog minder gedetailleerd en spreken zichzelf vaker tegen.'


Ze worden nerveus?

‘Nee, ze raken overbelast in hun denken. Leugenaars zijn lang niet altijd nerveuzer — dat denken veel mensen, maar iemand die de waarheid spreekt, kan ook heel nerveus zijn, zeker bij een politieverhoor. Leugenaars moeten wel meer nadenken, zeker als je het hun moeilijk maakt. De kern is dus: kun je vragen stellen waarmee je dat verschil tussen waarheidssprekers en leugenaars kunt uitvergroten, zodat ze zichzelf klem zetten? En dat blijkt soms te kunnen. '

Wat bijvoorbeeld ook goed werkt, is tekeningen laten maken: teken eens een plattegrondje van het restaurant? Of je laat iemand de gebeurtenissen in omgekeerde volgorde vertellen — dat is voor leugenaars ook moeilijker dan voor waarheidssprekers.'


Is er eigenlijk sprake van een “wapenwedloop” bij ondervragingen? Gaan verdachten zich er door uw onderzoek op voorbereiden dat ze misschien tekeningen moeten maken?

‘Ja, dat risico bestaat altijd. Maar mijn collega's en ik hebben bijvoorbeeld vrij veel geschreven over hoe je de polygraaf kunt belazeren (de klassieke leugendetector uit films en stripverhalen, die een lijntje tekent dat plotseling kan uitslaan, red.), en ik heb niet het idee dat veel verdachten die artikelen lezen. De polygraaf meet wat we arousal noemen — opwinding, dus hartslag, bloeddruk, zweet. Ook weer gebaseerd op de aanname: leugenaars zullen wel zenuwachtig zijn. Het is een zeer naïeve, onbetrouwbare methode die te veel mensen ten onrechte als leugenaar aanwijst. Op vliegvelden heb je er sowieso niets aan, daar is bijna iedereen onschuldig. De polygraaf is een erg slechte test, die zelfs tot valse bekentenissen kan leiden.'


Ik kan me maar moeilijk voorstellen dat iemand iets gaat bekennen als hij het niet heeft gedaan.

‘Dat kunnen maar weinig mensen zich voorstellen. Dat maakt het ook zo gevaarlijk.'


Maar waarom zou iemand dat doen?

‘Kijk, als je genoeg druk uitoefent, kun je iedereen laten bekennen. Dan worden er dingen gezegd als: we laten je echt niet gaan als je niet bekent; dan pakken we je vrouw ook op en dan moeten je dochters naar een tehuis, dus dat worden later hoeren.'

‘En sommige mensen gaan zelf ook echt denken dat ze het wel gedaan zullen hebben, als iedereen dat tegen ze zegt of als ze hebben gefaald bij de polygraaftest. Verder zijn er mensen die spontaan dingen bekennen die ze niet gedaan hebben omdat ze dat mooi en macho vinden — dat is een bekend gegeven, dat weet de politie ook. Of een agent zegt tegen een verdachte: beken nou maar, dan kunnen we naar huis. Ja, die agent kan dan naar huis — de verdachte niet. Je moet ook bedenken: de gemiddelde verdachte in een politieverhoor is vrij onnozel, die heeft een IQ zwaar beneden het gemiddelde.'


Maar iemand met een laag IQ heeft ook problemen met dingen in omgekeerde volgorde vertellen of plattegrondjes tekenen.

‘Daarom moet je zo'n ondervraging ook beginnen met vragen die mensen wel verwachten. Dan kun je het verschil binnen één persoon zien.'


Eigenlijk moet de polygraaf volgens u helemaal niet meer gebruikt worden.

‘Nou, in Japan wordt de polygraaf op een andere manier gebruikt. Daarbij worden stukjes informatie aangeboden in het format van een meerkeuzevraag. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd “waar lag het lijk”, en dan volgen verschillende opties. De gedachte daarachter is dat alleen een schuldige persoon het juiste antwoord kan weten, en dat je het dus aan zijn reactie ziet als dat item opkomt. De Guilty Knowledge Test heet dat — en die werkt wel. Maar leugendetectietests die op nervositeit gebaseerd zijn... het bewijs dat die werken, is zeer zwak. In de Verenigde Staten zijn zulke tests wel heel populair bij de politie en bij defensieachtige bedrijven — daar zijn ze meer geneigd om een bekentenis sowieso als een succes te zien. Wat ze daar ook veel gebruiken, is het Behavioral Analysis Interview. Er zijn meer dan een half miljoen mensen in getraind: een reeks standaardvragen waarbij ze naar tekenen van nervositeit kijken, dus friemelen, wiebelen, wegkijken. Maar neem die Nigeriaan die met Kerst die aanslag wilde plegen — die maakte een heel kalme indruk op medepassagiers. Dat komt overeen met onderzoek, maar het is niet wat medepassagiers verwachten.'

‘En ook die interviewtechniek kan weer tot valse bekentenissen leiden. Iemand die een misdrijf gepleegd heeft, realiseert zich meer: ik moet niet zitten wiebelen, want dat komt slecht over. Iemand die niets gedaan heeft, kan soms te naïef denken: het komt wel goed.'


Komt er ooit een methode waarmee we zeker kunnen weten of iemand liegt of niet?

‘Nee. Ook niet via hersenscans — er bestaat bijvoorbeeld geen “leugencentrum” in de hersenen, weten we al. Sommige leugenaars gaan we gewoon nooit pakken.'


DS, 21-01-2010 ( © NRC Handelsblad - Ellen de Bruin)