Barst
19th January 2010, 02:58
Levensles
Laatst vroeg ik een klant wat zijn doelstellingen waren inzake giften aan zijn kinderen. De man staarde mij aan alsof ik hem enorm beledigd had. 'Ik zou hoegenaamd niet weten waarom ik nog maar zou overwegen om aan één van mijn kinderen iets te geven op korte termijn', stelde hij. 'Ik heb het beste met mijn kinderen voor, dus ik wens hun creativiteit op geen enkele wijze te beknotten. Let op, ik zie mijn kinderen heel graag en juist daarom wil ik hen het leven niet te zeer faciliteren.' Ik fronste blijkbaar de wenkbrauwen bij deze stelling want hij had een zekere scepticisme in mijn lichaamstaal ontwaard. 'Ik zal u mijn zienswijze duiden.'
'Toen mijn broer en ik nog kinderen waren, kregen wij elke week van onze vader zakgeld. Niet veel, maar genoeg om ons te leren omgaan met geld. Ik was heel behoedzaam en bedachtzaam met dat budget. Ik kocht zondag wat snoepgoed maar had meestal wat over dat ik bewaarde in mijn spaarvarken om het tweemaal per jaar op mijn spaarboekje te storten. Ik voelde mij er goed bij dat ik geld aan de kant kon zetten en dat ik een rekening bij de bank had waar geld op stond. Ik zag ook dat mijn ouders mijn verantwoordelijke ingesteldheid waardeerden: onze oudste zoon is een heel pientere en vooruitziende jongen want hij heeft al een spaarrekening bij de bank, het is absoluut geen losbol.'
'Mijn broer daarentegen, die liet het geld rollen. Altijd was zijn zakgeld uitgegeven vooraleer het zondagavond was. Veelal aan waardeloos speelgoed dat een week later in de vuilbak verdween. Nooit heeft hij een spaarboekje gehad. Integendeel. Toen we adolescenten waren, had hij een permanente openstaande kredietlijn bij mijn ouders. Hij kocht vaak onbesuisd zaken waar hij het geld niet voor had en vroeg dan aan vader of moeder om het verschil bij te passen. Wat ze meestal dan ook deden, zijn gedrag steeds vergoelijkend. Als ik iets boven budget wenste te kopen en op voorhand een extra vroeg aan vader of moeder kwam ik meestal van een kale reis thuis. Jongen, klonk het dan, je gaat je geld toch niet aan dat soort van prullen besteden, jij weet toch beter!'
'Nu zijn mijn broer en ik jonge vijftigers. Ik ben financieel onafhankelijk, maar dat is enkel het resultaat van een leven lang verstandig met de zaken om te gaan. Mijn broer heeft op heden een gros stielen en 169 ongelukken achter de rug. Nog steeds heeft hij geen rooie duit. Vader en moeder hebben reeds meerdere keren voor zijn financiële escapades mogen opdraaien. Maar nog steeds brengen ze begrip op voor de zwakke financiële ruggengraat van mijn broer.'
'Ik neem ze daarvoor niets kwalijk, echt niet. Ik waardeer hun christelijke loyauteit ten opzichte van de zwakkeren, ze zijn ook zo opgevoed. Maar ik vraag mij alleen af of zij mijn broer hiermee een dienst hebben bewezen in zijn leven. Als je weet dat er altijd iemand klaarstaat om voor jouw dwaasheden te betalen, waarom zou je dan overwegen om ze niet te begaan. Mijn broer zal het worst wezen, hij leeft er maar op los met alweer een nieuwe wagen op krediet die hij vorige week in dronken toestand tegen een boom parkeerde. Pa zal het wel bijpassen. Om die reden wil ik mijn kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen. Ik weet dat het in de hedendaagse samenleving geen bon ton is om zo te handelen. Dat ik bij velen hardvochtig of zelf egoïstisch overkom. Maar dat zal mij een zorg wezen. Ik weet voor mijzelf dat ik hierdoor mijn kinderen iets meegeef wat ze nergens anders kunnen leren: creativiteit, doorzettingsvermogen, respect en waardebesef. Allemaal zaken die vandaag nogal lacherig worden afgedaan als oubollig.'
Jo Stremersch is vennoot bij Stremersch, Van Broekhoven& Partners.
DS, 18-01-2010
Laatst vroeg ik een klant wat zijn doelstellingen waren inzake giften aan zijn kinderen. De man staarde mij aan alsof ik hem enorm beledigd had. 'Ik zou hoegenaamd niet weten waarom ik nog maar zou overwegen om aan één van mijn kinderen iets te geven op korte termijn', stelde hij. 'Ik heb het beste met mijn kinderen voor, dus ik wens hun creativiteit op geen enkele wijze te beknotten. Let op, ik zie mijn kinderen heel graag en juist daarom wil ik hen het leven niet te zeer faciliteren.' Ik fronste blijkbaar de wenkbrauwen bij deze stelling want hij had een zekere scepticisme in mijn lichaamstaal ontwaard. 'Ik zal u mijn zienswijze duiden.'
'Toen mijn broer en ik nog kinderen waren, kregen wij elke week van onze vader zakgeld. Niet veel, maar genoeg om ons te leren omgaan met geld. Ik was heel behoedzaam en bedachtzaam met dat budget. Ik kocht zondag wat snoepgoed maar had meestal wat over dat ik bewaarde in mijn spaarvarken om het tweemaal per jaar op mijn spaarboekje te storten. Ik voelde mij er goed bij dat ik geld aan de kant kon zetten en dat ik een rekening bij de bank had waar geld op stond. Ik zag ook dat mijn ouders mijn verantwoordelijke ingesteldheid waardeerden: onze oudste zoon is een heel pientere en vooruitziende jongen want hij heeft al een spaarrekening bij de bank, het is absoluut geen losbol.'
'Mijn broer daarentegen, die liet het geld rollen. Altijd was zijn zakgeld uitgegeven vooraleer het zondagavond was. Veelal aan waardeloos speelgoed dat een week later in de vuilbak verdween. Nooit heeft hij een spaarboekje gehad. Integendeel. Toen we adolescenten waren, had hij een permanente openstaande kredietlijn bij mijn ouders. Hij kocht vaak onbesuisd zaken waar hij het geld niet voor had en vroeg dan aan vader of moeder om het verschil bij te passen. Wat ze meestal dan ook deden, zijn gedrag steeds vergoelijkend. Als ik iets boven budget wenste te kopen en op voorhand een extra vroeg aan vader of moeder kwam ik meestal van een kale reis thuis. Jongen, klonk het dan, je gaat je geld toch niet aan dat soort van prullen besteden, jij weet toch beter!'
'Nu zijn mijn broer en ik jonge vijftigers. Ik ben financieel onafhankelijk, maar dat is enkel het resultaat van een leven lang verstandig met de zaken om te gaan. Mijn broer heeft op heden een gros stielen en 169 ongelukken achter de rug. Nog steeds heeft hij geen rooie duit. Vader en moeder hebben reeds meerdere keren voor zijn financiële escapades mogen opdraaien. Maar nog steeds brengen ze begrip op voor de zwakke financiële ruggengraat van mijn broer.'
'Ik neem ze daarvoor niets kwalijk, echt niet. Ik waardeer hun christelijke loyauteit ten opzichte van de zwakkeren, ze zijn ook zo opgevoed. Maar ik vraag mij alleen af of zij mijn broer hiermee een dienst hebben bewezen in zijn leven. Als je weet dat er altijd iemand klaarstaat om voor jouw dwaasheden te betalen, waarom zou je dan overwegen om ze niet te begaan. Mijn broer zal het worst wezen, hij leeft er maar op los met alweer een nieuwe wagen op krediet die hij vorige week in dronken toestand tegen een boom parkeerde. Pa zal het wel bijpassen. Om die reden wil ik mijn kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen. Ik weet dat het in de hedendaagse samenleving geen bon ton is om zo te handelen. Dat ik bij velen hardvochtig of zelf egoïstisch overkom. Maar dat zal mij een zorg wezen. Ik weet voor mijzelf dat ik hierdoor mijn kinderen iets meegeef wat ze nergens anders kunnen leren: creativiteit, doorzettingsvermogen, respect en waardebesef. Allemaal zaken die vandaag nogal lacherig worden afgedaan als oubollig.'
Jo Stremersch is vennoot bij Stremersch, Van Broekhoven& Partners.
DS, 18-01-2010