PDA

Bekijk de volledige versie : Marshmellow of Temptation


Barst
5th January 2010, 21:29
Marshmellowtest


In de jaren 1960 ontwikkelde professor Walter Mischel van de Stanford University een simpele test. Samen met een kind gaat hij in een kamer zitten waar een marshmallow op een bordje ligt. Het kind mag dit snoepje opeten, maar krijgt te horen dat Mischel eerst even weg moet. Als de marshmallow er nog ligt als de professor terugkomt, zal het kind beloond worden met nog meer snoep. Ligt de marshmallow er niet meer, dan krijgt het kind niets meer. Vervolgens verdwijnt Mischel voor twintig minuten achter een spiegelraam om het gedrag van het kind te observeren. De vraag die hij zich daarbij initieel stelde, was die naar de strategieën die kinderen zouden ontwikkelen om weerstand te bieden tegen een verleiding.


Het experiment werd bekend als 'the Marshmallow of Temptation' en werd sindsdien talloze keren herhaald (op youtube kan je je amuseren met het bijwijlen hilarische gedrag van geteste kinderen). Mischel kwam met zijn test meer op het spoor dan aanvankelijk gepland. Aangezien veel testpersonen klasgenoten waren van zijn eigen kinderen, kon hij hen gedurende vele jaren opvolgen. Daarbij viel het hem op dat de kinderen die goed aan de verleiding hadden kunnen weerstaan later ook betere resultaten haalden op school, niet in aanraking kwamen met de politie en geen drugsproblemen ontwikkelden. Mischel deed de test daarop opnieuw en volgde de testpersonen tot in hun volwassen leven. Het bleek dat factoren van succes als duurzaam huwelijksgeluk, status in de samenleving of aanzien op het werk allemaal significant gerelateerd konden worden aan het vermogen van mensen om op jonge leeftijd te kunnen weerstaan aan de verleiding van de marshmallow.

Het werd de basis voor de theorie van delayed gratification: als we kinderen leren om niet toe te geven aan hun impuls tot onmiddellijke genoegdoening door middel van een latere beloning, dan zullen ze beter strategieën ontwikkelen om kansen in te schatten en om beproevingen te doorstaan zodat ze uiteindelijk succesvoller zullen zijn in het leven. Eigenlijk herontdekte Mischel daarmee een wijsheid uit het Oude Testament. Zelfs al beloof je een mens het aards paradijs op voorwaarde om van één snoepje af te blijven, dan nog is het niet evident dat hij aan die verleiding kan weerstaan. Door die ene fatale beet in de appel van de boom der wijsheid, verloor de mens zijn onschuld en werd hij verdoemd tot in de eeuwigheid in het zweet zijnes aanschijn te werken voor de kost.

Met andere woorden, het zit nu eenmaal in onze genen om te zondigen als we daartoe de verleiding voelen. Heel de joods-christelijke moraal is gebaseerd op de uitgestelde beloning in het hiernamaals als we in ons leven aan die natuurlijke impuls weten te weerstaan. Of dat tenminste, na het opbiechten van onze zonden, telkens opnieuw proberen.

Maar ja, wie gelooft er in de 21ste eeuw echt nog dat we rijstpap met gouden lepeltjes gaan eten als we na een goed leven het ondermaanse verlaten? Het overboord kieperen van de joods-christelijke traditie creëerde een vacuüm dat werd opgevuld door de overtuiging dat het helemaal niet intrinsiek slecht is om aan natuurlijke impulsen toe te geven. Tenslotte, waarom onze korte passage in het aardse tranendal al te zeer laten bezwaren door betuttelende gedachten over schuld en boete? In delayed gratification geloven we niet meer. Met een cartesiaans scepticisme wordt alles wat de mens in de weg staat om volgens zijn impulsen te leven radicaal in vraag gesteld. Van het materialisme dat overbleef, maakten we dan maar een nieuwe cultus. Afgaande op de exploderende weekendbijlagen in onze kranten of op de massale verkoop van allerhande boeken over hoe we het maximum kunnen halen uit eten, drinken, reizen, kleding, cosmetica, lifestyle, auto's, lichaam… lijkt het alsof we vruchteloos proberen de fysica tot metafysica op te tillen. Zelfs boeken over hapklare zingeving, genre mindfulness, schuiven als zoete broodjes over de toonbank.

Van onze schuldgevoelens geraakten we echter niet af - daarom moet er nu eco of bio op al onze hebbedingetjes staan - en gelukkiger werden we evenmin. Integendeel, evidente dingen lijken plots heel erg moeilijk geworden. Hoe moet je bijvoorbeeld kinderen opvoeden zonder hun vrijheid geweld aan te doen? In zijn column stelt Tom Heremans dat we dat vaak gewoon niet meer durven en daarom ieder probleem buiten de opvoeding plaatsen door het te medicaliseren (wat we overigens niet alleen met onze kinderen doen). Het disciplineren van kinderen werd een wetenschap die schijnbaar alleen nog door mensen kan worden uitgeoefend die daar speciaal voor opgeleid zijn, maar die gelukkig wel veelvuldig boeken op de markt brengen. Groot was dan ook de opluchting toen deze krant ons meldde dat de wetenschap het licht weer op groen heeft gezet om een pedagogische tik te geven aan kleine kinderen als die hun vrijheid al te liederlijk opvatten. Een tik op de vingers voor wie niet van de marshmallows kan blijven, ik had er destijds beter wat meer gekregen.

Bart De Wever is voorzitter van de N-VA.


DS, 05-01-2010