Barst
28th December 2009, 01:24
Studenten vullen gaten in onderwijsnet
BRUSSEL - Ruim 1.500 kinderen uit - vooral kansarme - Vlaamse gezinnen krijgen dit jaar individuele ondersteuning van studenten. En de aanvragen stromen binnen.
'Student tutors' heten ze. Ze volgen een pedagogische opleiding aan de universiteit of hogeschool en helpen leerlingen uit het lager en secundair onderwijs die problemen hebben. Kinderen uit een kansarm gezin bijvoorbeeld of allochtone scholieren die onvoldoende Nederlands spreken. De studenten zoeken hen wekelijks op, thuis of op school. Samen maken ze huiswerk, werken ze op pijnpunten, bekijken ze de agenda.
En tutoring werkt, blijkt uit een rapport van de Koning Boudewijnstichting (KBS). Zowel de student die ondersteunt als het kind, zijn ouders en leerkracht hebben er baat bij. Logisch dus dat het initiatief in de lift zit. Het eerste project in Vlaanderen dateert van 2002, het jaar waarin het eerste decreet Gelijke Onderwijskansen (GOK) werd opgesteld. Toen startten Jean-Pierre Markey en Mieke Verhulst in Oostende De Katrol op. De organisatie zocht en vond vrijwilligers om kinderen met leermoeilijkheden te ondersteunen. De vraag daarnaar kwam vanuit de armenorganisaties. Sindsdien is er her en der navolging gekomen. Stilaan is sprake van een structureel project. Dit jaar zullen 1.500 Vlaamse kinderen geholpen worden door ruim zeshonderd tutors. De KBS benadrukt dat de tutors 'geen surrogaatleraren' zijn, maar 'ondersteunende krachten'.
Sinds 1 september heeft De Katrol ook in Gent een tutorwerking. 'Dit schooljaar zullen honderd studenten, allemaal van de Arteveldehogeschool, kinderen uit zestig gezinnen bijstaan', zegt Katelijne Béatse, die het initiatief coördineert. 'De tutors zijn vooral derdejaarsstudenten, die tutoring kunnen kiezen als keuzevak. De jongste kinderen die ondersteund worden, zitten in de derde kleuterklas, de oudste in het vierde middelbaar.'
De Gentse tutors gaan een trimester lang elke week twee uur bij het kind thuis. 'Elders wordt de ondersteuning soms op school aangeboden, maar wij willen dat de ouders zien waar ze zelf zoal kunnen op letten om de situatie te verbeteren', zegt Béatse. De kinderen kunnen een aantal trimesters op rij hulp krijgen. 'Hooguit twee jaar. Het is niet de bedoeling dat een leerling pakweg zes jaar ondersteund wordt', zegt Béatse.
Het stramien van zo'n sessie is min of meer vast. Eerst wordt het huiswerk gemaakt, er wordt gewerkt aan wat de meeste ondersteuning nodig heeft, de schoolagenda wordt overlopen. Maar er is ook aandacht voor een rustige werkplek. 'En het laatste halfuur moet enigszins “leuk, zijn', zegt Béatse. 'Ik denk bij jonge kinderen bijvoorbeeld aan een spelletje Memory, waarbij je afbeeldingen moet onthouden.' Dat dient ook als voorbeeldactiviteit voor de ouders.
De organisaties die tutoring aanbieden, leggen hun eigen accenten, want tot nader order is de hulp niet verankerd in het onderwijs- of zorgbeleid. De financiering gebeurt via het Stedenfonds of met subsidies. Over die verankering zijn al gesprekken gevoerd met Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A), maar het is vooralsnog niet duidelijk of ze ook ergens toe zullen leiden.
'In Gent komen alleen kinderen in aanmerking die voldoen aan minstens één van de vijf GOK-criteria voor extra ondersteuning', zegt Béatse. Die criteria zijn onder meer het onderwijsniveau van de moeder, het recht op een studiebeurs en de taal die thuis gesproken wordt. 'Het is bewezen dat kinderen en jongeren die opgroeien in kansarme gezinnen minder slaagkansen hebben in het onderwijs. Ze riskeren al vanaf de basisschool een achterstand op te lopen.'
Kinderen met een leerstoornis zoals ADHD of dyslexie komen evenmin in aanmerking; voor hen is er gespecialiseerde hulp in bijvoorbeeld de CLB's. En misschien moet de selectieprocedure nog verstrengd worden, want de telefoon staat tegenwoordig niet meer stil. 'We krijgen ook steeds meer aanvragen van middenklassegezinnen, maar daar kunnen we al helemaal niet op ingaan.'
De bijstand gebeurt altijd op vrijwillige basis. 'De hulp wordt nooit opgelegd via de school of de hulpverlening', zegt Béatse. De school bekijkt welke leerlingen problemen hebben, en dan gaat Katrol bij de ouders langs en stelt voor wat ze te bieden heeft. 'Maar intussen zijn er almaar meer ouders die ons spontaan opbellen. De mond-tot-mondreclame doet haar werk.'
Dat is in Gent zeker het geval binnen de Turkse gemeenschap. '85procent van de kinderen die we helpen, is allochtoon. De grote helft daarvan is van Turkse origine. Het gaat vooral om nieuwkomers, die kampen met een taalbarrière', zegt Béatse. Dat hoge percentage Turken weerspiegelt gewoon de migratie van de stad in kwestie. 'Binnen de Turkse gemeenschap in Gent verloopt de communicatie snel. Pakistani bijvoorbeeld, die veel minder talrijk zijn, komen veel trager te weten dat hun kinderen ondersteund kunnen worden.'
www.standaard.be/tutoring
Blog DS, 27-12-2009 (Jan Desloover)
BRUSSEL - Ruim 1.500 kinderen uit - vooral kansarme - Vlaamse gezinnen krijgen dit jaar individuele ondersteuning van studenten. En de aanvragen stromen binnen.
'Student tutors' heten ze. Ze volgen een pedagogische opleiding aan de universiteit of hogeschool en helpen leerlingen uit het lager en secundair onderwijs die problemen hebben. Kinderen uit een kansarm gezin bijvoorbeeld of allochtone scholieren die onvoldoende Nederlands spreken. De studenten zoeken hen wekelijks op, thuis of op school. Samen maken ze huiswerk, werken ze op pijnpunten, bekijken ze de agenda.
En tutoring werkt, blijkt uit een rapport van de Koning Boudewijnstichting (KBS). Zowel de student die ondersteunt als het kind, zijn ouders en leerkracht hebben er baat bij. Logisch dus dat het initiatief in de lift zit. Het eerste project in Vlaanderen dateert van 2002, het jaar waarin het eerste decreet Gelijke Onderwijskansen (GOK) werd opgesteld. Toen startten Jean-Pierre Markey en Mieke Verhulst in Oostende De Katrol op. De organisatie zocht en vond vrijwilligers om kinderen met leermoeilijkheden te ondersteunen. De vraag daarnaar kwam vanuit de armenorganisaties. Sindsdien is er her en der navolging gekomen. Stilaan is sprake van een structureel project. Dit jaar zullen 1.500 Vlaamse kinderen geholpen worden door ruim zeshonderd tutors. De KBS benadrukt dat de tutors 'geen surrogaatleraren' zijn, maar 'ondersteunende krachten'.
Sinds 1 september heeft De Katrol ook in Gent een tutorwerking. 'Dit schooljaar zullen honderd studenten, allemaal van de Arteveldehogeschool, kinderen uit zestig gezinnen bijstaan', zegt Katelijne Béatse, die het initiatief coördineert. 'De tutors zijn vooral derdejaarsstudenten, die tutoring kunnen kiezen als keuzevak. De jongste kinderen die ondersteund worden, zitten in de derde kleuterklas, de oudste in het vierde middelbaar.'
De Gentse tutors gaan een trimester lang elke week twee uur bij het kind thuis. 'Elders wordt de ondersteuning soms op school aangeboden, maar wij willen dat de ouders zien waar ze zelf zoal kunnen op letten om de situatie te verbeteren', zegt Béatse. De kinderen kunnen een aantal trimesters op rij hulp krijgen. 'Hooguit twee jaar. Het is niet de bedoeling dat een leerling pakweg zes jaar ondersteund wordt', zegt Béatse.
Het stramien van zo'n sessie is min of meer vast. Eerst wordt het huiswerk gemaakt, er wordt gewerkt aan wat de meeste ondersteuning nodig heeft, de schoolagenda wordt overlopen. Maar er is ook aandacht voor een rustige werkplek. 'En het laatste halfuur moet enigszins “leuk, zijn', zegt Béatse. 'Ik denk bij jonge kinderen bijvoorbeeld aan een spelletje Memory, waarbij je afbeeldingen moet onthouden.' Dat dient ook als voorbeeldactiviteit voor de ouders.
De organisaties die tutoring aanbieden, leggen hun eigen accenten, want tot nader order is de hulp niet verankerd in het onderwijs- of zorgbeleid. De financiering gebeurt via het Stedenfonds of met subsidies. Over die verankering zijn al gesprekken gevoerd met Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A), maar het is vooralsnog niet duidelijk of ze ook ergens toe zullen leiden.
'In Gent komen alleen kinderen in aanmerking die voldoen aan minstens één van de vijf GOK-criteria voor extra ondersteuning', zegt Béatse. Die criteria zijn onder meer het onderwijsniveau van de moeder, het recht op een studiebeurs en de taal die thuis gesproken wordt. 'Het is bewezen dat kinderen en jongeren die opgroeien in kansarme gezinnen minder slaagkansen hebben in het onderwijs. Ze riskeren al vanaf de basisschool een achterstand op te lopen.'
Kinderen met een leerstoornis zoals ADHD of dyslexie komen evenmin in aanmerking; voor hen is er gespecialiseerde hulp in bijvoorbeeld de CLB's. En misschien moet de selectieprocedure nog verstrengd worden, want de telefoon staat tegenwoordig niet meer stil. 'We krijgen ook steeds meer aanvragen van middenklassegezinnen, maar daar kunnen we al helemaal niet op ingaan.'
De bijstand gebeurt altijd op vrijwillige basis. 'De hulp wordt nooit opgelegd via de school of de hulpverlening', zegt Béatse. De school bekijkt welke leerlingen problemen hebben, en dan gaat Katrol bij de ouders langs en stelt voor wat ze te bieden heeft. 'Maar intussen zijn er almaar meer ouders die ons spontaan opbellen. De mond-tot-mondreclame doet haar werk.'
Dat is in Gent zeker het geval binnen de Turkse gemeenschap. '85procent van de kinderen die we helpen, is allochtoon. De grote helft daarvan is van Turkse origine. Het gaat vooral om nieuwkomers, die kampen met een taalbarrière', zegt Béatse. Dat hoge percentage Turken weerspiegelt gewoon de migratie van de stad in kwestie. 'Binnen de Turkse gemeenschap in Gent verloopt de communicatie snel. Pakistani bijvoorbeeld, die veel minder talrijk zijn, komen veel trager te weten dat hun kinderen ondersteund kunnen worden.'
www.standaard.be/tutoring
Blog DS, 27-12-2009 (Jan Desloover)