PDA

Bekijk de volledige versie : Verenigde Staten van Europa?


Barst
13th October 2005, 16:56
Europa moet een supermacht worden


R. de Wijk, Supermacht Europa, Mets en Schilt, 1995 - Boekrecensie door Martijn Roessingh


Dat Europa naar de marge afglijdt, is geen nieuwe constatering. Maar dat het daar wat aan moet doen door zichzelf tot supermacht om te bouwen, durven maar weinigen nog te beweren. Dwars tegen de heersende opinie in bepleit polemoloog Rob de Wijk zo'n verbouwing: defensie en buitenlandse zaken moeten naar Brussel, vindt hij. Martijn Roessingh bespreekt.


Cartografisch gezien is het een prachtig beeld. Europa vormt op vrijwel alle historische en moderne kaarten het centrum van de wereld, zeker sinds in 1884 is vastgesteld dat de nulmeridiaan door Greenwich loopt. Het continent zit als een spin in het web, het is de regio waar de rest van de wereld zich op oriënteert. Maar nu dreigt het af te glijden naar de periferie. Op de nieuwe wereldkaart, zo betoogt Rob de Wijk in zijn boek Supermacht Europa, is de Pacific-regio het centrum van de wereld, en is Europa op zijn best ergens linksboven in een hoekje terug te vinden. Als toeschouwer.

Het beeld is politiek en economisch voor Europa helemaal niet prachtig, maar juist buitengewoon onaangenaam. Het reflecteert de tanende macht van Europa, dat ten onder dreigt te gaan in de economische, politieke en militaire strijd tussen de Verenigde Staten en de opkomende machten China, India, Japan, Rusland. Defensie-uitgaven gaan omhoog, staten gaan allianties aan om de toestroom van grondstoffen te garanderen, economieën groeien explosief. Europa, en de Europese Unie in het bijzonder, staat erbij en kijkt toe.

En dat is bijzonder jammer, stelt De Wijk. Voor de Europeanen zelf, die zullen verarmen, vergrijzen en cultureel steeds irrelevanter worden. Maar ook is het jammer voor het project 'Europese Unie', een 'succes zonder weerga', van 'onschatbare waarde', dat ``vrede heeft gebracht in een van oudsher door oorlogen verscheurd continent``. Wij mogen dat project niet verkwanselen, vindt De Wijk, want het is zo bijzonder dat het overal ter wereld als voorbeeld zou moeten dienen.

De enige manier om Europa te redden van marginaliteit is er een supermacht van te maken, door buitenlands beleid én defensie over te dragen aan Brussel. Dan kan de Europese diplomatie eindelijk eens geschraagd kan worden door een geloofwaardige dreiging met geweld.

Los van de vraag of je zijn liefde voor de EU deelt, is het aangenaam een auteur te lezen die zo'n duidelijke visie op Europa neerzet. De Wijk is helder, wat droog soms, over de internationale veranderingen die plaatsvinden en over de gevolgen die dat voor de Europeanen gaat hebben.

Hij excelleert in de analyse van het Amerikaanse buitenlandse beleid en van de verschillen tussen de Europese en de Amerikaanse benadering van internationale crises. Hij is hard in zijn oordeel over de oorlog in Irak - een mislukt Amerikaans avontuur - maar vreest de gevolgen als Irak alsnog 'verloren gaat' voor het Westen -- het zou een enorme aanmoediging betekenen voor islamitische extremisten. En hij geeft een aardig overzicht van het verzet van die extremisten tegen de gevestigde westerse orde, met ietwat onduidelijke lijstjes van mislukte en gelukte aanslagen op Europese doelen (zie het bijgaande lijstje).

De hele internationale context maakt zijn einddoel voor de EU onontkoombaar, vindt De Wijk. En het moet bijzonder snel gebeuren ook.

Dat is nogal een breuk met de Europese traditie, want besluitvorming in de Unie is een complex proces, waarbij al ploeterend het ene kleine stapje volgt op het andere en niemand precies weet waar de weg gaat eindigen - noch geografisch, zoals de discussie over Turkije maar weer eens duidelijk maakte, noch inhoudelijk. De finalité, zoals dat in het jargon heet, van De Wijk is in wezen een federatie, met duidelijke afbakening van bevoegdheden tussen de verschillende bestuurlagen. Op Brussels niveau moeten de interne markt worden geregeld en het defensie en buitenlands beleid. Over de rest van de onderwerpen moeten, met enige uitzonderingen, de landen zelf kunnen beslissen.

Hier begint de schoen toch behoorlijk te wringen. De al bestaande interne markt blijkt zulke verstrekkende gevolgen te hebben dat beleid op allerlei andere terreinen daar systematisch uit voortvloeit: dat geldt bijvoorbeeld voor arbeidstijden, milieuregels (om valse concurrentie te voorkomen), belastingheffing, ruimtelijke ordening, door de verzekering betaald bezoek aan ziekenhuizen in andere lidstaten. Het is moeilijk voorstelbaar dat Europa op basis van strakke criteria weer gedeeltelijk ontvlochten kan worden zonder dat het fundament van de gemeenschappelijke markt daarmee wordt ondergraven. En die gemeenschappelijke markt is óók cruciaal, als je van Europa een supermacht wil maken.

Bovendien zijn veel Europese burgers het zat. De Wijk analyseert goed de bezwaren die de burgers hebben tegen de huidige ondoorzichtige EU, maar biedt weinig overtuigende oplossingen. De heldere taakafbakening helpt natuurlijk, want die valt nu eenmaal beter uit te leggen. Maar nergens legt De Wijk uit hoe burgers greep zouden kunnen krijgen op de besluitvorming over waar een Europese troepenmacht wordt ingezet, noch beantwoordt hij de vraag of we zo'n overdracht van cruciale bevoegdheden wel moeten willen als de democratische controle niet goed geregeld is.

En dan blijft daarnaast het cruciale punt overeind dat de lidstaten hun legers en buitenlands beleid - mede vanwege de reserves bij de bevolking - op dit moment niet in elkaar willen schuiven, zelfs al zouden ze het eens kunnen worden over verdeling van taken en kosten - wat op korte termijn onwaarschijnlijk is. De Wijk onderkent dat er nog veel zendingswerk moet worden verricht, maar stelt dat de EU domweg geen keus heeft. Te vrezen valt dat daar vrijwel alle partijen binnen de Unie daar anders over denken. De Wijks realistische analyse contrasteert daarmee af en toe wel erg met zijn idealistische toekomstvisie. Dat maakt het boek overigens niet minder lezenswaardig. Europa kan wel wat visie gebruiken, en ons wereldbeeld wel wat aanpassing.


Trouw, 08-10-2005