Barst
11th October 2005, 02:44
Welvarend, maar voor hoe lang?
Vlaanderen is een erg rijke regio in Europa en de wereld. De voorbije jaren produceerden we meer welvaart dan onze buurlanden, dan de andere regio's en de rest van Europa. Vooral de hoge arbeidsproductiviteit zorgt voor welvaart. Naast enkele positieve komen ook onrustwekkende gegevens uit de cijfers. De vraag is hoe lang de welvaart aan dit tempo kan blijven groeien, zeker nu Vlaanderen na de uitbreiding van de Europese Unie naar het Oosten niet langer in het centrum van de markt ligt.
Een van de belangrijkste factoren voor economische groei is vertrouwen van de bevolking. Uit de cijfers blijkt dat de Vlaming niet zo snel bereid is zijn medemens te vertrouwen (zie grafiek). Slechts 1,3 procent wil bijna altijd mensen vertrouwen, tegenover 13,7 procent die zegt niet voorzichtig genoeg te kunnen zijn. Bijna 49 procent is het eens met de stelling ,,dat men meestal niet voorzichtig genoeg kan zijn''. Vrouwen scoren hoger dan mannen als het op wantrouwen aankomt.
Het gebrek aan vertrouwen komt duidelijk terug in de cijfers van de ondernemersactiviteit. In 2004 was 2,7 procent van de volwassen Vlamingen een onderneming aan het oprichten of eigenaar van een jong bedrijf. Dat is iets beter dan 2002, maar duidelijk onder het niveau van 2001 (4,1 procent). Vlaanderen staat daarmee helemaal onderaan de lijst van de EU. De cijfers zijn des te zorgwekkender om dat groei-geörienteerde opstarts extra belangrijk zijn voor economische ontwikkeling. Dit soort bedrijven is meestal innovatief, heeft een werkgelegenheidspotentieel en mikt op de internationale markt.
In 2004 werden 31.700 bedrijfjes opgericht, een stijging van 8 procent. Vooral de eenmanszaken stegen (13, 8 procent meer), bij vennootschappen was de aangroei veel minder (1,9 procent).
Ook het aantal faillissementen steeg, met 4,2 procent in 2004. Vooral in de horeca, de groothandel en bouw gaan bedrijven over de kop. 10.900 werknemers raakten hun job kwijt door een faillissement in 2004.
De investeringen van de private sector namen de voorbije jaren af, maar het Vlaams niveau ligt nog steeds hoger dan dat van de buurlanden. In 2003 lag de investering op 18,5 procent van het bbp, ruim een procent meer dan het Belgische gemiddelde. De Duitse investeringsgraad lag op iets meer dan 16 procent. In 2000 piekte de Vlaamse investeringsgraad wel op 20 procent.
De uitvoer stagneerde in 2003, maar er is in 2004 sprake van een opleving. In het derde kwartaal van 2004 was er sprake van een stijging van 13,5 procent. Drie kwart van de uitvoer gaat naar de EU-landen, 60,8 procent naar onze belangrijkste handelspartners Duitsland, Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
Vlaanderen besteedde in 2004 821 miljoen euro aan het ondersteunen van onderzoek en ontwikkeling (O&O) bij bedrijven. In 2003 investeerde Vlaanderen 0,7 procent van het bbp in O&O. In vergelijking met de buurlanden is dat niet echt veel, we moeten Frankrijk (1,1 procent), Duitsland (0,8 procent) en Nederland (0,75 procent) laten voorgaan.
De werkzaamheidsgraad van de beroepsbevolking haalt de Europese doelstellingen van de top van Lissabon (om van Europa tegen 2010 de meest performante economie te maken) lang niet. Vlaanderen komt aan 62,9 procent (70 procent is de doelstelling). De werkloosheidsgraad blijft met 5,7 procent wel onder het EU15-gemiddelde van 8 procent.
Kopieer volgende link in Google: http://www.club.studiant.be/absoc/bestanden/extra/voka.ppt
DS, 18-06-2005
Vlaanderen is een erg rijke regio in Europa en de wereld. De voorbije jaren produceerden we meer welvaart dan onze buurlanden, dan de andere regio's en de rest van Europa. Vooral de hoge arbeidsproductiviteit zorgt voor welvaart. Naast enkele positieve komen ook onrustwekkende gegevens uit de cijfers. De vraag is hoe lang de welvaart aan dit tempo kan blijven groeien, zeker nu Vlaanderen na de uitbreiding van de Europese Unie naar het Oosten niet langer in het centrum van de markt ligt.
Een van de belangrijkste factoren voor economische groei is vertrouwen van de bevolking. Uit de cijfers blijkt dat de Vlaming niet zo snel bereid is zijn medemens te vertrouwen (zie grafiek). Slechts 1,3 procent wil bijna altijd mensen vertrouwen, tegenover 13,7 procent die zegt niet voorzichtig genoeg te kunnen zijn. Bijna 49 procent is het eens met de stelling ,,dat men meestal niet voorzichtig genoeg kan zijn''. Vrouwen scoren hoger dan mannen als het op wantrouwen aankomt.
Het gebrek aan vertrouwen komt duidelijk terug in de cijfers van de ondernemersactiviteit. In 2004 was 2,7 procent van de volwassen Vlamingen een onderneming aan het oprichten of eigenaar van een jong bedrijf. Dat is iets beter dan 2002, maar duidelijk onder het niveau van 2001 (4,1 procent). Vlaanderen staat daarmee helemaal onderaan de lijst van de EU. De cijfers zijn des te zorgwekkender om dat groei-geörienteerde opstarts extra belangrijk zijn voor economische ontwikkeling. Dit soort bedrijven is meestal innovatief, heeft een werkgelegenheidspotentieel en mikt op de internationale markt.
In 2004 werden 31.700 bedrijfjes opgericht, een stijging van 8 procent. Vooral de eenmanszaken stegen (13, 8 procent meer), bij vennootschappen was de aangroei veel minder (1,9 procent).
Ook het aantal faillissementen steeg, met 4,2 procent in 2004. Vooral in de horeca, de groothandel en bouw gaan bedrijven over de kop. 10.900 werknemers raakten hun job kwijt door een faillissement in 2004.
De investeringen van de private sector namen de voorbije jaren af, maar het Vlaams niveau ligt nog steeds hoger dan dat van de buurlanden. In 2003 lag de investering op 18,5 procent van het bbp, ruim een procent meer dan het Belgische gemiddelde. De Duitse investeringsgraad lag op iets meer dan 16 procent. In 2000 piekte de Vlaamse investeringsgraad wel op 20 procent.
De uitvoer stagneerde in 2003, maar er is in 2004 sprake van een opleving. In het derde kwartaal van 2004 was er sprake van een stijging van 13,5 procent. Drie kwart van de uitvoer gaat naar de EU-landen, 60,8 procent naar onze belangrijkste handelspartners Duitsland, Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
Vlaanderen besteedde in 2004 821 miljoen euro aan het ondersteunen van onderzoek en ontwikkeling (O&O) bij bedrijven. In 2003 investeerde Vlaanderen 0,7 procent van het bbp in O&O. In vergelijking met de buurlanden is dat niet echt veel, we moeten Frankrijk (1,1 procent), Duitsland (0,8 procent) en Nederland (0,75 procent) laten voorgaan.
De werkzaamheidsgraad van de beroepsbevolking haalt de Europese doelstellingen van de top van Lissabon (om van Europa tegen 2010 de meest performante economie te maken) lang niet. Vlaanderen komt aan 62,9 procent (70 procent is de doelstelling). De werkloosheidsgraad blijft met 5,7 procent wel onder het EU15-gemiddelde van 8 procent.
Kopieer volgende link in Google: http://www.club.studiant.be/absoc/bestanden/extra/voka.ppt
DS, 18-06-2005