Evelien.Peeters
21st November 2009, 09:59
BRUSSEL - Blair moest donderdag de ultieme vernedering ondergaan: afgewezen worden door zijn Europese collega's. Bovendien moest hij het onderspit delven voor een Belg, ‘een grijze muis', een man die niet eens het verkeer in Brussel-Halle-Vilvoorde kan doen stoppen, laat staan in Peking.
Tony Blair was een verfrissing na de materialistische, individualistische Thatcher-jaren. Hij sprak over waarden, over het belang van gemeenschap en solidariteit. Hij inspireerde, straalde charisma uit. Enthousiaste massa's omstuwden hem toen hij in de lente van 1997 campagne voerde voor de parlementsverkiezingen. Een beetje Obama in mineur.
Hij won die stembusslag met een historisch grote meerderheid. Het land feestte. Immers, een donkere periode van geruzie en politiek immobilisme was voorbij.
Blair startte zijn premierschap met een enorm politiek kapitaal dat hij evenwel niet verzilverde ten voordele van Europa. Hij liet de kans voorbijgaan om de invoering van de euro door te drukken, bang als hij was voor de reactie van de machtige, anti-Europese krantenmagnaat Rupert Murdoch. Ook tot het akkoord van Schengen, de overeenkomst die de controles aan de binnengrenzen schrapte, trad hij niet toe.
Maar hij bracht vrede in Noord-Ierland, moderniseerde de Britse grondwet en gaf Schotland zelfbestuur. Door zijn goede relaties in Washington tilde hij het Verenigd Koninkrijk boven zijn soortelijk gewicht. Zijn ster scheen.
Maar dan besliste de toenmalige Amerikaanse president George Bush Irak binnen te vallen. En Blair besliste hem blindelings te volgen. Zonder enige reserve trok hij de Amerikaanse kaart en zonder enige schaamte verdeelde hij Europa. Meer zelfs: hij bezigde laakbare praktijken om zijn oorlog te verdedigen. Om tegenstanders te overtuigen van het ‘duidelijke en onmiddellijke' gevaar dat uitging van Saddam Hoessein, liet hij een document verspreiden waarin alle reserves die de inlichtingendiensten hadden geformuleerd, waren weggelaten.
Het is compleet ondenkbaar dat zo'n polariserende figuur de eerste president van het verenigde Europa zou worden. Europa moet niet in blokken worden verdeeld en tegen elkaar opgezet, Europa moet zachtjes naar een almaar ‘hechtere unie' worden gecoacht.
Toch werd hij door velen lange tijd als onvermijdelijk gezien. Toen hij in 2007 aftrad als premier, werd hij in afwachting van zijn aanstelling tot president ‘geparkeerd' als speciaal gezant voor het Midden-Oosten – een functie waarin hij evenwel niet echt schitterde.
Blair geniet wereldfaam. Hij kan de telefoon nemen en als gelijke met de groten der aarde praten. Hij kan – spreekwoordelijk – het verkeer in Peking doen stoppen. Veel van dat soort figuren zijn er in de EU niet voorhanden. Misschien speelt daarbij ook de macht van het Engels, dat meer en meer de lingua franca van Europa en de wereld wordt. De Britse pers bleef hem gisteren ook om die reden verdedigen.
Ook Gordon Brown bleef hem op het publieke forum tot de laatste snik steunen, maar iedereen besefte lang geleden dat dat een rookgordijn was. Eigenlijk werd hij dus een beetje misbruikt door zijn opvolger.
Blair was misschien een koele minnaar van Europa, hij poogde er wel zijn stempel op te drukken. De Frans-Duitse as, die altijd de motor van Europa was geweest, sputterde onder zijn intriges. Precies om die as te verzwakken, stelde hij in 2004 zijn veto tegen de Frans-Duitse kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie, Guy Verhofstadt. En plaatste de Portugees, zijn medestander in de Irak-oorlog, aan het hoofd van de belangrijkste instelling van de unie.
Het is dan ook wat ironisch dat hij donderdag het onderspit moest delven voor een andere Belg en een andere Frans-Duitse kandidaat.
Bron: De Standaard, zaterdag 21 november 2009
Eigen mening:
In dit artikel heeft men getracht de politieke leven van Tony Blair even te schetsen, maar wel op een zeer zwart-witte manier. Het ene moment wordt hij als het ware als een redder aanzien en het andere moment kan hij niets goed doen. Hier wordt ook nog maar eens duidelijk dat de grote namen het haast vanzelfsprekend beginnen te vinden om met de grote titels te gaan lopen. Bij deze is dit cliché verbroken. De 'grijze muis' uit het prutslandje België heeft het gehaald. Ik vind dit op zich wel een mooi gegeven. Zo blijkt nog maar eens dat men nog steeds naar kwaliteit kijkt en niet zozeer naar uitstraling en het al dan niet hebben van een grote mond. Nu maar zien of Van Rompuy het inderdaad kan waarmaken als onze Europese President.
Tony Blair was een verfrissing na de materialistische, individualistische Thatcher-jaren. Hij sprak over waarden, over het belang van gemeenschap en solidariteit. Hij inspireerde, straalde charisma uit. Enthousiaste massa's omstuwden hem toen hij in de lente van 1997 campagne voerde voor de parlementsverkiezingen. Een beetje Obama in mineur.
Hij won die stembusslag met een historisch grote meerderheid. Het land feestte. Immers, een donkere periode van geruzie en politiek immobilisme was voorbij.
Blair startte zijn premierschap met een enorm politiek kapitaal dat hij evenwel niet verzilverde ten voordele van Europa. Hij liet de kans voorbijgaan om de invoering van de euro door te drukken, bang als hij was voor de reactie van de machtige, anti-Europese krantenmagnaat Rupert Murdoch. Ook tot het akkoord van Schengen, de overeenkomst die de controles aan de binnengrenzen schrapte, trad hij niet toe.
Maar hij bracht vrede in Noord-Ierland, moderniseerde de Britse grondwet en gaf Schotland zelfbestuur. Door zijn goede relaties in Washington tilde hij het Verenigd Koninkrijk boven zijn soortelijk gewicht. Zijn ster scheen.
Maar dan besliste de toenmalige Amerikaanse president George Bush Irak binnen te vallen. En Blair besliste hem blindelings te volgen. Zonder enige reserve trok hij de Amerikaanse kaart en zonder enige schaamte verdeelde hij Europa. Meer zelfs: hij bezigde laakbare praktijken om zijn oorlog te verdedigen. Om tegenstanders te overtuigen van het ‘duidelijke en onmiddellijke' gevaar dat uitging van Saddam Hoessein, liet hij een document verspreiden waarin alle reserves die de inlichtingendiensten hadden geformuleerd, waren weggelaten.
Het is compleet ondenkbaar dat zo'n polariserende figuur de eerste president van het verenigde Europa zou worden. Europa moet niet in blokken worden verdeeld en tegen elkaar opgezet, Europa moet zachtjes naar een almaar ‘hechtere unie' worden gecoacht.
Toch werd hij door velen lange tijd als onvermijdelijk gezien. Toen hij in 2007 aftrad als premier, werd hij in afwachting van zijn aanstelling tot president ‘geparkeerd' als speciaal gezant voor het Midden-Oosten – een functie waarin hij evenwel niet echt schitterde.
Blair geniet wereldfaam. Hij kan de telefoon nemen en als gelijke met de groten der aarde praten. Hij kan – spreekwoordelijk – het verkeer in Peking doen stoppen. Veel van dat soort figuren zijn er in de EU niet voorhanden. Misschien speelt daarbij ook de macht van het Engels, dat meer en meer de lingua franca van Europa en de wereld wordt. De Britse pers bleef hem gisteren ook om die reden verdedigen.
Ook Gordon Brown bleef hem op het publieke forum tot de laatste snik steunen, maar iedereen besefte lang geleden dat dat een rookgordijn was. Eigenlijk werd hij dus een beetje misbruikt door zijn opvolger.
Blair was misschien een koele minnaar van Europa, hij poogde er wel zijn stempel op te drukken. De Frans-Duitse as, die altijd de motor van Europa was geweest, sputterde onder zijn intriges. Precies om die as te verzwakken, stelde hij in 2004 zijn veto tegen de Frans-Duitse kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie, Guy Verhofstadt. En plaatste de Portugees, zijn medestander in de Irak-oorlog, aan het hoofd van de belangrijkste instelling van de unie.
Het is dan ook wat ironisch dat hij donderdag het onderspit moest delven voor een andere Belg en een andere Frans-Duitse kandidaat.
Bron: De Standaard, zaterdag 21 november 2009
Eigen mening:
In dit artikel heeft men getracht de politieke leven van Tony Blair even te schetsen, maar wel op een zeer zwart-witte manier. Het ene moment wordt hij als het ware als een redder aanzien en het andere moment kan hij niets goed doen. Hier wordt ook nog maar eens duidelijk dat de grote namen het haast vanzelfsprekend beginnen te vinden om met de grote titels te gaan lopen. Bij deze is dit cliché verbroken. De 'grijze muis' uit het prutslandje België heeft het gehaald. Ik vind dit op zich wel een mooi gegeven. Zo blijkt nog maar eens dat men nog steeds naar kwaliteit kijkt en niet zozeer naar uitstraling en het al dan niet hebben van een grote mond. Nu maar zien of Van Rompuy het inderdaad kan waarmaken als onze Europese President.