PDA

Bekijk de volledige versie : De wanhoop van grootouders


Barst
13th November 2009, 02:52
De wanhoop van grootouders

Cornelie van Well, Kleinkind onbereikbaar, verhalen over verbroken relaties tussen grootouders, ouders en kleinkinderen. Uitgeverij de Graaff, 2009.


BRUSSEL/UTRECHT - Familiedrama's bestaan er in soorten. Eén van de meest pijnlijke doet zich voor wanneer grootouders hun kleinkinderen niet mogen zien. Verdriet, wanhoop en schaamte maken dat maar weinigen erover durven spreken. Cornelie van Well breekt het taboe open.


Of het botert niet tussen grootouders en hun eigen kinderen, waardoor die laatste geen contact meer willen en de grootouders ook hun kleinkinderen niet zien. Of er doet zich een vechtscheiding voor, waarbij één ouder uit beeld verdwijnt en daarmee ook zijn (soms haar) ouders en familie. Cijfers over het fenomeen zijn vaag en onduidelijk. Maar ook in ons land stappen sommige grootouders nu naar de rechter om omgangsrecht af te dwingen (zie inzet).

Het is nog maar de vraag of dat de beste manier is. Of zo'n juridische stap de beide partijen niet nog vijandiger tegenover elkaar plaatst. En of de rechter überhaupt zal oordelen dat omgangsrecht voor de grootouders in het belang van het kind is.

‘Wij konden niet anders', zegt de Nederlandse Cornelie van Well (57). Samen met haar man Reinier Rijke heeft ze van een rechter in Polen verkregen dat ze hun oudste kleinkind daar om de twee maanden een paar uur mogen bezoeken. En dat doen ze. ‘Wij zijn het enige, dunne lijntje dat onze kleindochter Valerie, die in januari vijf wordt, nog met Nederland en met haar vader verbindt.'

Hun oudste zoon David kreeg zes jaar geleden verkering met een meisje uit Polen, dat als au pair in Nederland kwam werken. Vier maanden later bleek de jonge vrouw zwanger, maar toen was al duidelijk dat de relatie niet zou blijven duren. Niettemin waren behalve de ouders ook de kersverse grootouders in Nederland apetrots toen Valerie werd geboren: hun eerste kleinkind.

De jonge moeder besloot ondanks de breuk met de vader dat de baby best in Nederland zou opgroeien. Ze woonde zelfs een tijdje bij Reinier en Cornelie in. ‘Onze zoon zorgde drie dagen voor Valerie, haar moeder zorgde er drie dagen voor en wij namen ook een dag voor onze rekening. We sprongen ook altijd in als een van de ouders niet op tijd bij de opvang kon zijn. Wij hadden echt een goede band met ons kleinkind. Na verloop van tijd besloten wij een appartement voor moeder en dochter te kopen, zodat ze hun eigen plek hadden.'

Vanop vakantie in Polen verstuurde de moeder van Valerie echter een mail naar Reinier en Cornelie, met de boodschap dat ze niet meer terugkwamen. ‘We konden de sleutel in het appartement terugvinden. Het bleek helemaal leeg', zegt Cornelie. ‘Ongeloof en wanhoop is wat je op zo'n moment overvalt.'

Valeries moeder wilde geen enkel contact, maar de Nederlandse familie slaagde er na een maand of vier toch in om haar in Polen terug te vinden. Hun zoon spande een rechtszaak in om zijn dochter naar Nederland te mogen halen. Hij verloor. Daarop stapten de grootouders naar de rechter om omgangsrecht te verkrijgen. Dat lukte wel: ‘Ze was intussen drie geworden en we waren zo bang dat ze ons niet meer zou herkennen. Maar Valerie was blij en liep recht in onze armen.'

Iedere twee maanden hebben ze recht op een paar uur in het gezelschap van Valerie, telkens een paar uur op zaterdag en op zondag. Dat bezoek vindt plaats in aanwezigheid van Valeries moeder, die telkens de deur op slot draait. ‘Ze is bang dat we weglopen en het kind meenemen', weet Cornelie.

Het bezoek verloopt dus niet in de prettigste omstandigheden: ‘Valeries moeder roept het kind soms in de keuken omdat ze net moet eten wanneer wij er zijn. Dan moeten wij gewoon wachten. Laatst verliep het wat vlotter. We zijn nu al voor de zesde keer op bezoek geweest en ze begint er vertrouwen in te krijgen. We kregen zelfs koffie aangeboden.'

Het kind spreekt natuurlijk geen Nederlands meer. Hoe communiceren ze dan? ‘We lachen en zingen samen en we spelen met haar. We zijn ook Pools aan het leren, maar dat gaat moeizaam. Leuk is dat Valerie ons helpt: ze leert ons Poolse woordjes en corrigeert ons als we het fout zeggen. We hopen dat het niet te lang duurt voor ze Engels leert, dat zou alles weer makkelijker maken.'

Vindt Cornelie dat grootouders recht hebben op hun kleinkinderen? ‘Nee, maar kleinkinderen hebben wel recht op hun grootouders. Wij hebben dat nu voor Valerie afgedwongen, omdat ze zo jong is. Als blijkt dat ze het op zeker moment niet meer wil, gaan we ons daar bij neerleggen. Ik kan me voorstellen dat ze het saai gaat vinden: zo'n hele namiddag binnen zitten met ons.'

‘Daarom willen we binnenkort een nieuwe rechtszaak starten, waarin we vragen om tweemaal per jaar een week met Valerie in een vakantiehuisje in Polen te mogen verblijven. Haar vader en zijn nieuwe gezin zouden daar dan ook bij kunnen zijn. De kans dat dat lukt is niet zo heel groot, want de Poolse rechter vindt dat kinderen niet van hun moeders mogen gescheiden worden voor ze zes jaar zijn. Maar we blijven hopen.'

Ziet hun zoon zijn dochter nu niet?

‘Onder deze omstandigheden is dat voor hem te moeilijk. Hij kan niet met de moeder van Valerie in één kamer zijn. Hij mist zijn dochter heel erg. We filmen elk bezoek en nemen foto's, zodat hij toch bijblijft, en nemen voor haar ook foto's mee.'

Met de site kleinkindonbereikbaar.nl (het werk van Reinier) en het boek Kleinkind onbereikbaar (van de hand van Cornelie) richt het echtpaar zich tot andere grootouders in een vergelijkbare situatie. Op de site is hun verhaal terug te vinden, maar in het boek niet. Daarin laat de schrijfster uitsluitend andere grootouders aan het woord, en ook kinderen die hun ouders niet meer willen zien en die hen daardoor de toegang tot hun kleinkinderen belemmeren. ‘Ik wilde het hele plaatje schetsen. Er zijn kinderen die vinden dat ze goede redenen hebben om hun ouders niet meer te zien.'

‘En ik vond genoeg verhalen die eigenlijk nog sterker zijn dan het mijne. Ik besef dat wij nog van geluk mogen spreken, want wij zien ons kleinkind nog.'

Wat viel haar op in de gesprekken met andere grootouders? ‘Dat velen dachten dat ze de enigen waren. Ze zijn vaak overmand door schuldgevoel: als ze dit vertellen, zullen buitenstaanders dan niet denken dat ze hun eigen kinderen slecht hebben opgevoed? Of dat ze zelf iets vreselijk fout hebben gedaan? In die zin is het echt een taboe, iets dat vaak onuitgesproken blijft.'

‘Velen denken ook lang dat het vanzelf wel goed komt, maar dat is niet zo. Hoe langer het contact uitblijft, hoe moeilijker om de draad weer op te pakken.'

‘Ik heb dat gemerkt toen ik bij grootouders kwam die na jaren opnieuw contact hadden met hun zoon en hun kleinkinderen. Dat was heel fragiel hoor. Ik wilde graag ook met hun zoon spreken, om de andere kant van het verhaal te laten horen, maar oei nee, dat konden ze hem echt niet vragen. Ze praten er zelf ook niet met hem over, nooit.'


DS, 13-11-2009 (Veerle Beel)