PDA

Bekijk de volledige versie : 'Sprakeloos'


Barst
2nd October 2009, 15:52
Nooit meer zwijgen

Tom Lanoye, 'Sprakeloos', 2009.


'Geen loutering, geen troost.' Tom Lanoye goot de kwaadheid over zijn moeders einde in Sprakeloos.


Het is het boek van zijn leven, zegt Tom Lanoye - in de beide betekenissen. Toch is hij tijdens het interview niet de flamboyante, meningen spuiende schrijver zoals we hem kennen. Hij wikt, weegt, zoekt. Zijn stemt stokt al eens - 'de zenuwen die zich vastzetten'. Sprakeloos is zijn eerste autobiografische boek sinds Kartonnen dozen uit 1991. Tussentijds was zijn leven 'te saai' om een boek te worden. Pas toen zijn moeder door een beroerte haar spraak verloor, schudde zijn hele bestaan - leven en literatuur - op zijn grondvesten. De rauwe pijn, de woede, de machteloosheid riepen om een boek. En toch: nooit eerder worstelde de schrijver zo met zijn materiaal. Een eerste versie ging de prullenmand in, samen met de schema's die hij ervoor maakte. 'Toen ik mijn Humo-columns over de euthanasie van mijn moeder schreef, voelde ik de energie stromen. Maar die kracht stokte toen ik aan het boek begonnen was. Omdat er zoveel gruwelijks in zit, en omdat het het ultieme afscheid is. Zolang het boek niet geschreven was, viel er nog iets te doen. Het is ook geen therapeutisch schrijven, ik heb niks al schrijvend verwerkt - integendeel. Het is het boek van een rouwproces, zo echt en eerlijk mogelijk.'


Moederbloed

'Wie zou ik zijn zonder de gefingeerde hartaanvallen van mijn moeder?'

'Ik bén mijn moeder. Al vind ik het moeilijk om een onderscheid te maken tussen het genetische materiaal dat ik van haar erfde en de lessen die zij erin dramde. Dat ik haar niet mocht teleurstellen, heeft ze me met alle mogelijke emotionele chantagemiddelen bijgebracht, maar het is ook echt een deel van mij geworden. Als iets beter kan, waarom zou ik het dan minder doen dan beter? Ik ben een even onhandelbare perfectionist als mijn moeder.'

'Mijn moeder dreef dat heel ver. Haar perfectionisme liet haar niet toe fouten te maken, dus kon ze geen kritiek verdragen en kon ze zich ook nooit excuseren. Daar ben ik iets beter in. Het heeft haar wat gebroken vriendschappen opgeleverd - meer uit onmacht dan uit onwil. Soms leed ze onder haar koppige natuur, dat kan niet anders.'

'Tegelijk is haar onverzettelijkheid de eigenschap die ik het meest in haar bewonder. Alles wat ik in haar bewonder, heeft ook een scherpe kant. Haar theatraliteit, bijvoorbeeld - voor sommige mensen is komediant alleen maar een scheldwoord. Ik hou juist van durf en extravagantie. De Waaslandse natuur is een andere dan die van de Kempische of West-Vlaamse boer. Het is een grond waar diva's in gedijen, waar veel verteld wordt - desnoods in de vorm van de racontage automatique, zoals mijn tante Pit Germaine dat goed kon. Ik kon in dit boek niet anders dan ook de familie, de wijk, de stad schetsen. Dan pas zie je ten volle wat een numero mijn moeder was, en hoe frustrerend het voor haar geweest moet zijn om in die tijd op te groeien. Al dat talent, die hang naar een artistiek leven, en dan toch niet de kans krijgen om te studeren, dat moet heel hard geweest zijn. Ze heeft het toch gered, en haar gezin, haar hobby's - tuinieren en theater - en een zaak draaiende gehouden. Dat was ook een vorm van theater, wat ze in de slagerij liet zien. Kleinkapitalistisch winstgevend theater. Je wil niet weten wat er soms in de coulissen over klanten gezegd werd. Mijn moeder kon heel hard zijn. Ze kon niet om met mensen zonder talent.'

'Ze was mijn grootste fan, samen met mijn vader. Voor de buitenwacht stonden ze te glimmen van trots, maar onder vier ogen was ze streng. Het einde van Mamma Medea vond ze totaal overbodig - en dat zei ze dan niet één keer, maar keer op keer als er iets over die voorstelling gezegd werd. Ze stond na de première ook meteen klaar om dat tegen Els Dottermans te vertellen - als complete gelijken, actrices onder elkaar. Dolkomisch vond ik dat.'

'Het was niet mijn bedoeling om een hagiografie over mijn ouders te schrijven. Bij eerste lezing had mijn moeder Sprakeloos misschien verschrikkelijk gevonden, of toch minstens een aantal passages. Een middenstander hangt de vuile was niet buiten. Na een paar uur doorbabbelen zou ik haar er wel van overtuigd hebben dat het beter was voor de kunst. Hoe had ik mijn moeder kunnen tekenen zonder iets over haar gefingeerde hartaanvallen te zeggen? Wie zou ik zijn zonder die gefingeerde hartaanvallen?'


Moedermoord

'Bij mijn coming-out hebben mijn moeder en ik elkaar dood gewenst.'

'Mijn moeder was de ongekroonde koningin van de manipulatie. Ik heb veel trucs van haar geleerd. Bij mijn coming-outgesprek heb ik haar zelf schaakmat gezet, goed wetende dat er een terugmatch zou volgen. Ik heb het mijn ouders verteld terwijl er een hoop volk in de tuin zat, geflankeerd door een goede vriendin des huizes, zodat er zeker geen scène zou ontstaan. Het échte gesprek volgde pas een week later, via de telefoon. Hard tegen hard, we hebben elkaar letterlijk dood gewenst.' 'Ergens wist ik: dit komt wel weer goed, het is temperament, het moet maar eens uit ons systeem. Ik wou die hardheid tussen ons ook tonen in het boek. Daarbij, het is een fucking goede dialoog.'

'Ik was gelukkig al 27 toen, en kon begrip opbrengen voor de reactie van mijn ouders. Ze waren bang - zoveel wegen afgesloten, zoveel scheldpartijen en moeilijkheden te verwachten. Mijn moeder deed mijn vader de ziekenhuizen in de omgeving al afbellen als wij een kwartier te laat thuiskwamen, wat wil je dan? Denk je dat die mensen veel rolpatronen voor ouders van homoseksuelen hadden? Homo's en lesbo's eisen met hun truttennatuur altijd maar begrip voor zichzelf, maar misschien moeten we eens leren het ook van de andere kant te bezien.'

'Bovendien had ik in de jaren voordien een paar vriendinnen gehad, dus er was nog hoop op een normaal leven. Tegen die vrouwen zei ik altijd heel eerlijk dat ik zo goed als zeker voor de venten was, maar de genegenheid was er niet minder oprecht om. Al blijft het pijnlijk, want je probeert iets onmogelijks vol te houden - de seks was voor mij niet meer dan een troostende lichamelijkheid. Het was een tussenleven, waarin ik nog altijd bezig was mijn eerste grote liefde voor een man te verwerken.'

'De heftige reactie van mijn moeder verbaasde mij dus niet. Ik was veel kwader toen ze me afraadde om Germaanse te gaan studeren en schrijver te worden. Schrijven vond ze iets voor “luiaards, dronkaards en armoedzaaiers,. Dat begreep ik niet van iemand die zo van kunst hield, die mijn ambitie zo gestuurd had. Waarschijnlijk was haar commentaar opvoedkundig bedoeld, om uit te vissen of ik het wel meende, maar ik kon het niet hebben. Toen heb ik, in de beste traditie van emotionele chantage, gezegd: “Zeg dat nu nog één keer en ik spreek nooit meer tegen jou., Vanaf toen heeft ze me door dik en dun gesteund.'

'Ach, die symbolische moedermoorden verzinken in het niet bij het echte afscheid. Wat betekent die ruzie over mijn coming-out nog in het licht van de confrontatie met de extreemste vorm van aftakeling? Wij zijn bij momenten hard voor elkaar geweest, en dat wil ik niet wegsteken in het boek, maar het eindigt toch op liefde, dankbaarheid, respect en grote bewondering.'


Moedergodin

'Oud zijn, dat was iets voor de anderen.'

'Mijn vader aanbad mijn moeder. In de loop van de jaren heb ik pas beseft hoe bijzonder ook hij was. Hij kon niet alleen tegen haar op, hij slaagde er ook in zijn hele leven verliefd op haar te blijven. Ze kibbelden de godganse dag, maar dat was meer een theateract dan wat anders. Echt ruzie hadden ze nooit. Nu nog heb ik slapeloze nachten als ik denk aan de agressie die mijn vader na haar beroerte te verduren kreeg. Ze vloog hem letterlijk naar de keel. Dat was ontzettend wreed. Mijn vader had geen enkel verweer. Zijn hulpeloosheid kon ik amper aanzien.'

'Tot haar beroerte hielden zij altijd vol dat ze geen oude mensen waren. Dat was iets voor de anderen. Zij was eind de zeventig, hij begin de tachtig toen zij een rol kreeg in Kingkongs dochters in de KVS. Doodsangsten heb ik uitgestaan als ze 's nachts van Molenbeek, waar de KVS toen tijdelijk zat, naar Sint-Niklaas reden.'

'Een foto van dat stuk hing tot zijn dood boven zijn bed. Hij bleef haar vereren. Niemand wou dit boek zo graag lezen als mijn vader, maar ik kon er pas goed aan schrijven toen hij dood was. Dan pas kon ik het noodlot laten losbarsten zoals het hoort, binnen het koppel. Met zijn dood viel het boek in de plooi, dat is een bittere vaststelling.'

'Zijn dood was ook de perfecte antithese voor de dood van mijn moeder. Zo lieflijk, zo schoon. Amper pijn geleden, iedereen gedag gezegd. De verplichte vragen voor hij zijn overdosis morfine kreeg, heeft hij giechelend afgewerkt. Het voelde een beetje alsof hij de akelige dood van mijn moeder goedmaakte.'


Moederziel

'Ware liefde is laten sterven.'

'Ik ben niet goed in rouwen, ook dat heb ik gemeen met mijn moeder. Toen mijn broer zich doodgereden had, stortte ze zich in een wanstaltige rouw - pillen, drank, af en toe een opflakkering en dan weer een heel diep dal. Ze kon het niet uiten. Tot ze het spiritisme ontdekte. Het heeft haar troost gebracht, het heeft de relatie tussen mijn ouders hersteld. Toen heb ik leren aanvaarden dat mensen troost kunnen vinden in een vorm van geloof.'

'Dat spiritistisch medium ben ik dankbaar dat ze er was, dat ze geen misbruik heeft gemaakt van mijn ouders. Ik wou niet meegaan naar de sessies, maar ik luisterde wel naar hun verhalen. Dat ze konden vertellen wat mijn broer hun gezegd had, was een belangrijk deel van het rouwproces. Hij was gelukkig in zijn leven na de dood, en dat hielp hen om verder te leven. Ik hoop dat mijn moeder tot op het einde van haar leven haar geloof in een leven na de dood heeft kunnen behouden.'

'Overreageren wij, rationele atheïsten, niet als het over het geloof gaat? Ik ben toch niet de enige die ziet dat het radicale secularisme tekortschiet? Hoe rijm je het dictaat van de ratio met de liefde voor poëzie? Is de kunst ook geen surrogaat?'

'Hoe rationeel is trouwens onze tijdgeest met al die toeters en baxters en bellen? Wij hebben mijn moeder minstens een paar maanden te lang laten leven. Is dat een eerbewijs aan het bestaan? Misschien heeft het zelfs een paar jaar te lang geduurd. Mijn moeder had nooit onder stoelen of banken gestoken dat ze niet wou verder leven zoals mijn tante Maria, die alzheimer had. “Als het mij overkomt, koop je desnoods rattenvergif., En ze zou zich komen wreken als we het niet deden. Niet dat ik dat geloof, maar toch, het is blijven hangen. Haar aftakeling gaat in tegen alles wat ze was. Op het einde koesterde ik de momenten dat ik haar ongewenste kinhaartjes mocht epileren. Maar waren dat ook mooie momenten voor haar, of was het alleen iets waar ik mezelf aan vastklampte? Haar hele divanatuur zou zich tegen haar toestand verzet hebben. Dat inzien, en haar láten sterven, is het enige wat echte liefde kan doen. Ware liefde is laten sterven.'

'De wreedheid van haar aftakeling zal ik nooit aanvaarden. Geen loutering, geen troost. Mijn basishouding tegenover het bestaan is kwaadheid. Hoe kan ik er nu mee in het reine zijn dat ik mijn moeder door twee ambulanciers uit haar eigen appartement heb laten halen? Of dat ik in het vliegtuig van Kaapstad naar huis, na haar eerste beroerte, heb zitten denken dat het allemaal aanstellerij zou blijken? Hoe zou dat moeten eindigen op troost en loutering?'


Moedertaal

'Voor taal geldt wat voor hersenen geldt: minder is minder.'

'“Zonder taal kan het leven ook nog de moeite waard zijn., Dat komt zo'n therapeut mij dan zeggen. Dat is voor mij nog altijd de vraag. Mijn hele liefde voor taal heb ik aan mijn moeder te danken. Terwijl zij stond te strijken, hielp ik haar rollen in te studeren. Uitgerekend zij wordt dan getroffen door zo'n wrede aandoening als afasie. Door een heel zeldzame vorm - uiteraard - waarbij ze nog wel brokken taal uitbraakte waarvan niemand iets kon maken. Vreselijk. En toch heb ik naar die taalpap terugverlangd toen ze helemaal geen woord meer kon uitbrengen. Op haar sterfbed moesten ze nog slijmen uit haar keel halen - op de plek waar haar moedertaal, tegelijk mijn moedertaal, gezeten had, zat alleen nog maar overbodig slijm.'

'Ik kon daar in dit boek maar één ding tegenoverstellen. Mijn enige verweer is tekeergaan in alle denkbare vormen van taal. Dialogen, spreektaal, citaten uit Atropa, alexandrijnen met binnenrijmen, met alle geweldige woorden die onze taal kent, alle woorden die in Van Dale staan, en alle woorden die je kunt uitvinden of redden - noem mij een asielcentrum voor woorden. Mag het even? Waarom zou ik uitgepuurd moeten schrijven over iemand die haar taal kwijt is? Voor taal geldt wat voor hersenen geldt: minder is minder.'

'Keurig en karig zijn termen voor schoolfrikken, ze staan haaks op de pijn en de woede die ik in Sprakeloos vertolk. Had ik me ingehouden, het was een leugen geweest. Karigheid is niet mijn temperament, en het was al evenmin mijn moeders natuur. Bij elke rol die ze kreeg, ging ze bij de regisseur om meer tekst bedelen.'

'Dit boek is voor mij een complete herijking van wat taal en literatuur vermogen. Aan het begin deel ik mijn twijfel met de lezer - ik vertel hoe ik met het schrijven geworsteld heb. Hoe ik niet wil dat mijn ouders personages worden, hoe ik geen roman wil maken, geen affe anekdote, van het echte leven.'

'Is het vreemd dat je met fundamentele vragen worstelt als je twee verwekkers wegvallen? Wat kan ik nu? Wat ben ik nu? Wie ben ik nu? En wat wil of kan ik nu met schrijven? Ben ik als schrijver een gier in mijn eigen leven of mag ik een monument bouwen? Dat is de inzet van dit boek: ik treur om mijn moeder en alles wat ze was, dus ook de bron van mijn moedertaal. Dat zij haar taal en zichzelf verliest, doet mij vrezen dat ook mijn taal zal tekortschieten. Aan het eind van dit boek vind ik mijn opdracht terug. Ik wil niks anders, ik kan niks anders, en ik zal niks anders dan de oorsprong van mijn taal blijven eren. Haar onverzettelijkheid en haar levensdrift wil ik de laatste eer bewijzen. Dat kan maar op één manier: Nooit Meer Zwijgen.'

Het Andere Boek: Tom Lanoye stelt 'Sprakeloos' voor op zaterdag 3 oktober om 18u in de Grote Zaal.


DSL, 02-10-2009 (Eva Berghmans)