PDA

Bekijk de volledige versie : De straffeloosheid bij het Brussels gerecht


Barst
26th September 2009, 01:09
Seks, leugens en corruptie bij het Brusselse parket


Een procureur die met de kredietkaart van een rijke zakenman duizenden euro uitgeeft in een Amsterdams luxebordeel. De gerechtelijke politie die op vraag van diezelfde zakenman een gevangene uit zijn cel haalt en hem onder dwang een contract doet ondertekenen. In Brussel is het eind jaren 1990 allemaal gebeurd en het werd nooit bestraft. De procureur in kwestie maakte carrière en werkt nu voor de VN in Wenen. Een explosief verhaal.


De pers zakte gisteren, vrijdag, massaal af naar de Brusselse raadkamer om te horen of topondernemer Luc Van Steenkiste nog langer in de cel moest blijven. Een uurtje later was iedereen weg.

Toen verscheen voor diezelfde raadkamer in alle stilte de Vilvoordse ex-carrossier Paul D.S (51) op verdenking van afpersing.

De openbare aanklager vroeg de raadkamer om D.S naar de rechtbank te verwijzen en eiste dat hij veroordeeld zou worden tot het terugbetalen van 61.973,38 euro aan zijn slachtoffer. De logica zelf, zo lijkt het, want wie misdaan heeft, moet boeten. Zo gaat dat in een rechtsstaat. Chantage is een verwerpelijke praktijk.

Maar zo simpel liggen de zaken niet in de zaak Paul D.S. Het gerechtelijk dossier dat de Brusselse federale politie tegen hem samenstelde, leest als het scenario van De zaak Alzheimer.

Wat begint als een verhaal over ordinaire afpersing uit een relatief ver verleden verandert al snel in een hallucinant relaas van verregaande normvervaging en mogelijk zelfs corruptie in de schoot van de Brusselse politie en magistratuur. De Standaard keek het dossier in.

Het slachtoffer van de chantage van Paul D.S. is niet om het even wie. Zijn naam is Koen Blijweert, een rijke zakenman en lobbyist en de zelfverklaarde grote vriend van een hele rist politici, magistraten, politiemensen en zakenlui. De gehaaide Blijweert staat nochtans niet meteen bekend als iemand die zich makkelijk laat chanteren. En al zeker niet door een nobody als D.S., een ex-kickbokser, ex-carrossier en ex-discotheekbaas.

Toch betaalde Blijweert in 2000 een riant bedrag aan zwijggeld aan D.S: 2,5 miljoen oude Belgische frank (61.973,38 euro) in twee schijven. Een eerste schijf in september 2000, een tweede schijf een paar maanden later.

Het eerste bedrag betaalde Koen Blijweert - met zijn broer Peter als tussenpersoon - cash in een enveloppe in het Brusselse Hiltonhotel aan Paul D.S. in ruil voor een ogenschijnlijk banale foto. Die was in 1998 genomen op een personeelsfeestje van de immobiliënfirma Cavens en co in zaal Rembrandt in Vilvoorde.

Op die foto staat Blijweert op de rug gezien tussen een paar lachende mensen. Verder is er niets speciaals te zien. Er zijn geen roze balletten, geen naakte mensen, geen orgieën.

Alleen staat op de foto, nonchalant tegen een paal geleund, breed glimlachend en naast Blijweert, ook een zekere Dirk Merckx. Hij is de toenmalige eerste substituut bij het parket van Brussel, verantwoordelijk voor financiële zaken. Merckx was onder andere de titularis van het monsterdossier Beaulieu, het fraudedossier tegen de familie De Clerck. U weet wel: dat dossier dat na bijna twintig jaar nog altijd niet voor de rechter is gekomen.

Drie maanden na de eerste betaling betaalde Blijweert nog eens 1.250.000 frank aan Paul D.S. omdat hij wilde weten waar hij die foto vandaan had gehaald. Een groot mysterie bleek dat niet te zijn. Hij werd door een fotograaf van fotozaak 'Foto Roland' uit Vilvoorde genomen op vraag van de organisatoren van het feestje. Geen paparazzitoestanden, dus. Paul had de foto in september 2000 onder zachte dwang meegekregen van Aldo M., een ex-medewerker van Blijweert.

Conclusie van het verhaal: Koen Blijweert betaalde in de herfst van 2000 maar liefst 2.500.000 frank (61.973,38 euro) aan Paul D.S. voor een foto waar eigenlijk niets compromitterends op stond.


Btw-carrousel

Bizar, vonden de speurders. Waarom mocht niemand weten dat Blijweert en Merckx samen op een onschuldig feestje waren geweest? Ze gingen op zoek naar een verklaring. Eerst bij Blijweert zelf. 'Paul overviel me met die foto en ik heb me toen laten doen omdat ik in een zwakke positie stond. Ik wou niet dat men de genoemde magistraten in opspraak zou brengen op het moment dat ik zelf in de gevangenis zat', verklaarde Blijweert in zijn verhoor van 19 maart 2005 bij de Brusselse federale politie.

In september 2000 zat Blijweert in voorhechtenis op verdenking van betrokkenheid bij een gigantische btw-carroussel, de zaak Action Trading. Die zaak is trouwens ook nog altijd niet voor de rechtbank gekomen.

De belangrijkste betichten in die zaak zijn, naast Blijweert, Charles De Pauw, de kleinzoon van de legendarische Brusselse betonbaron Charlie De Pauw, Marc Senelle, ooit een succesvol advocaat, en Freddy D.M., een van corruptie verdachte btw-ambtenaar. Geen kleine jongens dus. Geen kleine fraude ook: in de carrousel gingen miljoenen om. Dat de foto uitgerekend toen opdook, kwam dan ook heel ongelegen. Blijweert kon extra problemen missen als de pest.

Maar volstond dat 'moment van zwakte', zoals hij het zelf noemt, om iemand 2,5 miljoen frank te geven voor een foto die niets bewijst? De speurders hadden zware twijfels.

Aldo M., het voormalige manusje-van-alles van Blijweert, die de foto aan D.S. gaf, lichtte op 25 mei 2007 voor de speurders een tipje van de sluier op: 'Het is normaal dat Blijweert die foto's niet graag naar buiten zag komen. Merckx regelde op het parket vele zaken voor Blijweert. Zo herinner ik me dat Blijweert soms blufte dat Merckx hem tipte over belastingcontroles.'

Paul D.S. wist dan ook bijzonder goed wat hij deed. Hij wist dat Blijweert er bijzonder verveeld mee zou zijn als zijn relatie met Dirk Merckx in de openbaarheid zou komen. Want dan zou de politie misschien te diep in zijn zaken gaan neuzen.


Discotheek The Dome

De relatie tussen Blijweert en Merckx was op zijn zachtst gezegd problematisch. Zo was de chauffeur van Blijweert, Jean 'Johnny' M., in 1996 en 1997 verschillende keren op vraag van zijn baas met substituut-procureur Merckx naar het luxebordeel Yab Yum in Amsterdam getrokken.

Dat had Johnny M. zelf aan zijn oude makker Paul D.S. verteld. 'We bleven de hele nacht. Ik betaalde de rekening met de kredietkaarten van Koen', zei Johnny. Toen Blijweert in september 2000 in voorhechtenis zat, zag Paul zijn kans schoon. Hij vond dat zijn moment was gekomen om wraak te nemen. Paul koesterde sinds 1996 een diep gewortelde wrok tegen zijn oude vriend Blijweert. Die had hem geruïneerd en zijn leven kapotgemaakt, vond Paul D.S., bij de overname van een discotheek.

Begin 1996 verkocht Paul zijn twee goed draaiende carrosseriebedrijven in Vilvoorde en zijn kleine discotheek in Machelen en stak hij al zijn geld in een andere discotheek, die hij kocht van Blijweert: 'The Dome' in Keerbergen.

Paul D.S. was een harde werker met veel ambitie, maar geen gehaaid zakenman, 'The Dome' had al jaren geen rekeningen meer betaald, maar dat had Paul D.S. niet gezien. Hij kreeg alle schuldeisers op zijn nek. Kortom: in een paar maanden tijd was hij failliet en kreeg er nog een pak schulden bovenop. Hij voelde zich zwaar 'gepakt' door Blijweert.

Het ging van kwaad naar erger. Paul D.S. betaalde geen alimentatie meer voor vrouw en kind en vluchtte naar Spanje. Tot hij in november 1996 met hangende pootjes terugkeerde. Hij werd opgesloten in de gevangenis van Vorst wegens familieverlating.

'Blijweert heeft me een dag later door de politie uit de cel laten halen en me doen overbrengen naar een politiebureau. Hijzelf was daar en Aldo M. ook. Op het politiekantoor moest ik een contract tekenen voor de overname van zijn aandelen in de discotheek. Ze zeiden dat mijn problemen daarmee van de baan zouden zijn en dat ik snel vrij zou komen. Ik heb dat gedaan', verklaarde Paul D.S. aan de politie.

Bij de federale politie konden ze in 2004 hun oren niet geloven toen Paul D.S. hen dat vertelde. Dat een politiedienst privémilitie had gespeeld voor Koen Blijweert: dat kon toch niemand met een greintje hersens in het hoofd geloven.

Maar het bleek wél te kloppen. Politiemensen van de toenmalige Brusselse gerechtelijke politie haalden Paul D.S. op 19 november 1996 op uit zijn cel in de gevangenis van Vorst. Dat bleek uit onderzoek in de archieven van de gevangenis. De agenten 'vergaten' wel de fiche te ondertekenen die ze bij elke uithaling uit de gevangenis moeten ondertekenen. Zo bleven ze anoniem. 'Johnny' M. en Aldo M., Blijweerts chauffeur en manusje-van-alles, en Blijweert zelf herinneren zich evenmin met honderd procent zekerheid wie de agenten waren. Maar ze bevestigen in hun verhoren wel de uithaling van D.S. uit de gevangenis, en ook dat dat op vraag van Blijweert gebeurde. 'In feite heb ik dat nooit gewild', zei Blijweert op 28 maart 2007 aan de federale politie.

'Paul D.S. was opgepakt en wij hadden in principe een afspraak om een regeling te treffen inzake de overname van de helft van de aandelen van de dancing. Als ik het mij goed herinner, was het Paul zelf die alles snel wilde regelen. Wijlen Etienne D.B., bestuurder bij mijn bedrijven Action Trading en Ondes, die veel relaties had bij parket en politie, stelde me voor dat via die relaties te regelen. Zo werd Paul naar de kantoren van de gerechtelijke politie gebracht. Het was om hem een plezier te doen. Niet om hem onder druk te zetten. Dat vindt hij zelf uit.'


Vici-rekening

De politie denkt daar anders over. In hun synthese-pv van 29 mei 2007 schrijven de speurders van de Brusselse federale politie het volgende: 'Het is zoveel jaren later niet meer na te gaan wat er juist aan de hand was, maar veel wijst erop dat Paul D.S. in een valstrik is gelopen. De ondertekening van de overname van de discotheek verliep op een allesbehalve normale manier. Het is duidelijk dat Paul D.S. met de hulp van politiemensen tot het tekenen van de overname werd gedwongen.'

Geen wonder dus dat Paul D.S. wrok koesterde tegenover Blijweert en tegenover het systeem. 'Ik geef toe dat ik door die foto's te gebruiken van hem 2,5 miljoen frank heb gekregen, maar hij heeft mij 18 miljoen afgenomen. Zoveel ben ik verloren', zegt hij.

Twee dagen na het ondertekenen van het contract voor de overname van de discotheek op 19 november 1996 kwam Paul D.S. voorlopig vrij. De rechtbank liet hem op 21 november gaan.

Tijdens de zitting waarop dat gebeurde, vertegenwoordigde Dirk Merckx -de man van op de foto- het openbaar ministerie. Of het normaal is dat een financieel magistraat optreedt in een banale zaak van familieverlating konden de speurders niet achterhalen. 'We weten niet of het toeval was dat Merckx daar toen zat', schrijven ze.

Wat ze wel achterhaalden, is dat Paul D.S. niet loog toen hij zei dat Dirk Merckx in die periode verschillende keren met Johnny M. naar een luxebordeel aan de Singel in Amsterdam was getrokken. De Yab Yum was 's werelds meest exclusieve en plezierigste herenclub, zo luidde het op de website. En ook een van de duurste.

Het was de verplaatsing vanuit Brussel in de Opel Omega van Blijweert dus meer dan waard. De betalingen in de club gebeurden met verschillende betaalkaarten op naam van bedrijven van Blijweert. Zo werden er begin november 1996 met de betaalkaart van Vici nv betalingen gedaan van 159.301 frank. In dezelfde periode een jaar later gingen 92.778 en 23.195 Belgische frank van de Vici- rekening.

Al dan niet toevallig was die eerste betaling een paar dagen voor 19 november, toen Paul D.S. zijn contract moest tekenen.

'Het onderzoek heeft uitgewezen dat de chauffeur van Blijweert de heer substituut Merckx in de periode 1996-1997 naar Amsterdam heeft gereden. Het is ook aangetoond dat er betalingen gebeurden in de selecte club Yab Yum met kredietkaarten van de nv's Ondes en Vici (bedrijven van Blijweert, redactie) op het ogenblik dat de heer Merckx er met de chauffeur van Blijweert een uitstap deed. Het is niet mogelijk deze uitstappen in verband te brengen met de ondertekening van het contract. We mogen wel aannemen dat Blijweert en Merckx in die periode goede contacten onderhielden', klinkt het sec in een synthese-pv van de Brusselse federale politie op 20 september 2006.

In zijn eerste verhoren vertelde de trouwe chauffeur Johnny M. hoe hij Merckx 'op vraag van Koen' rond een uur of vijf in de namiddag thuis ging ophalen en met hem naar de Yab Yum in Amsterdam reed in een van de wagens van Blijweert. 'Dat gebeurde een keer of vijf, zes, misschien zeven'.

Maar wie betaalde de gepeperde rekening? M. betaalde naar eigen zeggen de rekening in de Yab Yum voor hen beiden. Tegen de ochtend reden ze dan samen terug naar huis.

Later kwam Johnny M. gedeeltelijk op zijn verklaringen terug en zei hij dat Merckx 'op één keer na' de kosten achteraf terugbetaalde.

Blijweert drukte het nog anders uit in zijn verhoor van 19 maart 2005. 'Misschien is er in de Yab Yum ooit wel eens met een kredietkaart van Ondes of Vici betaald, maar dat gebeurde nooit opzettelijk. Ik ben een man met een goed hart en als Johnny M. mij belde om te zeggen dat iemand niet kon betalen, dan sluit ik niet uit dat ik hem zei dat hij mijn kaart mocht gebruiken om die persoon te helpen.'


Witwasdossier

Deontologisch is Merckx' gedrag bedenkelijk. Dat is het minste wat je kan zeggen. Maar wellicht zullen we nooit te weten komen of Dirk Merckx een tegenprestatie heeft moeten leveren voor Koen Blijweert en of er met andere woorden sprake was van corruptie.

Want een gerechtelijk onderzoek naar zijn eventuele corruptie is er vreemd genoeg nooit geweest. Hij heeft er ook nooit uitleg kunnen of moeten over geven in het dossier tegen D.S. De speurders die het onderzoek naar de chantage van Paul D.S. voerden, mochten Merckx niet ondervragen, want als magistraat heeft hij voorrang van rechtsmacht. Dat betekende dat er een apart onderzoek bij het hof van beroep tegen hem moest worden gevoerd. Maar dat gebeurde niet.

Er leek nochtans reden genoeg om Merckx op de rooster te leggen, want ook in de zomer van 1998 was er al eens iets bizars gebeurd.

De Brusselse onderzoekrechter Jean-Claude Van Espen ontdekte toen per toeval dat Merckx stiekem van de zomervakantie had geprofiteerd om te proberen een witwasdossier te laten opvragen waarbij een bevriend advocaat werd vervolgd. Merckx ging aan een speciaal daarvoor samengestelde raadkamer vragen om het dossier op te splitsen in een Nederlandstalig en een Franstalig luik en zou dan vervolgens voor de raadkamer de buitenvervolgingstelling van de Nederlandstalige beklaagde vorderen.

Hij had niets gevraagd aan de bevoegde onderzoeksrechter Dominique Dehaan en evenmin aan de parketmagistraat Jean-Pascal Thoreau, die het dossier behandelde. Zijn plan werd net op tijd verijdeld toen een oplettende griffier het meldde aan onderzoeksrechter Van Espen.

De naam van de advocaat voor wie Merckx zoveel moeite deed, was Marc Senelle.

Senelle werd op 18 mei 2002 trouwens zwaar veroordeeld in dat bewuste dossier, een zaak ten nadele van de CBHK-bank. De rechter noemde Senelle in zijn vonnis een 'roofdier zonder scrupules.' Toeval of niet: Marc Senelle was jarenlang de advocaat van Koen Blijweert en hij is een persoonlijke vriend van hem. Senelle is ook een van de beklaagden in de zaak Action Trading, waar Koen Blijweert de hoofdbeklaagde is.

Reden genoeg om een gerechtelijk onderzoek te openen naar wat Merckx deed met het dossier Senelle, lijkt het. Maar er werd bij het parket-generaal enkel een tuchtonderzoek geopend. De link naar Koen Blijweert kon nooit hard worden gemaakt. Hoe kon het ook? Tijdens tuchtonderzoeken kunnen geen speciale opsporingstechnieken worden toegepast en kunnen geen telefoons worden afgeluisterd.

Merckx kreeg uiteindelijk een lichte tuchtsanctie voor zijn ingreep in het dossier Senelle. Later werd hij zonder problemen benoemd tot chef van de Brusselse financiële sectie. Daar had hij jarenlang het overzicht over de belangrijkste financiële dossiers die er in dit land zijn geweest. Tot grote frustratie van een hele resem Brusselse onderzoeksrechters die hem nooit meer vertrouwd hebben.


DS, 26-09-2009 (Mark Eeckhaut)

Barst
26th September 2009, 15:12
Zelfreinigend vermogen: nul


Een magistraat die heeft bekend dat de chauffeur van een beschaduwde zakenman hem ettelijke keren naar de hoeren heeft gereden. Is het denkbaar dat zo iemand eerst promotie maakt en intussen op een fraaie buitenlandse post zit? Niet velen zullen daar volmondig ‘ja' op antwoorden. Toch is het een paar jaar geleden gebeurd. Het voor de hand liggende vermoeden dat tegenover deze vriendendienst toch enige tegenprestatie moet hebben gestaan, corruptie dus, is merkwaardig genoeg nooit het voorwerp van een strafrechtelijk onderzoek geweest.


De Standaard doet het dossier vandaag uit de doeken. Het vereist enige aandacht om alle onderdelen van deze onverkwikkelijke geschiedenis te volgen. Maar vervolgens wordt het verhaal buitengewoon simpel: je kan je op het Brusselse gerecht kennelijk ongeveer alles permitteren. Iedereen weet ervan, maar niemand steekt een poot uit. Als er al iets gebeurt, dan is het de bestraffing van een kleine garnaal en de bevordering van de besmette magistraat.

Klinkt het bekend in de oren? Inderdaad. De parallellen met de zaak rond rechter De Tandt steken de ogen uit. Dat is ook de reden waarom de krant dit ogenschijnlijk banale verhaal heeft uitgespit. Op zich speelt het zich vermoedelijk in de marge van het echte Grote Nieuws af. Maar anderzijds legt het glashelder bloot waar het fout loopt bij Justitie. De onmacht van die instelling om het gewone huis-, tuin- en keukengesjoemel uit te wieden, schreit ten hemel.

Van enig zelfreinigend vermogen is geen sprake. In deze zaak staan bekentenissen op papier. De aanwijzingen over de manier waarop de magistraat zijn weldoener een wederdienst wilde bewijzen, liggen op de tafel. Wie, desnoods met een rekenmachine, kan narekenen dat één plus één twee is, kan moeiteloos een strafprocedure starten en een veroordeling verkrijgen. In plaats daarvan werd de betrokkene hoofd van de cel die toeziet op alle belangrijke financiële dossiers van het land.

Verwondert het nog iemand dat er zelden of nooit een veroordeling komt in een van die affaires? Verbaast iemand zich er nog over dat ze oeverloos aanslepen zonder eind in zicht en zonder dat iemand voor dat onvermogen om recht te doen geschieden, de verantwoordelijkheid opneemt?

Deze week deed zich in een van die dossiers, de zaak-Beaulieu, opnieuw een bizarre ontwikkeling voor. Het onderzoek, dat al bijna twintig jaar loopt, werd er op een nog langere baan door geschoven. Een van de minst belangrijke verdachten is ineens tot plaatsvervangend rechter benoemd, waardoor er een andere procedure moet worden gevolgd en heel wat werk opnieuw moet worden gedaan. Het woord ‘obstructie' staat in koeien van letters op de tonnen onderzoeksverslagen gekalkt, maar niemand ziet het of slaat er acht op. De braafste lezing is: knoeiwerk. Maar waar het steeds meer op lijkt, is: maffia.


DS, 26-09-2009 (Bart Sturtewagen)