PDA

Bekijk de volledige versie : Hond bijt hond


Barst
25th September 2009, 23:31
Hond bijt hond


Het gaat niet goed met de journalistiek, zegt de Britse sterjournalist Nick Davies. Redacties hebben te weinig mensen en middelen, en zijn daardoor afhankelijk van persbureaus en pr-machines.


Het jongste boek van de Britse journalist Nick Davies moet elke rechtgeaarde krantenlezer meteen naar de keel grijpen. Want al in de titel belooft het boek niets minder dan dat 'een gelauwerd auteur leugens, verdraaiingen en propaganda in de media' zal blootleggen. Als verwachtingspatroon kan dat tellen. In zijn inleiding voert Davies, die meer dan dertig jaar journalist geweest is voor onder meer The Observer en The Guardian, de druk nog op. 'Dog doesn't eat dog', zegt hij. 'Dat is altijd de regel geweest in Fleet Street.' Journalisten hebben het niet over hun eigen vak. Ze houden zich bezig met de hele samenleving, maar niet met de journalistiek. 'Dit boek', zegt Davies 'is een onbeschaamde poging om met die regel te breken.' Dat is, op bladzijde één van dit 420 pagina's tellende boek, meteen de eerste overdrijving. Want in al zijn enthousiasme om de geheimen van het vak bloot te leggen, gaat Davies voorbij aan de halve bibliotheek die de jongste jaren in West-Europa en Amerika is volgeschreven over journalistiek. Die geeft mij zelfs het gevoel dat wij, journalisten, veel te veel met onszelf en ons vak bezig zijn.

Davies is dus bijlange niet de klokkenluider waarvoor hij zichzelf graag ziet doorgaan. Maar dat neemt niet weg dat zijn boek een straffe en soms zeer pijnlijke analyse maakt van de stand van zaken van de journalistiek in Groot-Brittannië en elders in de westerse wereld. De centrale stelling van het boek luidt dat de journalistiek heel dikwijls mislukt in wat haar voornaamste opdracht zou moeten zijn: de waarheid vertellen. Neen, het zijn niet, zoals de goegemeente maar al te dikwijls denkt, de manipulerende adverteerders of de machtswellustige eigenaars van de kranten die redacties in deze of gene richting duwen. Het zijn de journalisten zelf die in hun opdracht falen. Omdat ze nauwelijks anders kunnen.

In de jongste twintig jaar, zo rekende de auteur uit, zijn de voornaamste Britse kranten drie keer zo dik geworden, en de redacties zijn maar even groot gebleven. 'Dat is een ramp.' De grote boosdoeners zijn, in de ogen van Davies, de eigenaars van kranten en televisiestations die veel te veel vragen van veel te weinig mensen in hun redacties. Het betekent ronduit dat journalisten geen tijd hebben om nieuws te checken, dat alles veel te snel moet gaan, dat kranten te veel afhangen van nationale en internationale persbureaus en dat er geen plaats meer is voor gespecialiseerde mensen die hun eigen verhalen brengen. Van alle kopij in Britse kwaliteitskranten, aldus Davies, is nauwelijks 12 tot 20 percent eigen werk. De rest is in mindere of meerdere mate afgeschreven van persbureaus. 'Onafhankelijke eigen journalistiek is meer de uitzondering dan de regel geworden', stelt hij vast.


Voorgekauwde gegevens

Dat brengt de auteur bij een set van tien 'regels' die volgens hem de moderne journalistiek beheersen.
1. Publiceer goedkope verhalen.
2. Ga vooral af op officiële bronnen.
3. Blijf weg van de prikkeldraad die de wetgever en drukkingsgroepen rond de journalistiek spannen.
4. Selecteer veilige ideeën.
5. Geef altijd woord en wederwoord, ook al is dat wederwoord een leugen.
6. Ga vooral voor wat veel gelezen wordt, niet voor wat relevant is.
7. Maak het niet te ingewikkeld.
8. De lezer heeft altijd gelijk.
9. Juich en treur met uw lezers.
10. Kopieer verhalen van uw concurrenten, ook al kan je ze zelf niet bevestigd krijgen.

Het is een treurige opsomming die niet meteen de verdienste heeft van erg genuanceerd te zijn, maar die wel veel waarheid bevat.

Straffer nog. Terwijl aan de ene kant redacties steeds minder mensen en middelen hebben om zelf hun verhalen te maken, ziet Nick Davies aan de andere kant een immense public-relationsmachine groeien. Of het nu de politiek is, de sport, het gerecht, cultuur, entertainment of de industrie, in alle maatschappelijke sectoren is men de afgelopen jaren het belang van pr gaan inzien. Journalisten krijgen in toenemende mate voorgekauwde gegevens voorgeschoteld. Soms gaat dat over extreem belangrijke zaken, zoals de regeringen van Bush en Blair die de wereld wilden laten geloven dat er massavernietigingswapens in Irak waren. Maar in de meeste gevallen beseft de lezer niet hoe hard de pr-machine dagelijks draait. Het 'exclusieve interview met acteur x' is in veel gevallen op niet meer gebaseerd dan een rondetafel van twintig minuten met tien andere journalisten, en soms zelfs op niet meer dan enkele door de filmmaatschappij geselecteerde citaten. De 'woorden van bedrijfsleider y' komen niet uit zijn mond, maar uit de pen van zijn pr-afdeling. 'De exclusieve scoop van journalist z' is een door een perschef zorgvuldig gelekt document... 'Er wordt hier een pseudowereld gecreëerd', zegt Davies.


Onderbelicht

Overdrijft Davies in zijn analyses? Ja. Ziet hij het te zwart in? Zeker. Onderschat hij de weerbaarheid van journalisten? Ongetwijfeld. Overschat hij de macht van directies? Soms. Maar elke journalist die zijn boek leest, zal zich tot zijn of haar spijt herkennen in een aantal praktijken die worden beschreven. Zoals elke rechtgeaarde journalist zal blijven streven naar het soort journalistiek waarvan Ignacio Ramonet, hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique, enkele jaren geleden droomde: een journalistiek die wat trager gaat, die de waarheid zoekt ook buiten de spotlights, die compleet is en diep graaft, die ernstig is en zich bezighoudt met de zaken die ertoe doen en die tegen de stroom van de dominante media ingaat. Davies citeert de woorden van Ramonet met grote instemming.

Als uitsmijter nog dit. Davies publiceert in zijn boek een mij tot nu toe niet bekende lijst van de VN uit mei 2006 met de tien meest onderbelichte verhalen op de planeet: de naweeën van de tsunami van december 2004; het leven van miljoenen economische vluchtelingen die op zoek zijn naar een beter bestaan; de wereldwijde strijd om water; het geweld in Ivoorkust; misbruik van kinderen in de hele wereld; Liberia na het eind van de oorlog; de wettelijke obstakels voor echte asielzoekers; de toenmalige verkiezingen in Congo, waar de oorlog al 3,8 miljoen levens heeft gekost; kinderen in het conflict in Nepal; de impact van droogte op de oorlog in Sudan. Journalistiek is niet enkel wat we publiceren. De kwaliteit van journalistiek moet ook worden afgemeten aan wat er niet gepubliceerd wordt. Ik vrees dat we allen deemoedig het hoofd moeten buigen.


DS, 25-09-2009 (Peter Vandermeersch)