Barst
11th September 2009, 01:54
Help, opvoeden lukt niet meer!
GENT - Er is steeds meer vraag naar opvoedingsondersteuning en begeleiding. Sommige ouders weten zich helemaal geen raad meer met de opvoeding van hun kinderen. Kinderpsychiaters en therapeuten kunnen een uitweg uit de impasse bieden.
Bij Pieter (10) liep er op school een en ander mis. Daar was hij verdrietig om. Thuis vond hij geen manier om er iets over te vertellen. Dat leidde tot een moeilijke verstandhouding: hij reageerde als een rebel en luisterde niet meer naar zijn ouders. Daarop reageerden die extra streng: de grenzen werden strakker uitgetekend. En dat lokte dan weer nog meer weerspannige reacties van Pieter uit.
‘Pieter kan nieuwe manieren leren om zijn verdriet te uiten. En de ouders kunnen inzien dat verdriet aan de basis van zijn rebels gedrag ligt. Problemen ontstaan vaak in de wisselwerking tussen een kind en zijn omgeving. Ouders en kinderen reageren vanuit hun eigen geraaktheid en betrokkenheid. Soms zijn die zo verschillend dat een professioneel gesprek nodig is', zegt kinderpsychologe Marjan Gerarts. Ze heeft een privépraktijk in Gent en legt zich toe op kinderen en jongeren die een traumatische, pijnlijke of schokkende ervaring meemaakten. Opvoedingsondersteuning is in opmars. Uit onderzoek in 2001 blijkt dat meer dan vier op de vijf ouders een vraag over opvoeding heeft. Een kwart daarvan gaf te kennen dat ze niet weten wat opvoeden is. Er was behoefte aan steun en advies van anderen, en aan professionele hulp. Oorzaak? We maken ons steeds meer zorgen over kinderen met problemen. Ouders stellen zich de vraag wat ze verkeerd doen en vooral hoe ze kunnen bijsturen. Er zijn tal van projecten die hierop inspelen, zoals opvoedingswinkels en televisieprogramma's.
Uit Australië waaide het concept van Triple P over. Dat traject streeft naar een positieve relatie met het probleemkind en het stimuleren van gewenst gedrag. Ook consequent reageren en technieken om gedrag bij te sturen, worden getraind.
‘Opvoedingsondersteuning kan heel positief zijn voor mensen die daar behoefte aan hebben. Elk model is anders en kan andere mensen bereiken. Ouders vragen zich soms af hoe ze het best reageren als een kind geconfronteerd wordt met de dood. Neem je een kleuter mee naar een begrafenis? Ook ouders die willen scheiden, weten niet altijd hoe dat aan hun kinderen te zeggen. Het taboe om naar een therapeut te stappen, is gelukkig doorbroken', zegt Marjan Gerarts.
‘Ook wanneer een kind therapie nodig heeft, is het bijna vanzelfsprekend dat je de ouders erbij betrekt, zo wordt het draagvlak groter. Bovendien kunnen ze ook belangrijke informatie over de eerste levensjaren geven. Vooral bij jonge kinderen is dat belangrijk. Kinderen hebben het immers erg zwaar als er rechtstreeks aan een trauma wordt gewerkt. Dan is het belangrijk dat ouders weten wat hun kind te wachten staat, zoals onverwachte huilbuien. Pubers staan dan weer meer op hun autonomie, dan vermindert de invloed van de ouders.'
‘Soms is de draagkracht van de ouders overschreden, bijvoorbeeld omdat ze zelf veel meemaakten en gekwetst zijn. Dan blijft er niet altijd veel energie over om op een positieve manier met hun kinderen om te gaan', zegt Hilde Celis van CAB Gent. Het Centrum voor Ambulante Begeleiding begeleidt 32 gezinnen in opdracht van de Jeugdrechtbank en het Comité Bijzondere Jeugdzorg.
‘Het gros van de gezinnen kampt met chronische en complexe problemen, ruimer dan de aangemelde opvoedingsproblemen. Vaak zijn er al andere vormen van hulpverlening', vertelt Celis. De situaties zijn dikwijls moeilijk. Soms worden kinderen geplaatst, bijvoorbeeld na mishandeling. Wanneer ze terug naar huis gaan, is het belangrijk dat dit goed wordt opgevolgd en dat ouders ondersteuning krijgen. Soms kampen ouders met een verslavingsprobleem of een depressie. We gaan bij de gezinnen thuis. Het tijdstip bepalen we in overleg, maar we houden vast aan minstens een wekelijks bezoek. Er zijn verschillende gezinstaken waarop we werken.
Een goede communicatie is belangrijk: hoe praten de gezinsleden met elkaar, hoe zijn de ouders op hun kinderen betrokken? Ook een goede organisatie van het dagelijks leven is belangrijk om de stress naar beneden te halen.
Voorts bekijken we hoe het zit met de ontwikkeling van ouders en kinderen. Soms kampen ouders ook met een mentale of fysieke beperking. We kijken of de kinderen zich goed voelen op school, of ze goed in hun vel zitten. Nog een factor is de wijze van integratie van het gezin in de buitenwereld.'
Alles tegelijk aanpakken, is onmogelijk. Daarom worden samen met het gezin enkele doelstellingen naar voren geschoven. ‘Eerst zorgen we dat de randvoorwaarden verbeteren, zoals hulp in het huishouden, het in orde maken van alimentatie', legt Celis uit. ‘Het zorgt niet alleen voor rust, ook voor vertrouwen. Pas dan is er ruimte om eventuele opvoedingsproblemen aan te pakken. Omwille van de complexiteit is een traject van enkele jaren essentieel.'
Het merendeel van de gezinnen geeft aan tevreden te zijn met de begeleiding, tien procent weigert alle ondersteuning. In de meeste gevallen is probleemreductie mogelijk en worden de doelstellingen gedeeltelijk bereikt, alles oplossen is niet realistisch. Veel gezinnen zullen blijvend hulp van sociale diensten nodig hebben.
Blog DS, 11-09-2009 (Hilde Pauwels)
GENT - Er is steeds meer vraag naar opvoedingsondersteuning en begeleiding. Sommige ouders weten zich helemaal geen raad meer met de opvoeding van hun kinderen. Kinderpsychiaters en therapeuten kunnen een uitweg uit de impasse bieden.
Bij Pieter (10) liep er op school een en ander mis. Daar was hij verdrietig om. Thuis vond hij geen manier om er iets over te vertellen. Dat leidde tot een moeilijke verstandhouding: hij reageerde als een rebel en luisterde niet meer naar zijn ouders. Daarop reageerden die extra streng: de grenzen werden strakker uitgetekend. En dat lokte dan weer nog meer weerspannige reacties van Pieter uit.
‘Pieter kan nieuwe manieren leren om zijn verdriet te uiten. En de ouders kunnen inzien dat verdriet aan de basis van zijn rebels gedrag ligt. Problemen ontstaan vaak in de wisselwerking tussen een kind en zijn omgeving. Ouders en kinderen reageren vanuit hun eigen geraaktheid en betrokkenheid. Soms zijn die zo verschillend dat een professioneel gesprek nodig is', zegt kinderpsychologe Marjan Gerarts. Ze heeft een privépraktijk in Gent en legt zich toe op kinderen en jongeren die een traumatische, pijnlijke of schokkende ervaring meemaakten. Opvoedingsondersteuning is in opmars. Uit onderzoek in 2001 blijkt dat meer dan vier op de vijf ouders een vraag over opvoeding heeft. Een kwart daarvan gaf te kennen dat ze niet weten wat opvoeden is. Er was behoefte aan steun en advies van anderen, en aan professionele hulp. Oorzaak? We maken ons steeds meer zorgen over kinderen met problemen. Ouders stellen zich de vraag wat ze verkeerd doen en vooral hoe ze kunnen bijsturen. Er zijn tal van projecten die hierop inspelen, zoals opvoedingswinkels en televisieprogramma's.
Uit Australië waaide het concept van Triple P over. Dat traject streeft naar een positieve relatie met het probleemkind en het stimuleren van gewenst gedrag. Ook consequent reageren en technieken om gedrag bij te sturen, worden getraind.
‘Opvoedingsondersteuning kan heel positief zijn voor mensen die daar behoefte aan hebben. Elk model is anders en kan andere mensen bereiken. Ouders vragen zich soms af hoe ze het best reageren als een kind geconfronteerd wordt met de dood. Neem je een kleuter mee naar een begrafenis? Ook ouders die willen scheiden, weten niet altijd hoe dat aan hun kinderen te zeggen. Het taboe om naar een therapeut te stappen, is gelukkig doorbroken', zegt Marjan Gerarts.
‘Ook wanneer een kind therapie nodig heeft, is het bijna vanzelfsprekend dat je de ouders erbij betrekt, zo wordt het draagvlak groter. Bovendien kunnen ze ook belangrijke informatie over de eerste levensjaren geven. Vooral bij jonge kinderen is dat belangrijk. Kinderen hebben het immers erg zwaar als er rechtstreeks aan een trauma wordt gewerkt. Dan is het belangrijk dat ouders weten wat hun kind te wachten staat, zoals onverwachte huilbuien. Pubers staan dan weer meer op hun autonomie, dan vermindert de invloed van de ouders.'
‘Soms is de draagkracht van de ouders overschreden, bijvoorbeeld omdat ze zelf veel meemaakten en gekwetst zijn. Dan blijft er niet altijd veel energie over om op een positieve manier met hun kinderen om te gaan', zegt Hilde Celis van CAB Gent. Het Centrum voor Ambulante Begeleiding begeleidt 32 gezinnen in opdracht van de Jeugdrechtbank en het Comité Bijzondere Jeugdzorg.
‘Het gros van de gezinnen kampt met chronische en complexe problemen, ruimer dan de aangemelde opvoedingsproblemen. Vaak zijn er al andere vormen van hulpverlening', vertelt Celis. De situaties zijn dikwijls moeilijk. Soms worden kinderen geplaatst, bijvoorbeeld na mishandeling. Wanneer ze terug naar huis gaan, is het belangrijk dat dit goed wordt opgevolgd en dat ouders ondersteuning krijgen. Soms kampen ouders met een verslavingsprobleem of een depressie. We gaan bij de gezinnen thuis. Het tijdstip bepalen we in overleg, maar we houden vast aan minstens een wekelijks bezoek. Er zijn verschillende gezinstaken waarop we werken.
Een goede communicatie is belangrijk: hoe praten de gezinsleden met elkaar, hoe zijn de ouders op hun kinderen betrokken? Ook een goede organisatie van het dagelijks leven is belangrijk om de stress naar beneden te halen.
Voorts bekijken we hoe het zit met de ontwikkeling van ouders en kinderen. Soms kampen ouders ook met een mentale of fysieke beperking. We kijken of de kinderen zich goed voelen op school, of ze goed in hun vel zitten. Nog een factor is de wijze van integratie van het gezin in de buitenwereld.'
Alles tegelijk aanpakken, is onmogelijk. Daarom worden samen met het gezin enkele doelstellingen naar voren geschoven. ‘Eerst zorgen we dat de randvoorwaarden verbeteren, zoals hulp in het huishouden, het in orde maken van alimentatie', legt Celis uit. ‘Het zorgt niet alleen voor rust, ook voor vertrouwen. Pas dan is er ruimte om eventuele opvoedingsproblemen aan te pakken. Omwille van de complexiteit is een traject van enkele jaren essentieel.'
Het merendeel van de gezinnen geeft aan tevreden te zijn met de begeleiding, tien procent weigert alle ondersteuning. In de meeste gevallen is probleemreductie mogelijk en worden de doelstellingen gedeeltelijk bereikt, alles oplossen is niet realistisch. Veel gezinnen zullen blijvend hulp van sociale diensten nodig hebben.
Blog DS, 11-09-2009 (Hilde Pauwels)