Inloggen

Bekijk de volledige versie : Zeker 140 doden bij rellen Xinjiang


Barst
6th July 2009, 18:32
Zeker 140 doden bij rellen Xinjiang


Peking, 6 juni. Zeker 140 mensen zijn gisteren in China gedood bij rellen in Urumqi, de hoofdstad van de westelijke provicie Xinjiang. Meer dan achthonderd mensen raakten gewond. Dit meldde het Chinese staatspersbureau Xinhua vanmorgen.


De protesten waarbij enkele duizenden islamitische Oeigoeren waren betrokken, begonnen vreedzaam maar ontaardden toen de politie de menigte uiteen begon te drijven. Meer dan 260 auto’s werden in de brand gestoken en 203 huizen werden beschadigd. Op de Chinese staatstelevisie waren vanochtend beelden te zien van demonstranten die burgers aanvielen en op de grond trapten.

Het persbureau Xinhua meldt dat het dodental oploopt. Lokale politieagenten arresteerden enkele honderden betogers, onder wie tien sleutelfiguren die de rellen hadden aangewakkerd.

De politie heeft de stad afgesloten van verkeer en mobiele telefoonnetwerken platgelegd. De rellen van zondag houden verband met een handgemeen tussen Han-Chinezen en Oeigoeren dat vorige maand plaatsvond in een speelgoedfabriek in Shaoguan in het zuiden van China. Han-Chinezen waren het niet eens met de komst van Oeigoerse migrantenarbeiders en betichtten hen van diefstal. De Han-Chinese en Oeigoerse fabrieksarbeiders gingen elkaar met messen en stalen pijpen te lijf. Daarbij vielen twee doden.

De Chinese autoriteiten beschuldigen extremistische moslimorganisaties in het buitenland van het aanstichten van de rellen. „Alles wijst erop dat het Wereld Oeigoeren Congres dat geleid wordt door activiste Rebiya Kadeer achter de onrusten zit”, aldus Xinhua.

Kadeer, een Oeigoerse zakenvrouw die na jaren gevangenschap in ballingschap leeft in de Verenigde Staten, was niet bereikbaar voor commentaar maar andere in het buitenland gevestigde Oeigoerse groeperingen wezen de beschuldigingen van de hand. Zij schrijven de onlusten toe aan de groeiende sociaal-economische ongelijkheid in de regio en de klachten van islamitische Oeigoeren over discriminatie door Chinezen.


NRC, 06-07-2009

Barst
7th July 2009, 18:21
De Oeigoerse vrouwen van Urumqi zijn woedend


Urumqi, 7 juli. Twee dagen na de etnische onlusten, waarbij 165 doden en honderden gewonden vielen, zijn Oeigoerse demonstranten in de stad Urumqi opnieuw slaags geraakt met de politie.


Ze zijn woest, de Oeigoerse vrouwen van Urumqi, de hoofdstad van de provincie Xinjiang in het westen van China. Daar kwam het zondag tot een uitbarsting van geweld, waarbij inmiddels 165 mensen zijn gedood en meer dan 1.000 gewond raakten. De voornamelijk traditioneel geklede vrouwen betoogden vanmorgen voor de vrijlating van hun mannen en zonen en zochten contact met een groep journalisten, die onder strikte begeleiding van de Chinese autoriteiten de stad mochten bezoeken.

Dan komt het opnieuw tot confrontaties met de politie. Terwijl sirenes loeien en politieagenten de menigte terugdringen met traangas, dragen Oeigoerse mannen enkele vrouwen weg die zijn flauwgevallen. Wanhopig vragen ze om een ambulance. Die laat lang op zich wachten. „Zie je wel, onze levens doen er niet toe. Ze laten ons volk zoals altijd barsten”, zegt een Oeigoerse vrouw.

Nalida, een vrouw in een zwart-wit gestreepte boerka, slaat haar handen voor haar gezicht. „De politie heeft mijn man vermoord. Honderen politiemannen drongen onze huizen binnen. Ze sloegen met stokken en buizen en namen onze mannen en zonen mee.” Ze balt haar vuisten en krijst het uit, terwijl honderden Oeigoerse vrouwen uitzinnig huilend richting Dawananlu lopen, de straat waar zondagmiddag honderden Oeigoeren slaags raakten met de politie.

„Het is nu oorlog. We hebben te lang gezwegen. De Chinezen respecteren onze manier van leven en ons geloof niet”, zegt Guli, een vrouw met een groene boerka. „Onze mannen, we weten niet waar ze zijn. Zelfs naakte kinderen hebben ze in trucks geladen.”


NRC, 07-07-2009 (Bettine Vriesekoop)

Barst
9th July 2009, 19:02
China's wilde westen


KRISTOF DECOSTER heeft goed nieuws en slecht nieuws over de rellen tussen Han-Chinezen en Oeigoeren in Xinjiang. Het goede: de berichtgeving erover is al een stuk opener dan bij gelijkaardige rellen vorig jaar in Tibet. Slechter nieuws is dat China opnieuw bewijst niet op een goede manier om te kunnen gaan met zijn etnische minderheden.


Hu Jintao die halsoverkop de G8-top verlaat, 20.000 tot de tanden gewapende oproerpolitiemensen in de straten van Urumqi, internetverbindingen die het plots collectief laten afweten,... Het mag duidelijk zijn: het Chinese bewind is bijzonder bezorgd over de situatie in Xinjiang. Terecht, want de rauwe taferelen doen, meer nog misschien dan aan de gebeurtenissen vorig jaar in Tibet, denken aan het grootschalige etnisch geweld in de Indische deelstaat Gujarat in 2002. Een ogenschijnlijk vredige grootstad die plots verwordt tot een orgie van geweld en pogroms. In India bleek een en ander georchestreerd of toch minstens mogelijk gemaakt door de lokale overheid, in China daarentegen halen de communistische partijbonzen op dit ogenblik alles uit de kast om beide groepen (Han-Chinezen en Oeigoeren) uit elkaar te houden. De 'harmonieuze samenleving' waar Hu Jintao zoniet het hart dan toch de mond van vol heeft, is op dit ogenblik ver weg in Xinjiang.

Het officiële mediabeleid van het huidige Chinese bewind, 'guided public opinion', botst in deze kwestie onzacht op zijn grenzen. China probeert doorgaans te vermijden dat gevoelige thema's de publieke opinie gaan beroeren, door een combinatie van censuur en het zelf proberen sturen van berichtgeving (toch in officiële media), door als het ware de toon te zetten. Maar een neveneffect van dat 'nanny'-mediabeleid is dat het vertrouwen in het waarheidsgehalte van officiële media niet bijster hoog is, bij Han-Chinezen maar zeker bij etnische minderheden. Als Chinese media dus berichten over twee Oeigoerse doden bij interraciaal geweld in een fabriek in Guangdong, wat de concrete aanleiding vormde tot de rellen, hoeft het weinig verwondering te wekken dat bij Oeigoeren al snel geruchten circuleerden van tientallen, en misschien zelfs honderden doden, zeker nadat op het internet filmpjes opdoken van Chinese politie naast een hoop lijken. Enkel als de Chinese officiële media als voldoende betrouwbaar gepercipieerd worden, kan zo'n geruchtenspiraal vermeden worden.

Bemoedigend is wel dat Chinese kranten en tv-stations uitgebreid (zij het nogal eenzijdig) over de rellen berichten, en niet proberen ze dood te zwijgen zoals bij vergelijkbare omstandigheden in de jaren negentig gebeurde. Maar het nieuws uit Xinjiang staat niet helemaal bovenaan, zoals je toch zou kunnen verwachten. En ook de poging om een deel van de buitenlandse pers deze keer wel direct toegang te geven tot Urumqi, zij het aan strikte controles onderworpen (anders dan in het Tibetaanse Lhasa vorig jaar), kunnen we, als we in een goeie bui verkeren, als vooruitgang beschouwen.

Overigens kun je er niet naast kijken: westerse media berichten omzichtiger over deze rellen dan vorig jaar in Lhasa, waar je de stellige indruk kreeg dat Han-Chinese slachtoffers er niet toe deden. Ze lijken lessen getrokken te hebben uit de niet geheel onterechte kritiek uit Chinese hoek dat een aantal westerse mediaconcerns weinig objectief berichtten over de onlusten in Tibet. Nu wordt over het algemeen vrij genuanceerd tewerkgegaan, en wordt bijvoorbeeld moeite gedaan om mensen van beide groepen te interviewen. Expliciete China-bashing blijft voorlopig uit.

Belangrijker dan de rol van de media is nog de voedingsbodem wegnemen voor het ongenoegen bij Oeigoeren. En dan kun je niet om het feit heen dat China toe is aan een ander beleidsmodel om om te gaan met zijn etnische minderheden (waarvan Tibetanen en Oeigoeren de bekendste zijn). Positieve discriminatie van minderheden (bijvoorbeeld bij het toegangsexamen tot de universiteit, of een versoepeling van het eenkindbeleid voor Oeigoerse vrouwen) wordt gekoppeld aan repressie indien nodig. Dat model is anno 2009 niet langer houdbaar. China doet er beter aan reële autonomie te verlenen aan de regio en meer respect op te brengen voor de levensstijl en cultuur van Oeigoeren. Het werkt bijvoorbeeld averechts om de taal en godsdienst van Oeigoeren meer aan banden te leggen dan voor moslims elders in China (die over veel meer vrijheid beschikken dan moslims in Xinjiang).

Chinezen hebben iets met vooruitgang en hebben de neiging om alles plat te bulldozeren wat die vooruitgang dreigt tegen te houden. Eigenlijk blijven de mensen aan de top technocraten die geloven in de maakbare samenleving en dus in de kolonisering van het Chinese wilde westen. China moet op zoek naar een gulden middenweg tussen het streven naar vooruitgang - het contrast tussen het Oeigoerse paard en kar en de Chinese wolkenkrabbers deed ook mij pijn aan de ogen bij een reis doorheen Xinjiang in 2005 - en meer respect voor diversiteit en bewaren van tradities.

Maar ik vrees dat daarvoor eerst de soms aan paranoia grenzende Chinese vrees voor terrorisme en separatisme moet afnemen. Waar hebben we dat nog gehoord.

Kristof Decoster is politiek socioloog.


DS, 09-07-2009

Barst
14th July 2009, 15:13
Het moederland en de buitenturken


Bij de onlusten van de afgelopen weken in de West-Chinese provincie Xinjiang wordt in de media steeds beweerd dat de Oeigoeren van Turkse afkomst zijn. Dat blijkt niet helemaal te kloppen.


Ze werden er dol van in Turkije. Begin jaren negentig stortte de Sovjet-Unie ineen. Ineens bleek wat tot dan toe voornamelijk aan experts bekend was, dat er buiten Turkije ongeveer evenveel Turken wonen als binnen dat land. Bijna allemaal zijn ze bewoners van de voormalige Sovjet-Unie of andere landen van het destijds door Moskou beheerste Warschaupact. En al die ’buitenturken’ meldden zich voor bijstand bij het ’moederland’ van alle Turken, Turkije.

Bij de toenmalige chef van de buitenlandredactie van de Turkse krant Hürriyet knapte er iets, toen ze een delegatie van Gagauzen ontving. Nog nooit had ze van dat volk gehoord. Ze wonen in de delta van de Donau, verdeeld over Moldavië, Roemenië en Bulgarije en spreken hun eigen soort Turks. Moslims zijn ze niet, ze zijn Russisch-orthodox. Maar dat laatste weerhield de delegatieleden er niet van te roepen: „Wij zijn broeders. U moet ons helpen”. „We kunnen amper onszelf helpen”, riep de redactrice vertwijfeld.

In werkelijkheid is Turkije allerminst het moederland van alle Turken. Het is, afgezien van kleine Turkse gemeenschappen op de Balkan en de Joodse Karaimgemeenschap in Polen, de meest westelijke uitloper van het Turkse taalgebied. Voor de titel moederland komt eerder de Chinese provincie Xinjiang (spreek uit: sjinzjang) in aanmerking. Eigenlijk heet dat gebied Oost-Turkestan maar die naam mag niet van de Chinese geheime politie. Oude atlassen hebben het over Sinkiang of Toerestan.

In die regio wonen de Oeigoeren, in het nieuws door hun opstand tegen China. Media melden soms dat de Oeigoeren ’van Turkse afstamming zijn’. Dat is zoiets als wanneer je zegt dat de Europeanen afstammen van de Amerikanen in plaats van omgekeerd. Amerika ontstond door een Europese emigratie en ook de oorsprong van Turkije is een volksverhuizing in westelijke richting, ongeveer vanuit de regio waar nu de Oeigoeren wonen. Ongeveer, want de berichten over de oudste Turken zijn fragmentarisch en ook naburige regio’s behoren tot het Turkse oergebied.

Als je het enorme gebied waarover de Turken zich de afgelopen tweeduizend jaar hebben verspreid, vergelijkt met een vulkaanuitbarsting, dan behoort Oost-Turkestan tot de spuwende krater en ligt Istanbul op de meest westelijke uitloper van de lavastroom.

De Oeigoeren behoren tot wat je de ’andere Turken’ zou kunnen noemen, dat zijn de Turkstaligen van Centraal-Azië, Iran en de Kaukasus, die geen directe relatie hebben met Turkije. Voor Europeanen waren zij lange tijd de ’onzichtbare Turken’, opgeborgen in uithoeken van vooral het Russische rijk of, zoals de meeste Oeigoeren, het Chinese imperium.

Europa reserveerde de benaming Turk voor de inwoners van het Ottomaanse sultansrijk, dat eeuwenlang de Balkan beheerste en zelfs probeerde Wenen in te nemen. Met hen hadden de Europeanen direct te maken, op het slagveld en in de Levantijnse handel. De andere Turken, ooit beheersers van delen van de beroemde zijderoute, waren toen al de bewoners van een dode uithoek, waar de Russische kolonisatie toenam.

Toen de Nederlandse opstandelingen de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden voorzagen van de leuze ’liever Turks dan paaps’ dachten ook zij aan de Ottomanen en niet aan de Oeigoeren, de Kirgiezen, de Kazachen, de Jakoeten of de Tataarse dwangarbeiders die begin achttiende eeuw naar Amsterdams model de splinternieuwe hoofdstad Sint Petersburg bouwden. Hoewel ook al die mensen Turkse talen spraken. In 1992 bleek dat bij de heropening van de oude moskee van Sint Petersburg. Veel nazaten van die achttiende-eeuwse dwangarbeiders spreken, behalve Russisch, nog steeds een Tataarse variant van Turks.

De isolatie nam toe toen in 1917 de communisten de macht overnamen in het Russische rijk en eind jaren veertig in China. De Centraal-Aziatische Turken verdwenen achter het ijzeren- en het bamboegordijn. In de jaren twintig van de vorige eeuw voltrok zich in Turkije bovendien een verandering. Het land brak met de rest van de islamitische wereld, schafte bijvoorbeeld het Arabische schrift af en had ook weinig boodschap meer aan de grote, pan-Turkse gedachte.

De ’andere Turken’ konden zich alleen verheugen in de belangstelling van westerse turkologen. Maar ook die laatsten richtten hun historisch onderzoek vooral op het Ottomaanse sultansrijk, dat behalve Turkije ook de Balkan, delen van de Oekraïne en bijna de hele Arabische wereld beheerste. Ook de actuele belangstelling van experts gaat eerder uit naar Turkije dan naar Centraal-Azië.

Een van de problemen is dat veel vakliteratuur over de ’andere Turken’ Russischtalig is. Voor turkologen is de combinatie van Russisch met Turks daarom voor de hand liggend, maar dat geldt ook voor andere combinaties, zoals Turks en Arabisch of Perzisch. Vaak kiezen ze daarvoor, gedwongen door het aangeboden studieprogramma.

De ’andere Turken’ werden in een proces van eeuwenlange kolonisatie onderdanen van het Russische of, zoals de Oeigoeren, het Chinese koloniale rijk. Terwijl de Chinezen Oost-Turkestan beheersten, waren de Russen de meesters in West-Turkestan, waar nu de Centraal-Aziatische republieken liggen.


© Trouw, 14-07-2009

Jonathan Smets
15th July 2009, 16:58
De rondreis die mijn broer zou maken in Kirgisië en China is er door afgelast. Spijtige zaak voor wat er ginder gebeurt.

Barst
16th July 2009, 02:18
Jammer voor je broer idd... :(
Mag ik een beetje opportunist spelen? Als je broer alsnog naar Kirgyzië gaat, dan zou hij mij alvast een groot plezier doen om een paar munten van dat land mee te brengen... Kirgyzië is nl. een van de weinige landen waarvan ik nog geen munten heb (vergoeding uiteraard vanzelfsprekend) ;)

Jonathan Smets
22nd July 2009, 12:03
Dat zou geen probleem geweest zijn, maar de reis is nu echt definitief afgelast. Joker reizen wou het risico niet nemen...
Als hij nog eens van zin is om er heen te gaan, zal ik het u laten weten ;)