Barst
15th June 2009, 19:42
Citigroup in het zoeklicht van de overheid in de VS
NEW YORK - Citigroup, de meest internationale bank van de VS, is de jongste twee weken bijna niet weg te denken uit de Amerikaanse pers. Centraal staat de clash tussen Sheila Bair, één van de vier toezichthouders, en de top van de bank. Bair wil forse verandering nu de overheid jarenlang de grootste aandeelhouder dreigt te blijven. Citibank zelf ziet het probleem niet.
Terwijl tien Amerikaanse banken, waaronder Goldman Sachs en JPMorgan Chase, bijzonder blij waren vorige week bekend te maken dat ze de participatie van de overheid in hun kapitaal al opnieuw konden terugkopen, ziet het ernaar uit dat Citigroup nog jarenlang met de overheid opgescheept zit. Meer nog, als de overheid zijn preferente aandelen straks omzet in gewone aandelen, wordt het met een belang van 34 procent veruit de grootste speler.
Citigroup is daarmee één van de belangrijkste slachtoffers van de financiële crisis in de VS en had tot nu toe al twee keer een miljardenkapitaalinjectie nodig en een omvangrijke garantiestelling. De regering injecteerde circa 25 miljard dollar via preferent aandelenkapitaal en stelde zich garant voor 300 miljard dollar activa.
Citigroup, één van 's werelds meest internationale banken die in 109 landen fysiek aanwezig is, is als gevolg van de crisis verwikkeld in een nooit geziene herstructurering. De groep heeft zich opgedeeld in zogenaamde 'goede bank' en een 'bad bank' (slechte bank), hoewel het officieel zo niet mag genoemd worden. Het gaat respectievelijk om Citicorp (goed voor 1.200 miljard dollar activa) en Citi Holdings (800 miljard activa).
In Citi Holdings zitten activa die de groep in de komende jaren wil verkopen. Het gaat om de beursactiviteiten, fondsenbeheer, consumentenfinanciering en een vehikel met geselecteerde activa. Dat laatste omvat de door de Amerikaanse overheid gewaarborgde activa en bepaalde geografische activiteiten.
Alhoewel Michael Corbat, de bankier die sinds kort Citi Holdings leidt en sinds 1983 verbonden is met Citibank, het niet wil gezegd hebben, zitten ook belangrijke delen van de Belgische activiteiten in Citi Holdings. Het gaat volgens kenners om de activiteiten voor particulieren (retail, red.) die opgebouwd zijn rond wat ooit bekend stond als Famibank, maar in 1977 opging in Citibank.
Citigroup zal zich vooral terugtrekken uit de rijpere markten en zich toeleggen op zogenaamde opkomende markten. Na de herstructurering zou driekwart van de retailactiviteiten geconcentreerd zijn in die zogenaamde opkomende markten.
Voor alle duidelijkheid: Citigroup zelf zegt dat het niet van plan is de rijpe markten volledig te verlaten. Met name de private banking- en zakenbankactiviteiten blijven in principe in Citicorp achter. Door de herstructurering zal Citigroup vooral in het Europese straatbeeld veel minder aanwezig zijn als gevolg van de afbouw van retailactiviteiten. Onder meer in Duitsland plooide de groep al fors terug en dat deed intern pijn omdat de groep er sinds jaar en dag een belangrijke speler was.
De bedoeling van Citigroup is om Citi Holdings op een zo verstandig mogelijke manier te verkopen, wat impliceert dat sommige activiteiten mogelijk nog een tijdje in huis blijven. De vraag is of die tijd er wel is. De groep staat onder grote druk om betere resultaten te laten zien. In het eerste kwartaal was er wel een nettowinst van 1,6 miljard dollar na een reeks van vijf verlieslatende kwartalen, maar de kwaliteit van die winst is matig doordat er een boekhoudwinst op zat.
Vooral Sheila C. Bair, hoofd van de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) (de depositobeschermingskas) en één van de vier toezichthouders van Citigroup, dringt aan op kordatere actie. Bair wil dat de bank zo snel mogelijk uitgezuiverd wordt, verlieslatende activa sneller de deur uitgaan en dat het management versterkt wordt. Ze trekt de competentie van de huidige top op vlak van commercial banking in twijfel.
Bair hing afgelopen week met bestuurders van Citigroup aan de telefoon om de druk te verhogen. Opnieuw lekten die gesprekken meteen uit, wat Citigroup in een delicate situatie brengt. De Wall Street Journal, de Financial Times en de New York Times hebben allen de afgelopen dagen vrij fors de problemen van Citigroup in de verf gezet en de eisenbundel van Sheila Bair benadrukt. Bair lijkt weinig vertrouwen te hebben in Vikram S. Pandit, ceo van Citigroup, die, sinds de val van Chuck Prince vorig najaar, de groep en zijn 300.000 medewerkers leidt.
Pandit lijkt dan weer wel de steun te hebben van de minister van Financiën Timothy Geithner. Het is evenmin duidelijk in welke mate de andere drie toezichthouders (waaronder de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve) de zorgen van Sheila Bair delen. Maar Bair is als hoofd van de FDIC wel een zeer invloedrijke dame, die zichzelf tot doel gesteld heeft Wall Street te temmen.
Vikram Pandit zei recent dat de overheid geld verdient aan Citigroup. De return (inclusief dividenden) sinds de instap was ruim 7 procent, of het drievoudige van de evolutie van de S&P 500 over dezelfde periode, zei hij. Dat is dan wel te danken aan de lage conversieprijs waartegen de overheid haar aandelen kan omzetten en allerminst aan de beursprestatie van Citigroup, die achterop hinkt tegenover de andere 'systeembanken'.
Citigroup zelf slaat terug met de resultaten van de zogenaamde 'stress tests' die de overheid heeft uitgevoerd. Die suggereren dat de groep een kapitaaltekort heeft van 5,5 miljard dollar. De groep gelooft dat rond dezelfde tijd volgend jaar er een duidelijk andere Citi zal staan. Eerste opzet nu is om enkele winstgevende kwartalen te produceren. Dat zou het herstel moeten terugbrengen.
Het is wellicht een optimistische visie voor een groep die nauwlettend door de overheid in de gaten wordt gehouden en heel regelmatig negatief in de pers komt. Zowel personeel als klanten maken zich zorgen. Daarbovenop komt dat de 25 topmanagers van Citi voor hun verloning voortaan de zegen nodig hebben van de door de regering Obama aangestelde verloningstsaar Kenneth R. Feinberg. Die was eerder verantwoordelijk voor de uitbetaling van de vergoedingen voor de slachtoffers van de terreuraanslagen op de WTC-torens in New York.
Vooral Pandit, die vorig jaar een totaal verloningspakket had van 38 miljoen dollar, riskeert zwaar te zullen inleveren, maar ook tal van andere medewerkers binnen de groep maken zich zorgen. 'De overheid heeft er geen belang bij ons een concurrentieel nadeel te bezorgen', zegt een insider. Maar in de politiek liggen de dingen zelden zo eenvoudig.
DS, 15-06-2009 (Pascal Dendooven)
NEW YORK - Citigroup, de meest internationale bank van de VS, is de jongste twee weken bijna niet weg te denken uit de Amerikaanse pers. Centraal staat de clash tussen Sheila Bair, één van de vier toezichthouders, en de top van de bank. Bair wil forse verandering nu de overheid jarenlang de grootste aandeelhouder dreigt te blijven. Citibank zelf ziet het probleem niet.
Terwijl tien Amerikaanse banken, waaronder Goldman Sachs en JPMorgan Chase, bijzonder blij waren vorige week bekend te maken dat ze de participatie van de overheid in hun kapitaal al opnieuw konden terugkopen, ziet het ernaar uit dat Citigroup nog jarenlang met de overheid opgescheept zit. Meer nog, als de overheid zijn preferente aandelen straks omzet in gewone aandelen, wordt het met een belang van 34 procent veruit de grootste speler.
Citigroup is daarmee één van de belangrijkste slachtoffers van de financiële crisis in de VS en had tot nu toe al twee keer een miljardenkapitaalinjectie nodig en een omvangrijke garantiestelling. De regering injecteerde circa 25 miljard dollar via preferent aandelenkapitaal en stelde zich garant voor 300 miljard dollar activa.
Citigroup, één van 's werelds meest internationale banken die in 109 landen fysiek aanwezig is, is als gevolg van de crisis verwikkeld in een nooit geziene herstructurering. De groep heeft zich opgedeeld in zogenaamde 'goede bank' en een 'bad bank' (slechte bank), hoewel het officieel zo niet mag genoemd worden. Het gaat respectievelijk om Citicorp (goed voor 1.200 miljard dollar activa) en Citi Holdings (800 miljard activa).
In Citi Holdings zitten activa die de groep in de komende jaren wil verkopen. Het gaat om de beursactiviteiten, fondsenbeheer, consumentenfinanciering en een vehikel met geselecteerde activa. Dat laatste omvat de door de Amerikaanse overheid gewaarborgde activa en bepaalde geografische activiteiten.
Alhoewel Michael Corbat, de bankier die sinds kort Citi Holdings leidt en sinds 1983 verbonden is met Citibank, het niet wil gezegd hebben, zitten ook belangrijke delen van de Belgische activiteiten in Citi Holdings. Het gaat volgens kenners om de activiteiten voor particulieren (retail, red.) die opgebouwd zijn rond wat ooit bekend stond als Famibank, maar in 1977 opging in Citibank.
Citigroup zal zich vooral terugtrekken uit de rijpere markten en zich toeleggen op zogenaamde opkomende markten. Na de herstructurering zou driekwart van de retailactiviteiten geconcentreerd zijn in die zogenaamde opkomende markten.
Voor alle duidelijkheid: Citigroup zelf zegt dat het niet van plan is de rijpe markten volledig te verlaten. Met name de private banking- en zakenbankactiviteiten blijven in principe in Citicorp achter. Door de herstructurering zal Citigroup vooral in het Europese straatbeeld veel minder aanwezig zijn als gevolg van de afbouw van retailactiviteiten. Onder meer in Duitsland plooide de groep al fors terug en dat deed intern pijn omdat de groep er sinds jaar en dag een belangrijke speler was.
De bedoeling van Citigroup is om Citi Holdings op een zo verstandig mogelijke manier te verkopen, wat impliceert dat sommige activiteiten mogelijk nog een tijdje in huis blijven. De vraag is of die tijd er wel is. De groep staat onder grote druk om betere resultaten te laten zien. In het eerste kwartaal was er wel een nettowinst van 1,6 miljard dollar na een reeks van vijf verlieslatende kwartalen, maar de kwaliteit van die winst is matig doordat er een boekhoudwinst op zat.
Vooral Sheila C. Bair, hoofd van de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) (de depositobeschermingskas) en één van de vier toezichthouders van Citigroup, dringt aan op kordatere actie. Bair wil dat de bank zo snel mogelijk uitgezuiverd wordt, verlieslatende activa sneller de deur uitgaan en dat het management versterkt wordt. Ze trekt de competentie van de huidige top op vlak van commercial banking in twijfel.
Bair hing afgelopen week met bestuurders van Citigroup aan de telefoon om de druk te verhogen. Opnieuw lekten die gesprekken meteen uit, wat Citigroup in een delicate situatie brengt. De Wall Street Journal, de Financial Times en de New York Times hebben allen de afgelopen dagen vrij fors de problemen van Citigroup in de verf gezet en de eisenbundel van Sheila Bair benadrukt. Bair lijkt weinig vertrouwen te hebben in Vikram S. Pandit, ceo van Citigroup, die, sinds de val van Chuck Prince vorig najaar, de groep en zijn 300.000 medewerkers leidt.
Pandit lijkt dan weer wel de steun te hebben van de minister van Financiën Timothy Geithner. Het is evenmin duidelijk in welke mate de andere drie toezichthouders (waaronder de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve) de zorgen van Sheila Bair delen. Maar Bair is als hoofd van de FDIC wel een zeer invloedrijke dame, die zichzelf tot doel gesteld heeft Wall Street te temmen.
Vikram Pandit zei recent dat de overheid geld verdient aan Citigroup. De return (inclusief dividenden) sinds de instap was ruim 7 procent, of het drievoudige van de evolutie van de S&P 500 over dezelfde periode, zei hij. Dat is dan wel te danken aan de lage conversieprijs waartegen de overheid haar aandelen kan omzetten en allerminst aan de beursprestatie van Citigroup, die achterop hinkt tegenover de andere 'systeembanken'.
Citigroup zelf slaat terug met de resultaten van de zogenaamde 'stress tests' die de overheid heeft uitgevoerd. Die suggereren dat de groep een kapitaaltekort heeft van 5,5 miljard dollar. De groep gelooft dat rond dezelfde tijd volgend jaar er een duidelijk andere Citi zal staan. Eerste opzet nu is om enkele winstgevende kwartalen te produceren. Dat zou het herstel moeten terugbrengen.
Het is wellicht een optimistische visie voor een groep die nauwlettend door de overheid in de gaten wordt gehouden en heel regelmatig negatief in de pers komt. Zowel personeel als klanten maken zich zorgen. Daarbovenop komt dat de 25 topmanagers van Citi voor hun verloning voortaan de zegen nodig hebben van de door de regering Obama aangestelde verloningstsaar Kenneth R. Feinberg. Die was eerder verantwoordelijk voor de uitbetaling van de vergoedingen voor de slachtoffers van de terreuraanslagen op de WTC-torens in New York.
Vooral Pandit, die vorig jaar een totaal verloningspakket had van 38 miljoen dollar, riskeert zwaar te zullen inleveren, maar ook tal van andere medewerkers binnen de groep maken zich zorgen. 'De overheid heeft er geen belang bij ons een concurrentieel nadeel te bezorgen', zegt een insider. Maar in de politiek liggen de dingen zelden zo eenvoudig.
DS, 15-06-2009 (Pascal Dendooven)