PDA

Bekijk de volledige versie : Vlamingen en Franstaligen verschillen zelfs in de dood


Barst
3rd June 2009, 00:45
Vlamingen en Franstaligen verschillen zelfs in de dood


BRUSSEL - Vlamingen grijpen meer in bij het levenseinde. Franstaligen willen het leven meer rekken.


82 procent van de aangiften van euthanasie in België komt van Vlamingen, 18 procent van Franstaligen. Zegt dit iets over de neiging om dingen 'aan te geven'? Of gaan Vlamingen en Franstaligen ook anders om met het levenseinde?

Vooral het tweede speelt, leerden de professoren Lieve Van den Block en Luc Deliens en de collega's van hun VUB-onderzoeksgroep 'Zorg rond het Leveneinde'. Ze schrijven dit in het medisch tijdschrift BMC Public Health.

De wetenschappers onderzochten 2.600 overlijdens uit 2005-2006 en vooral de 1.600 mensen daaruit die niet-plots overleden. Ze deden dit via het netwerk van de huisartsenpeilpraktijken.

De centrale vaststelling is dat van de niet-plots overleden Vlaamse patiënten, 50 procent stierf na een medische beslissing die misschien of zeker een levensverkortend effect had. Bij de Franstalige patiënten maar 41 procent.

Vlamingen nemen dus meer beslissingen die een effect hebben op het tijdstip van het overlijden. Het stopzetten van een behandeling of het niet-opstarten van een behandeling bij het opduiken van een nieuw probleem, komt meer voor bij Vlamingen. Het opdrijven van de pijnstilling met middelen die soms levensverkortend werken, ook. Euthanasie (levensbeëindiging op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt) komt bijna dubbel zoveel voor in Vlaanderen dan bij Franstaligen (1,6 versus 0,9 procent).

Bij Franstaligen daarentegen komt sedatie bijna dubbel zoveel voor als bij Vlamingen; in ziekenhuizen 23,7 versus 12,0 procent; in rusthuizen en bij thuiszorg 8,2 versus 4,4 procent. Sedatie brengt de patiënt in een diepe coma zodat hij niet lijdt, maar versnelt de dood in principe niet. Deze aanpak wordt aanbevolen vanuit katholieke hoek, maar slaat blijkbaar niet echt aan in Vlaanderen.

Een ander onderzoeksdeel wijst uit dat in Vlaanderen iets makkelijker met de patiënten gepraat wordt over het levenseinde.

Uit andere onderzoeken leerden de auteurs dat Franstalige patiënten in de laatste drie maanden vaker levensverlengende behandelingen krijgen. Dat spoort met de Franstalige neiging naar specialistische geneeskunde, luidt het.

Ongewoon is de vaststelling evenwel niet. Onderzoek leert dat in het noorden van Europa meer het leven verkortende medische beslissingen voorkomen dan in het zuiden. De auteurs merken ook nog op dat in Vlaanderen het publieke debat over het levenseinde intenser was. Ze melden ook dat Vlaanderen artsen en verplegenden opleidt over het levenseinde, Franstalig België (nog) niet.

De culturele verschillen over het levenseinde tussen Vlamingen en Franstaligen zijn dus groot. Hoewel, net niet groot genoeg om het verschil 82/18 procent in de eutanasie-aangiften te verklaren. Het vermoeden blijft leven dat in Franstalig België meer euthanasie plaats heeft dan dat dit gemeld wordt. Maar ook dat is verklaarbaar in het licht van de voorgaande vaststellingen.


Blog DS, 03-06-2009 (Guy Tegenbos)