Barst
5th May 2009, 16:59
Student anno 2009
Als assistent aan de KU Leuven gaf ik oefenseminaries aan studenten uit wat toen nog de licenties heetten. Het moment dat ik die lesuren gaf, kon ik vrij kiezen op de lessenrooster. Gezien het kluwen van keuzevakken waaruit de studenten moesten kiezen, was dat echter steeds even puzzelen. Op een gegeven moment was ik de discussie met een studentengroep zodanig beu dat ik voorstelde om het seminarie dan maar op vrijdagochtend te geven om 8 uur. De wetenschap dat donderdagavond de uitgangsavond bij uitstek was voor de studenten, gaf me de zekerheid dat ze dit gruwelijke voorstel toch zouden afwijzen. Het protest was zo hevig dat ik het niet kon laten om bijzonder geamuseerd te vragen wat er mis kon zijn met een vroege vrijdagochtend. Toen kwam de schok. Het bleek dat de studenten in dat trimester geen andere lessen op vrijdag hadden en als dat zo bleef, dan konden ze dondernamiddag van hun kot huiswaarts keren.
Mijn amusement sloeg om in verstomming. Ik was toen zelf nog maar vijf jaar ouder dan die jongens en meisjes, maar voelde me ineens ontzettend veel ouder. Zeker toen ik mezelf het zinnetje hoorde zeggen: in mijn tijd zou dat niet waar geweest zijn. Beleefde Leuven na de vrijbuitende prins-student en de rebelse arbeider-student nu de verschijning van de bediende-in-spe-student?
Sporadische wandelingen door Leuven leken deze waarneming te bevestigen. Alles leek er jaar na jaar netter en burgerlijker te worden. Het kot werd vervangen door een studio of soms zelfs door een auto om te pendelen, de basisuitrusting van de student groeide aan met laptop, gsm en internet. Op een dag zag ik dat mijn oude clubcafé, tot dan het oudste studentencafé van Leuven en een rasechte bruine krocht, voorgoed gesloten was. Later heropende in hetzelfde pand een hippe, vegetarische snackbar. Het kon natuurlijk zijn dat het niet zozeer Leuven, maar ikzelf was die veranderde en dat mijn herinnering door een steeds dikkere filter van romantiek werd vertekend.
Onlangs kreeg ik echter een nieuwe wake-upcall. Carl Devos had de partijvoorzitters bijeengeroepen om te debatteren voor zijn studenten. Studenten politieke en sociale wetenschappen uit Gent verzameld in De Vooruit: alle ingrediënten voor een ouderwetse clash met studenten die alles radicaal en ongeremd in vraag stellen. Jongeren die zich - net als ik destijds - naar het goede woord van Anatole France geheel nieuw wanen voor de wereld terwijl ze slechts jong zijn in de wereld. Althans, dat dacht ik.
Bij aanvang van het debat projecteerde Devos de resultaten van een bevraging bij zijn studenten: als geliefkoosde minister-president kozen ze voor de christendemocraat Kris Peeters; als favoriete regering voor een klassieke tripartiete; als belangrijkste beleidsthema voor de sociale zekerheid. Resultaten die je ook in een gemiddeld Vlaams rusthuis mag verwachten.
Kennelijk is de studententijd voor velen dus inderdaad niet langer een unieke periode waarin men kan experimenteren met onverantwoorde meningen en een bijzondere levensstijl, jaren waarin men de luxe geniet om weinig verantwoording te moeten afleggen en gemakkelijk wegkomt met stommiteiten. Het lijkt erop dat studenten tegenwoordig in een keurslijf zitten waarbij ze van meet af aan verantwoordelijk moeten zijn en presteren. De keerzijde van de enorme mogelijkheden die jongeren worden voorgehouden, is immers de druk om ze daadwerkelijk te moeten grijpen. Het risico van daarin te falen en uit de boot te vallen legt steeds vroeger een mentale last op jonge mensen. Allicht is het daarom dat de jongste tien jaar het aantal meldingen van faalangst, depressies en persoonlijke crisissen bij studenten aan onze universiteiten verveelvoudigd is.
Deze evolutie toont de geweldige paradox van onze tijd: terwijl we almaar verder gaan in onze aanbidding en industrialisering van de jeugdigheid, wordt het steeds beproevender om daadwerkelijk jong te zijn.
Bart De Wever voorzitter N-VA. 'Het kostbare weefsel' verschijnt tweewekelijks op dinsdag.
DS, 05-05-2009
Als assistent aan de KU Leuven gaf ik oefenseminaries aan studenten uit wat toen nog de licenties heetten. Het moment dat ik die lesuren gaf, kon ik vrij kiezen op de lessenrooster. Gezien het kluwen van keuzevakken waaruit de studenten moesten kiezen, was dat echter steeds even puzzelen. Op een gegeven moment was ik de discussie met een studentengroep zodanig beu dat ik voorstelde om het seminarie dan maar op vrijdagochtend te geven om 8 uur. De wetenschap dat donderdagavond de uitgangsavond bij uitstek was voor de studenten, gaf me de zekerheid dat ze dit gruwelijke voorstel toch zouden afwijzen. Het protest was zo hevig dat ik het niet kon laten om bijzonder geamuseerd te vragen wat er mis kon zijn met een vroege vrijdagochtend. Toen kwam de schok. Het bleek dat de studenten in dat trimester geen andere lessen op vrijdag hadden en als dat zo bleef, dan konden ze dondernamiddag van hun kot huiswaarts keren.
Mijn amusement sloeg om in verstomming. Ik was toen zelf nog maar vijf jaar ouder dan die jongens en meisjes, maar voelde me ineens ontzettend veel ouder. Zeker toen ik mezelf het zinnetje hoorde zeggen: in mijn tijd zou dat niet waar geweest zijn. Beleefde Leuven na de vrijbuitende prins-student en de rebelse arbeider-student nu de verschijning van de bediende-in-spe-student?
Sporadische wandelingen door Leuven leken deze waarneming te bevestigen. Alles leek er jaar na jaar netter en burgerlijker te worden. Het kot werd vervangen door een studio of soms zelfs door een auto om te pendelen, de basisuitrusting van de student groeide aan met laptop, gsm en internet. Op een dag zag ik dat mijn oude clubcafé, tot dan het oudste studentencafé van Leuven en een rasechte bruine krocht, voorgoed gesloten was. Later heropende in hetzelfde pand een hippe, vegetarische snackbar. Het kon natuurlijk zijn dat het niet zozeer Leuven, maar ikzelf was die veranderde en dat mijn herinnering door een steeds dikkere filter van romantiek werd vertekend.
Onlangs kreeg ik echter een nieuwe wake-upcall. Carl Devos had de partijvoorzitters bijeengeroepen om te debatteren voor zijn studenten. Studenten politieke en sociale wetenschappen uit Gent verzameld in De Vooruit: alle ingrediënten voor een ouderwetse clash met studenten die alles radicaal en ongeremd in vraag stellen. Jongeren die zich - net als ik destijds - naar het goede woord van Anatole France geheel nieuw wanen voor de wereld terwijl ze slechts jong zijn in de wereld. Althans, dat dacht ik.
Bij aanvang van het debat projecteerde Devos de resultaten van een bevraging bij zijn studenten: als geliefkoosde minister-president kozen ze voor de christendemocraat Kris Peeters; als favoriete regering voor een klassieke tripartiete; als belangrijkste beleidsthema voor de sociale zekerheid. Resultaten die je ook in een gemiddeld Vlaams rusthuis mag verwachten.
Kennelijk is de studententijd voor velen dus inderdaad niet langer een unieke periode waarin men kan experimenteren met onverantwoorde meningen en een bijzondere levensstijl, jaren waarin men de luxe geniet om weinig verantwoording te moeten afleggen en gemakkelijk wegkomt met stommiteiten. Het lijkt erop dat studenten tegenwoordig in een keurslijf zitten waarbij ze van meet af aan verantwoordelijk moeten zijn en presteren. De keerzijde van de enorme mogelijkheden die jongeren worden voorgehouden, is immers de druk om ze daadwerkelijk te moeten grijpen. Het risico van daarin te falen en uit de boot te vallen legt steeds vroeger een mentale last op jonge mensen. Allicht is het daarom dat de jongste tien jaar het aantal meldingen van faalangst, depressies en persoonlijke crisissen bij studenten aan onze universiteiten verveelvoudigd is.
Deze evolutie toont de geweldige paradox van onze tijd: terwijl we almaar verder gaan in onze aanbidding en industrialisering van de jeugdigheid, wordt het steeds beproevender om daadwerkelijk jong te zijn.
Bart De Wever voorzitter N-VA. 'Het kostbare weefsel' verschijnt tweewekelijks op dinsdag.
DS, 05-05-2009