PDA

Bekijk de volledige versie : Baby kan wijzen naar iets dat er niet is


Barst
28th April 2009, 18:02
Baby kan wijzen naar iets dat er niet is


Rotterdam, 28 april. Kinderen die nog niet kunnen praten, kunnen al wel wijzen naar iets dat er niet is – bijvoorbeeld naar de plek waar iets zou moeten liggen, maar waar dat niet ligt.


Zulk wijzen naar iets afwezigs vereist ‘abstract denken’, maar er blijkt dus geen taal voor nodig. Toch kunnen chimpansees het niet: die missen kennelijk een bepaald vermogen tot abstraheren dat jonge kinderen wel hebben. Dat heeft een team psychologen uit Nijmegen en Leipzig aangetoond. Ze beschrijven hun onderzoek binnenkort in het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Science.

In gesproken taal, zeggen de onderzoekers, is het gemakkelijk om het te hebben over iets dat er niet is. Je zegt ‘olifant’ en ook als zo’n dier niet in de buurt is, ziet degene die het hoort in gedachten meteen een olifant voor zich. Maar het is niet nodig om je toevlucht tot taal te nemen om het over iets afwezigs te hebben. Stel, je staat bij de toko, achter de toonbank staat alleen die ene jongen die geen Nederlands spreekt en de kip met cashewnoten lijkt op te zijn. Dan hoef je alleen maar naar de lege bak te wijzen en hij begrijpt dat je bedoelt: is er nog?

Op die situatie baseerden de psychologen hun onderzoek. Ze lieten kinderen van 12 maanden (en chimpansees) wennen aan een opstelling met twee tafels, een met speelgoed (voor de chimps: eten) en een met tissues (voor de chimps: ligstro). Ze lieten zien dat een volwassene maar hoefde te wijzen naar speelgoed of eten, of hij kreeg het. Vervolgens werden de tafels leeg gemaakt: in de helft van de gevallen werden de spullen zichtbaar eronder verstopt, in de andere helft van de gevallen waren ze helemaal weg.

Nu waren baby’s en chimps zelf aan de beurt. Bijna 60 procent van de baby’s wees met een wijsvingertje naar de goede tafel, die waar het speelgoed op had gelegen (of het er nu inmiddels onder lag of niet). Chimps waren minder bijdehand: alleen als het eten nu onder de tafel lag, stak 56 procent er een arm naar uit. Bedelend, niet echt wijzend, want dat kunnen ze niet. En als als het eten helemaal weg was, stak nog maar 19 procent van de chimps een arm naar de goede tafel uit – slechts uit wanhoop en frustratie: ze hadden dan eerst al verkeerd ‘gewezen’, maar ze wilden zo graag een hapje dat ze maar bleven proberen.


NRC, 28-04-2009