Barst
24th February 2009, 17:32
Harde winterprik of begin ijstijd?
De uitgaven van de werkloosheidsdienst RVA stijgen dit jaar met 14 procent of 1,3 miljard: van 9,6 naar 10,9 miljard euro.
Dat is niet niks. 1,3 miljard, dat komt overeen met de hele opbrengst van de successierechten in België.
En wellicht is dat een onderschatting, want het cijfer is berekend met een economische krimp van -2 procent. Een grotere krimp - -3 of -4 procent - wordt almaar waarschijnlijker.
Toch past ook enige relativering bij deze cijfers.
De RVA-uitgaven vormen na deze stijging nog altijd maar 10 procent van de totale sociale uitgaven.
De RVA-uitgaven komen wel in één sprong op gelijke hoogte met de uitgaven voor de ambtenarenpensioenen, en ze benaderen de helft van de uitgaven voor de werknemers- en zelfstandigenpensioenen samen.
Bovenal is de RVA-stijging met 1,3 miljard niet de grootste stijging in de sociale zekerheid. Koploper is nog altijd de chouchou van de Franstalige regeringspartijen, de ziektekostenverzekering. Die krijgt dit jaar, crisis of geen crisis, 2 miljard euro extra. Haar budget stijgt van 24,5 naar 26,5 miljard euro, ofschoon ze die stijging niet nodig heeft. Wat ze overhoudt, mag ze in reservepotjes steken.
Het wordt tijd vragen te stellen over deze bevoorrechte behandeling van de ziekteverzekering. De andere takken van de sociale zekerheid spreken van kannibalisme: de ziekteverzekering eet het budget van alle andere takken op.
In crisistijden moeten nog andere vragen gesteld worden. De stijgende werkloosheid gaat nog altijd gepaard met grote aantallen vacatures die maar niet ingevuld raken. Om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren is het nodig dat de deelstaten - die veel dichter op de bal kunnen spelen - meer actiemogelijkheden krijgen en geresponsabiliseerd worden.
De Franstalige partijen prediken dat er nu geen staatshervorming nodig is, maar een anticrisisbeleid. Welnu, dit ís anticrisisbeleid. Nog langer een herverdeling van de arbeidsmarkttaken tussen federale staat en deelstaten tegenhouden, is totaal onverantwoord.
Maar de fundamenteelste vraag die rijst, luidt: is dit een stevige winterprik of het begin van een ijstijd? Dooft de crisis dit najaar al uit zoals de optimisten hopen? Of is dit maar het begin van een jarenlange neergang en verarming zoals de pessimisten vrezen?
In elk geval moet hoe dan ook fundamenteler nagedacht worden over de sociale zekerheid. Wat is nog te handhaven? Wat is prioritair?
In de loop van de Tweede Wereldoorlog zijn visionaire sociale partners en ambtenaren van dit land in stilte bijeengekomen om een nieuw socialezekerheidsstelsel uit te werken voor de periode nadien. Misschien moeten visionaire sociale partners, ambtenaren en academici dat nu ook doen, want in gewone tijden lukt ons dat niet. Of hebben we geen visionaire sociale partners, ambtenaren en academici meer?
DS, 24-02-2009 (Guy Tegenbos)
De uitgaven van de werkloosheidsdienst RVA stijgen dit jaar met 14 procent of 1,3 miljard: van 9,6 naar 10,9 miljard euro.
Dat is niet niks. 1,3 miljard, dat komt overeen met de hele opbrengst van de successierechten in België.
En wellicht is dat een onderschatting, want het cijfer is berekend met een economische krimp van -2 procent. Een grotere krimp - -3 of -4 procent - wordt almaar waarschijnlijker.
Toch past ook enige relativering bij deze cijfers.
De RVA-uitgaven vormen na deze stijging nog altijd maar 10 procent van de totale sociale uitgaven.
De RVA-uitgaven komen wel in één sprong op gelijke hoogte met de uitgaven voor de ambtenarenpensioenen, en ze benaderen de helft van de uitgaven voor de werknemers- en zelfstandigenpensioenen samen.
Bovenal is de RVA-stijging met 1,3 miljard niet de grootste stijging in de sociale zekerheid. Koploper is nog altijd de chouchou van de Franstalige regeringspartijen, de ziektekostenverzekering. Die krijgt dit jaar, crisis of geen crisis, 2 miljard euro extra. Haar budget stijgt van 24,5 naar 26,5 miljard euro, ofschoon ze die stijging niet nodig heeft. Wat ze overhoudt, mag ze in reservepotjes steken.
Het wordt tijd vragen te stellen over deze bevoorrechte behandeling van de ziekteverzekering. De andere takken van de sociale zekerheid spreken van kannibalisme: de ziekteverzekering eet het budget van alle andere takken op.
In crisistijden moeten nog andere vragen gesteld worden. De stijgende werkloosheid gaat nog altijd gepaard met grote aantallen vacatures die maar niet ingevuld raken. Om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren is het nodig dat de deelstaten - die veel dichter op de bal kunnen spelen - meer actiemogelijkheden krijgen en geresponsabiliseerd worden.
De Franstalige partijen prediken dat er nu geen staatshervorming nodig is, maar een anticrisisbeleid. Welnu, dit ís anticrisisbeleid. Nog langer een herverdeling van de arbeidsmarkttaken tussen federale staat en deelstaten tegenhouden, is totaal onverantwoord.
Maar de fundamenteelste vraag die rijst, luidt: is dit een stevige winterprik of het begin van een ijstijd? Dooft de crisis dit najaar al uit zoals de optimisten hopen? Of is dit maar het begin van een jarenlange neergang en verarming zoals de pessimisten vrezen?
In elk geval moet hoe dan ook fundamenteler nagedacht worden over de sociale zekerheid. Wat is nog te handhaven? Wat is prioritair?
In de loop van de Tweede Wereldoorlog zijn visionaire sociale partners en ambtenaren van dit land in stilte bijeengekomen om een nieuw socialezekerheidsstelsel uit te werken voor de periode nadien. Misschien moeten visionaire sociale partners, ambtenaren en academici dat nu ook doen, want in gewone tijden lukt ons dat niet. Of hebben we geen visionaire sociale partners, ambtenaren en academici meer?
DS, 24-02-2009 (Guy Tegenbos)