PDA

Bekijk de volledige versie : De bakker zoekt een vrouw


Barst
23rd December 2008, 23:29
De bakker zoekt een vrouw


AALST - De Aalsterse bakker Marc Baillius (45) ziet het leven weer zitten nadat hij in april van dit jaar te weten is gekomen dat zijn spoorloze vrouw achter zijn rug om in Nederland een nieuw leven is begonnen.


Toen Marc Baillius op 21augustus 2006 wakker werd, was het bed naast hem leeg. Anny Ritzen -de vrouw met wie hij toen al dertien jaar samen was- was verdwenen. De politie vond geen enkel spoor en verdacht al snel de bakker zelf. In de maanden die volgden, braken agenten zijn keukenvloer open, op zoek naar het lijk van Ritzen.

Om de haverklap werd Baillius urenlang ondervraagd en opgesloten. Tot de ontknoping begin april volgde: Anny Ritzen was gezond en wel teruggevonden in het Nederlandse Haarlem. Ze werkte er in een wasserette, woonde op een klein appartement en was er aan een tweede leven begonnen.

Nu, een halfjaar na haar herrijzenis, probeert Marc Baillius zijn leven weer op de rails te krijgen. 'Ik ben volledig moeten herbeginnen. Want ik was niet alleen mijn vrouw kwijt, ook mijn bakkerij was failliet. Logisch, de klanten bleven weg omdat ze geloofden dat ik Anny had omgebracht.'

Van Anny heeft hij intussen nog altijd niets gehoord. Hij beweert dat hij zelf ook niet geprobeerd heeft contact op te nemen. 'Dat zou me te veel pijn doen. Want wat als ik haar zou terugzien? Dan, dan… (maakt zijn zin niet af) Ik weet het niet.'

Intussen zocht Baillius zelf naar antwoorden. 'Ik vraag het me nog altijd af: waarom is ze zonder iets te zeggen weggegaan? We hebben nooit echt ruziegemaakt, ik heb haar nooit geslagen en ik ben geen dronkaard. De enige mogelijke verklaring is volgens mij dat ze het werk in de bakkerij niet meer zag zitten.'

Want volgens Baillius hadden ze wel hun deel van de tegenslag gehad. 'Eerst sloten ze een jaar onze straat af voor wegwerkzaamheden. Toen de klanten eindelijk weer tot bij onze zaak raakten, begonnen ze plots te werken aan de brug die Aalst in tweeën snijdt. En Anny werkte hard. Heel hard zelfs. Maar ze heeft me nooit gezegd dat ze het werk beu was.'

Volgens Baillius kon de bakkerij hem nochtans gestolen worden. 'Als ze me gezegd had wat er scheelde, dan had ik iemand in dienst genomen. Of eventueel de winkel verkocht. Ze heeft me helaas nooit de kans gegeven om erover te praten. Ik zag Anny doodgraag. Ik probeer haar nu te vergeten. Maar dat gaat met vallen en opstaan.'

Om zijn zinnen te verzetten, volgt hij momenteel avondles boekhouding-informatica. 'Niet omdat ik een nieuwe zaak uit de grond wil stampen. Gewoon: dat kan van pas komen. En ik kende niets van boekhouden. Anny deed dat vroeger voor mij.' (zwijgt lang)

Toch is de bakker ook kwaad op Anny. 'Ik neem haar vooral de manier waarop kwalijk. Want dat anderhalve jaar onzekerheid was de hel: ik was doodongerust over haar. En intussen werd ik door iedereen scheef bekeken. Die psychologische druk was enorm. Als ik 's nachts een zak bakkersbloem in de auto laadde, dachten de buren dat ik haar lijk aan het dumpen was. Ook de politie daagde voortdurend op. Niet alleen bij mij, de speurders klopten ook aan bij mijn vrienden. Die werden op den duur ook kwaad op mij. Ik heb veel vrienden verloren. Enfin, ik zie er toch veel niet meer.'

'Die agenten wisten altijd wel iets. Op een dag haalden ze me thuis op. In het commissariaat gooiden ze me een stapeltje foto's voor de neus. Zogezegd van bloedvlekken in mijn huis. Ze zeiden dat ik maar beter alles kon opbiechten, omdat ze bewijzen tegen me hadden. Uren hebben ze op me ingepraat. Maar ik wist écht niet welke vlekken dat waren. Ik wist alleen dat het geen bloed van Anny was. Toch dreigden de agenten ermee om me voor de onderzoeksrechter te brengen. Ik dacht op een bepaald moment echt: ik zal hier opdraaien voor iets wat ik niet gedaan heb.'

Of hij haar ooit nog zal opzoeken? 'Ik denk dat een ontmoeting te confronterend zou zijn. Zij heeft er ook voor gekozen om opnieuw en zonder mij te beginnen. Vorige week ben ik overigens met een vriend in Maastricht geweest. Net over de grens met Nederland dus. Wel: ik voelde me daar niet op mijn gemak. Omdat ik net als zij in Nederland was. Stom.'

Vlak na de ontknoping diende Baillius een klacht in tegen Ritzen en de politie. Hij eist 250.000euro schadevergoeding. 'Ik heb daar niets meer over gehoord. Het is te zeggen: niets positiefs. Ik heb van de advocaat wel een nieuwe factuur gekregen van 2.500euro. Ik weet niet of het dit allemaal waard is. Want wat zal het me opleveren? Misschien stop ik die rechtszaak gewoon.'

Toch vindt de bakker dat de politie nog een en ander moet uitklaren. 'Want volgens mij hebben ze Anny nooit echt gezocht. Anders hadden ze toch moeten zien dat ze zich onder haar eigen naam had ingeschreven in Haarlem? Wat is anders het nut van het huidige Europa? Als je te snel rijdt in Nederland, weten ze je hier in België toch ook te vinden?'

Baillius zegt dat hij -net als Anny- intussen zijn leven heropgenomen heeft. 'Ik ga af en toe zwemmen, spreek af met de vrienden die zijn overgebleven, en studeer wat. Want ik wil graag weer aan de slag. Een job als raadgever voor bakkerijen in het buitenland zie ik wel zitten. Het buitenland schrikt me alleszins niet af. Ik ben toch alleen.'

'Eerlijk gezegd heb ik een tijd schrik gehad van vrouwen', zegt Baillius nog. 'Ik liet geen enkele toe in mijn leven. Maar nu ben ik klaar voor een nieuwe vrouw, denk ik.' Speciale eisen heeft hij niet, behalve eentje misschien. 'Ik verkies een vrouw die een chip bij haar laat inplanten. Dan kan ik haar snel terugvinden, als dat nodig zou zijn.' (lacht)

Anny Ritzen zelf wilde niet reageren. Aan de telefoon in de wasserette in Haarlem liet ze weten niet geïnteresseerd te zijn in een gesprek. Niet met de krant en niet met Marc Baillius. 'Voor mij is dat een afgesloten verhaal', zei Ritzen.


DS, 23-12-2008 (Bjorn Maeckelbergh)