PDA

Bekijk de volledige versie : Blind maar niet verslagen


Barst
22nd December 2008, 11:23
Blind maar niet verslagen


BRUSSEL - 'Ik ben nu een makkelijke prooi voor mensen met slechte bedoelingen. Maar ik trek mij er niets van aan. Anders kan ik evengoed stoppen met leven.'


Willy Roobaert (52) werd op 2 januari 2006 zo ongenadig hard geslagen door vier Brusselse straatrovers die uit waren op zijn geld dat hij voor altijd blind zal blijven. De vier daders werden op 24 april van dit jaar voor het Brusselse hof van assisen elk veroordeeld tot 15 jaar cel.

Roobaert verbaasde op het proces vriend en vijand door zijn zalvende uitspraken tegenover de vier die hem blind schopten. 'Neen, ik haat jullie niet. Waarom zou ik? Haat leidt nergens toe', zei Roobaert tijdens zijn ondervraging. Waarop de vier beschaamd het hoofd bogen en zich excuseerden voor feiten waar geen excuses voor bestaan.

We zijn ondertussen acht maanden verder. Roobaert is twee weken geleden in de gevangenis één van de vier jongeren gaan opzoeken die hem daarom gevraagd had en ondertussen probeert hij te wennen aan zijn blindheid.

We hebben met Willy Roobaert afgesproken in een premetrostation in Vorst. Roobaert heeft er zopas les gekregen van een begeleidster die hem leert met zijn witte stok de weg te zoeken in de metro. Maar de les is vandaag een beetje vroeger gestopt. Willy en zijn begeleidster staan druk te praten met een bewaker van de MIVB.

'Ik stond op de roltrap toen ik voelde hoe iemand achter mij de ritssluiting van mijn rugzak opende. Ik heb omgekeken en hard geroepen en ze zijn gaan lopen', zegt Roobaert. 'Die man van de MIVB is er nog achter gelopen maar tevergeefs. Naar het schijnt hangen die jongeren hier altijd rond. Enfin, er is gelukkig niets gestolen.'

Willy Roobaert werd blind geslagen nadat hij op 2 januari 's avonds 2006 autostop had gedaan van Sint-Gillis naar het centrum van Brussel. Hij wilde karaoke gaan zingen in een café aan de Brusselse Beurs maar hij had de tram gemist. En daarom stak hij zijn duim omhoog. Hij stapte in een wagen waarin vier jonge Marokkanen zaten. De vier namen hem mee naar een braakliggend terrein in Schaarbeek. Daar roofden ze zijn zakken leeg en sloegen en schopten hem ongenadig hard in elkaar, met de gekende gevolgen.

Roobaert heeft zijn manier van leven ondertussen niet veranderd, ook al is hij blind. 'Het valt wel mee, het leven. Ik doe nog altijd wat ik graag doe. Ik ga joggen onder begeleiding, ik speel bridge, ik leer braille. Stukje bij beetje pas ik mijn appartement aan mijn handicap aan. Ik kom nog altijd veel buiten. Zien is beter. Dat weet ik. Maar ik zal nooit meer zien en dus moet ik nemen wat er nog overblijft.'

'Ik ben wel een beetje triest omdat ik mijn vriendin kwijt ben. Wij pasten goed bij elkaar omdat we elkaar heel veel vrijheid gaven en tegelijk heel veel dingen samen deden. Maar zij zag het niet zitten verder te leven met een andere man dan diegene op wie ze verliefd was geworden. Ik zou ook graag nog eens op vakantie gaan, zoals vroeger. Maar dat gaat niet als je blind en alleen bent.'

Willy Roobaert loopt nog altijd even vaak in de stad rond als vroeger. 'Ik heb geen zin om bang en wantrouwig te worden. Zo kan ik niet leven. Weet u, ik doe nog altijd autostop. Ook 's nachts als ik uit ben geweest. Ik ga aan een verkeerslicht staan en vraag aan de inzittenden van de auto's die stoppen om me naar huis te brengen in Anderlecht. Ik zie nooit op voorhand met wie ik meerijd. Ben ik roekeloos? Ik vind van niet. Ik wil gewoon leven op mijn manier, zoals ik het wil. Onlangs ben ik zo midden in de nacht meegereden met drie jonge gasten. Ze waren heel vriendelijk en hebben me voor mijn deur afgezet. De meeste mensen zijn goed van natuur. Het zijn alleen die enkelingen.'

Willy beseft dat hij een makkelijke prooi is voor mensen met slechte bedoelingen. 'Soms ben ik bang. Ik ben blind, dan weet je niet of er gevaar dreigt. Onlangs zat ik op de tram en was ik niet op mijn gemak omdat ik hoorde en voelde dat er een groepje jongeren op de tram zat dat mij viseerde. Ik ben naar voren gestapt en ik heb aan de trambestuurder gevraagd of er gevaar dreigde. De bestuurder was een Noord-Afrikaan. 'Je moet niet bang zijn, meneer', zei hij. 'Waar wij vandaan komen, brengt het ongeluk om blinde mensen kwaad te doen.' En inderdaad, ze hebben me met rust gelaten.'

Twee weken geleden ging Willy één van de vier jongeren die hem blind maakten opzoeken in de gevangenis. 'Die jongen had dat op het proces al gevraagd. Het was de chauffeur van de wagen waarin ik ontvoerd ben. Ik heb het eerst wat tijd gegeven en twee weken geleden ben ik gegaan.'

'Mijn zoon is boos op mij omdat ik dat gedaan heb. Hij zegt: 'Je moet niet met die gast gaan praten, papa. Die wil toch alleen een goede indruk maken om op die manier sneller vrij te komen.'

Maar Roobaert deed het toch. 'Ik weet dat mijn zoon een beetje gelijk heeft, maar toch wilde ik met die jongen praten. Ik wil hem helpen opdat hij geen andere mensen meer pijn zou doen en iets anders zou doen met zijn leven. Misschien zegt hij wel tegen zichzelf. “Verdorie, eigenlijk is die mens zijn wereld toch wel veel beter dan de mijne., Naïef misschien maar ik wilde het toch doen.'

'We hebben elkaar gezien in de gevangenis in het gezelschap van twee bemiddelaars. Maar ik heb al snel gevraagd of die zouden weggaan. Alleen zo kon ik voelen of hij het echt meende. We hebben veertig minuten gepraat. Hij vroeg hoe het was met mij. “Beter en beter,, zei ik. Hij zei dat hij opgelucht was dat ik me een beetje goed voel. Hij zei dat het voor hem een groot verschil maakte om dat te weten in de gevangenis. Voor zijn geweten zeker?'

'Ik kan me niet voorstellen dat hij geen gewetensproblemen heeft. Ik weet niet of hij geweend heeft maar hij heeft wel een zakdoek gevraagd. Ik denk echt dat hij het meent dat hij spijt heeft. Hij heeft gezegd dat ik altijd op hem kan rekenen als hij vrijkomt.'

'Voor mij is het goed zo. Zelf heb ik niet speciaal veel gehad aan dat gesprek. Ik voelde niks speciaals. Wat zou ik ook kunnen voelen?'

Willy Roobaert wil niet meer blijven stilstaan bij het onheil dat hem overkomen is. 'Ik verdien een beter leven dan wat ik nu heb, maar toch is het leven nog altijd de moeite waard. Dat telt.'


DS, 22-12-2008 (Mark Eeckhaut)

Jiri.Claes
22nd December 2008, 15:15
Zo zie je maar hoe snel dingen kunnen veranderen in een mensenleven. De ene moment kun je nog alles wat er om je heen gebeurt zien, de andere moment ben je dit alles kwijt. Wat Willy Roobaert is overkomen zou niet mogen gebeuren, maar hij heeft gelijk als hij zegt dat wat er gebeurd is, is gebeurd en daar kan je niets meer aan veranderen.

Roobaert heeft een enorme possitieve instelling gezien wat er allemaal gebeurt is. Hij probeert zijn leven terug op te pikken en neemt vrede met de situatie. Hij zegt dat hij de mannen die hem dit hebben aangedaan niet haat, want haat leidt nergens toe. Een hele sterke uitspraak gezien omstandigheden.

Hij bezoekt dan ook nog 1 van de mannen die hem dit heeft aangedaan in de gevangenis. Hoe sterk kan 1 man zijn om zo vergevingsgezind op te willen treden in naam van zijn aanvallers. Roobaert is op dat punt een beter mens dan ik zou zijn. Ik vermoed dat moest mij dit ooit overkomen vergeving wel één van de laatste dingen zou zijn waaraan ik zou denken. Het is onmogelijk om het precies te verwoorden, want ik weet ook niet hoe het zou zijn, maar het zou zeker niet zo sterk zijn als Roobaert zichzelf hier toont.

Dominik_Sebrechts
25th December 2008, 15:27
Wat een moed! Wat deze mens is aangedaan is verschrikkelijk en de manier waarop hij reageert is fantastisch. Niet bij de pakken blijven zitten en zijn mogelijkheden nog ten volle benutten ook al zijn die nu enorm beperkt. Ik geloof ook wel dat een dader berouw kan tonen en dat hij graag het slachtoffer wil ontmoeten. Ikzelf zou zeker niet zo vergevensgezind zijn. In het artikel stond ook dat hij nog steeds durft autostop doen en zijn manier van leven niet echt heeft veranderd. Dit is volgens mij toch wel een beetje naïef. Je kan wel zeggen de mensen zijn niet slecht...er zijn inderdaad meer goede dan slechte mensen maar de realiteit is toch wel net iets anders. Dit is gewoon zinloos geweld!

Dominik Sebrechts