Barst
17th December 2008, 02:25
RESPECT
Dit stukje gaat over het verschil tussen grote en kleine getallen. En over hoe de betekenis van woorden soms in hun tegendeel omslaat bij wie dat verschil niet goed begrijpt.
De aanleiding is een reportage in de krant over de verhuizing van de Ikea van Ternat naar Gent. Sommigen hebben het moeilijk om met hun werk mee te verhuizen, want ze zijn nu eenmaal geďntegreerd in hun Ternatse omgeving: partner heeft er ook werk, kinderen lopen er school, sociale contacten spelen zich daar af. De vakbonden hebben daar begrip voor.
Dat laatste is helemaal niet het geval voor een consultant die daarover een brief naar de krant schreef (DS 11 december) om de vakbonden en die werknemers op hun donder te geven.
Eerst de getallen. Dat is waar we 's morgens mee opstaan in het radionieuws. Doorgaans zijn het onheilstijdingen. Dat er zoveel mensen ontslagen worden daar en zoveel daar, want het zijn slechte tijden. Een mens wordt daar niet vrolijker van. Het is tegenwoordig het ene grote getal na het andere. Geen wonder dat ze bij Delhaize steeds vaker hun huismerk langs de kassa zien passeren.
Dan wordt het gauw zoals Stalin ooit zei: één dode is een drama, een miljoen doden is een statistisch cijfer. Stalin wist waarover hij sprak. Bij een klein getal kunnen we ons nog de menselijke realiteit voorstellen die erachter schuil gaat. Bij een groot getal is dat al veel moeilijker. Dan schiet ons inlevingsvermogen te kort. Het is daar eigenlijk te klein voor. Of de getallen zijn te groot. Te veel nulletjes in de plaats van menselijke gezichten.
De verhuizing van Ikea is geen sociaal drama. Maar er zijn kleine menselijke kantjes aan. Die verdienen respect, juist omdat ze menselijk zijn. Al is het haast een luxe. Want ondertussen heerst overal elders blind geweld dat onschuldige passanten op niets ontziende wijze belaagt, en als het hen al niet doodt, kwetst en verminkt het hen, waarna ze voor altijd naamloos en alleen verder moeten.
Alleen wij kunnen nog aandacht opbrengen voor iemand die het slachtoffer werd van agressie in Antwerpen of Brugge. Wij lezen of aanhoren dan vol deernis de interviews waarin ze vertellen dat ze niet meer de straat op durven of nooit nog rustig kunnen slapen. In Afghanistan of Zimbabwe zijn de kranten niet dik genoeg om iedereen die daar last van heeft het woord te geven.
Ikea dan. Klein verhaal. Mensen die ertegen opzien om elke dag twee uur langer van huis weg te zijn of om zich in hun krakkemikkige autootje op de snelweg te wagen. Ze gaan het toch doen, daar niet van. Maar ze willen het gewoon eens gezegd hebben, even hun hart luchten.
Maar zelfs dat is er voor die boze consultant te veel aan. Hij vraagt zich af of die vakbonden dan niet inzien dat er tegenwoordig andere eisen worden gesteld aan werknemers. So what? Is het niet beaat om elke verandering waar niemand wat aan te zeggen heeft, zomaar oké te vinden?
En hij raast verder, iedereen de les spellend: 'Er is bij veel mensen een totaal gebrek aan veranderingsbereidheid. Tegelijkertijd toont het artikel hoe maatschappijvreemd de vakbond bezig is door de werknemers te laten geloven dat gebrek aan flexibiliteit een recht is.'
Misschien is dat net het probleem, dat elke verandering tot een plicht wordt verheven, dat de economie de moraal dicteert. Misschien is het deze permanent toenemende dwang tot aanpassing die mensen zo vaak naar de pillen en in uiterste gevallen naar het touw doet grijpen.
Vooral dat woord 'maatschappijvreemd' valt op. Want is niet net het omgekeerde het geval? De mens, of men dat graag heeft of niet, is vooral een gewoontedier, die gehecht is aan wat vertrouwd is en die niet graag wordt gestoord in zijn routines. In een vergaderzaal gaan we ook meestal op dezelfde plek zitten. Waarom? Omdat we dan niet moeten kiezen. Beslissen om elders te gaan zitten kost energie en leidt tot stress. En als het toch niets uitmaakt, waarom zou een mens zichzelf dat aandoen?
Is het niet net 'maatschappijvreemd' om iets wat strijdig is met een eigenschap van die maatschappij, toch zonder meer als een plicht op te leggen? Want gesteld zijn op routine is precies het omgekeerde van wereldvreemdheid.
De druk tot aanpassing neemt almaar toe. Altijd staat een consultant met geheven vinger klaar: gij zult mee zijn met uw tijd! Als er niet het minste greintje deernis en respect voor hun kleine menselijkheid meer af kan, is het geen wonder dat mensen onzeker en depressief worden.
En van grote getallen gesproken, er komt een nieuwe, populaire radiozender. Verandering! Zijn naam klinkt als die van een snoepje, zijn logo herinnert aan dat van een bioscoopketen en zijn slogan komt uit een discodreun uit 1989: let's have a big time. Dat kletst maar raak, dat zegt om het even wat. Dat is ongetwijfeld zeer mee met zijn tijd.
Marc Reynebeau is redacteur van deze krant.
DS, 16-12-2008
Dit stukje gaat over het verschil tussen grote en kleine getallen. En over hoe de betekenis van woorden soms in hun tegendeel omslaat bij wie dat verschil niet goed begrijpt.
De aanleiding is een reportage in de krant over de verhuizing van de Ikea van Ternat naar Gent. Sommigen hebben het moeilijk om met hun werk mee te verhuizen, want ze zijn nu eenmaal geďntegreerd in hun Ternatse omgeving: partner heeft er ook werk, kinderen lopen er school, sociale contacten spelen zich daar af. De vakbonden hebben daar begrip voor.
Dat laatste is helemaal niet het geval voor een consultant die daarover een brief naar de krant schreef (DS 11 december) om de vakbonden en die werknemers op hun donder te geven.
Eerst de getallen. Dat is waar we 's morgens mee opstaan in het radionieuws. Doorgaans zijn het onheilstijdingen. Dat er zoveel mensen ontslagen worden daar en zoveel daar, want het zijn slechte tijden. Een mens wordt daar niet vrolijker van. Het is tegenwoordig het ene grote getal na het andere. Geen wonder dat ze bij Delhaize steeds vaker hun huismerk langs de kassa zien passeren.
Dan wordt het gauw zoals Stalin ooit zei: één dode is een drama, een miljoen doden is een statistisch cijfer. Stalin wist waarover hij sprak. Bij een klein getal kunnen we ons nog de menselijke realiteit voorstellen die erachter schuil gaat. Bij een groot getal is dat al veel moeilijker. Dan schiet ons inlevingsvermogen te kort. Het is daar eigenlijk te klein voor. Of de getallen zijn te groot. Te veel nulletjes in de plaats van menselijke gezichten.
De verhuizing van Ikea is geen sociaal drama. Maar er zijn kleine menselijke kantjes aan. Die verdienen respect, juist omdat ze menselijk zijn. Al is het haast een luxe. Want ondertussen heerst overal elders blind geweld dat onschuldige passanten op niets ontziende wijze belaagt, en als het hen al niet doodt, kwetst en verminkt het hen, waarna ze voor altijd naamloos en alleen verder moeten.
Alleen wij kunnen nog aandacht opbrengen voor iemand die het slachtoffer werd van agressie in Antwerpen of Brugge. Wij lezen of aanhoren dan vol deernis de interviews waarin ze vertellen dat ze niet meer de straat op durven of nooit nog rustig kunnen slapen. In Afghanistan of Zimbabwe zijn de kranten niet dik genoeg om iedereen die daar last van heeft het woord te geven.
Ikea dan. Klein verhaal. Mensen die ertegen opzien om elke dag twee uur langer van huis weg te zijn of om zich in hun krakkemikkige autootje op de snelweg te wagen. Ze gaan het toch doen, daar niet van. Maar ze willen het gewoon eens gezegd hebben, even hun hart luchten.
Maar zelfs dat is er voor die boze consultant te veel aan. Hij vraagt zich af of die vakbonden dan niet inzien dat er tegenwoordig andere eisen worden gesteld aan werknemers. So what? Is het niet beaat om elke verandering waar niemand wat aan te zeggen heeft, zomaar oké te vinden?
En hij raast verder, iedereen de les spellend: 'Er is bij veel mensen een totaal gebrek aan veranderingsbereidheid. Tegelijkertijd toont het artikel hoe maatschappijvreemd de vakbond bezig is door de werknemers te laten geloven dat gebrek aan flexibiliteit een recht is.'
Misschien is dat net het probleem, dat elke verandering tot een plicht wordt verheven, dat de economie de moraal dicteert. Misschien is het deze permanent toenemende dwang tot aanpassing die mensen zo vaak naar de pillen en in uiterste gevallen naar het touw doet grijpen.
Vooral dat woord 'maatschappijvreemd' valt op. Want is niet net het omgekeerde het geval? De mens, of men dat graag heeft of niet, is vooral een gewoontedier, die gehecht is aan wat vertrouwd is en die niet graag wordt gestoord in zijn routines. In een vergaderzaal gaan we ook meestal op dezelfde plek zitten. Waarom? Omdat we dan niet moeten kiezen. Beslissen om elders te gaan zitten kost energie en leidt tot stress. En als het toch niets uitmaakt, waarom zou een mens zichzelf dat aandoen?
Is het niet net 'maatschappijvreemd' om iets wat strijdig is met een eigenschap van die maatschappij, toch zonder meer als een plicht op te leggen? Want gesteld zijn op routine is precies het omgekeerde van wereldvreemdheid.
De druk tot aanpassing neemt almaar toe. Altijd staat een consultant met geheven vinger klaar: gij zult mee zijn met uw tijd! Als er niet het minste greintje deernis en respect voor hun kleine menselijkheid meer af kan, is het geen wonder dat mensen onzeker en depressief worden.
En van grote getallen gesproken, er komt een nieuwe, populaire radiozender. Verandering! Zijn naam klinkt als die van een snoepje, zijn logo herinnert aan dat van een bioscoopketen en zijn slogan komt uit een discodreun uit 1989: let's have a big time. Dat kletst maar raak, dat zegt om het even wat. Dat is ongetwijfeld zeer mee met zijn tijd.
Marc Reynebeau is redacteur van deze krant.
DS, 16-12-2008