Barst
3rd December 2008, 13:14
Jongeren liggen wakker van school
BRUSSEL - Kinderen en jongeren die een jaartje hebben overgezeten, voelen zich frappant minder goed in hun vel. Dat blijkt uit onderzoek van het Vlaams informatiepunt Jeugd.
Opvallend is dat die kinderen en jongeren niet alleen vaker wakker liggen van hun schoolse prestaties. Ze maken zich ook meer zorgen op andere domeinen, zoals over hun vriendschappen. Ze voelen meer stress en hebben minder vertrouwen in eigen kunnen.
'School is een erg bepalende factor in het welbevinden van jongeren,' zegt de Leuvense communicatiespecialist Steven Eggermont. Hij wilde achterhalen hoe groot de informatiebehoefte van Vlaamse jongeren is en peilde daarvoor eerst naar hun bekommernissen.
'Problemen op school staan zowel bij kinderen als bij jongeren in de top tien', aldus de onderzoeker. 'Denk vooral niet te stereotiep: BSO-leerlingen bijvoorbeeld liggen niet echt wakker van hun schoolse prestaties, hoewel je dat zou kunnen verwachten. Leerlingen uit het ASO melden veel meer stress en letterlijk zelfs slapeloosheid. En al wie op de een of andere manier een probleem ervaart op school - niet graag gaan, te veel huiswerk krijgen - voelt zich duidelijk minder goed in zijn vel.'
Het onderzoek bevestigt ook een klassieke conclusie uit de psychologie: namelijk, dat jongeren die een minder hechte band hebben met hun ouders, meer problemen ervaren, op alle levensdomeinen. Dat geldt in alle leeftijdsgroepen, ook voor adolescenten tussen 18 en 25 jaar.
Het onbehagen strekt zich ook hier uit over andere domeinen: jongeren met een minder goede band met hun ouders, maken zich meer zorgen over de relatie met hun leeftijdsgenoten, hun studiekeuze, werk.
Allochtone kinderen en jongeren piekeren vaker dan de anderen over hun toekomst. Ze maken zich zorgen over mogelijke werkloosheid, die in de generatie van hun ouders heel groot is. Ze liggen ook meer wakker van geweld en onveiligheid op school. Opvallend: zelfs allochtone kinderen jonger dan 12 jaar kampen al met die sombere gedachten.
'Dat is geen goede zaak', zegt Eggermont. 'Uit sociologisch onderzoek weten we immers dat jongeren zich in hun ontwikkeling vaak aanpassen aan de toekomst die voor hen lijkt weggelegd. Ze gaan in dit geval dan keuzes maken waardoor het juist aannemelijker wordt dat ze in de werkloosheid belanden.'
Ook kinderen en jongeren van laaggeschoolde ouders piekeren meer over hun studiekeuze en hun toekomst.
Adolescenten die al werken, hebben het moeilijker met controle en regels vanwege hun ouders. Ook blijven ze piekeren over geld en bezit, meer dan leeftijdsgenoten die nog niets verdienen. Tieners met een lief zeggen meer last te hebben met de controle van hun ouders dan tieners zonder lief. Tot slot blijkt de school niet de allereerste bekommernis van kinderen tot twaalf jaar. Op één staan bij hen relatief abstracte thema's als hun toekomst, hun latere lief, hun geluk.
DS, 03-12-2008 (Veerle Beel)
BRUSSEL - Kinderen en jongeren die een jaartje hebben overgezeten, voelen zich frappant minder goed in hun vel. Dat blijkt uit onderzoek van het Vlaams informatiepunt Jeugd.
Opvallend is dat die kinderen en jongeren niet alleen vaker wakker liggen van hun schoolse prestaties. Ze maken zich ook meer zorgen op andere domeinen, zoals over hun vriendschappen. Ze voelen meer stress en hebben minder vertrouwen in eigen kunnen.
'School is een erg bepalende factor in het welbevinden van jongeren,' zegt de Leuvense communicatiespecialist Steven Eggermont. Hij wilde achterhalen hoe groot de informatiebehoefte van Vlaamse jongeren is en peilde daarvoor eerst naar hun bekommernissen.
'Problemen op school staan zowel bij kinderen als bij jongeren in de top tien', aldus de onderzoeker. 'Denk vooral niet te stereotiep: BSO-leerlingen bijvoorbeeld liggen niet echt wakker van hun schoolse prestaties, hoewel je dat zou kunnen verwachten. Leerlingen uit het ASO melden veel meer stress en letterlijk zelfs slapeloosheid. En al wie op de een of andere manier een probleem ervaart op school - niet graag gaan, te veel huiswerk krijgen - voelt zich duidelijk minder goed in zijn vel.'
Het onderzoek bevestigt ook een klassieke conclusie uit de psychologie: namelijk, dat jongeren die een minder hechte band hebben met hun ouders, meer problemen ervaren, op alle levensdomeinen. Dat geldt in alle leeftijdsgroepen, ook voor adolescenten tussen 18 en 25 jaar.
Het onbehagen strekt zich ook hier uit over andere domeinen: jongeren met een minder goede band met hun ouders, maken zich meer zorgen over de relatie met hun leeftijdsgenoten, hun studiekeuze, werk.
Allochtone kinderen en jongeren piekeren vaker dan de anderen over hun toekomst. Ze maken zich zorgen over mogelijke werkloosheid, die in de generatie van hun ouders heel groot is. Ze liggen ook meer wakker van geweld en onveiligheid op school. Opvallend: zelfs allochtone kinderen jonger dan 12 jaar kampen al met die sombere gedachten.
'Dat is geen goede zaak', zegt Eggermont. 'Uit sociologisch onderzoek weten we immers dat jongeren zich in hun ontwikkeling vaak aanpassen aan de toekomst die voor hen lijkt weggelegd. Ze gaan in dit geval dan keuzes maken waardoor het juist aannemelijker wordt dat ze in de werkloosheid belanden.'
Ook kinderen en jongeren van laaggeschoolde ouders piekeren meer over hun studiekeuze en hun toekomst.
Adolescenten die al werken, hebben het moeilijker met controle en regels vanwege hun ouders. Ook blijven ze piekeren over geld en bezit, meer dan leeftijdsgenoten die nog niets verdienen. Tieners met een lief zeggen meer last te hebben met de controle van hun ouders dan tieners zonder lief. Tot slot blijkt de school niet de allereerste bekommernis van kinderen tot twaalf jaar. Op één staan bij hen relatief abstracte thema's als hun toekomst, hun latere lief, hun geluk.
DS, 03-12-2008 (Veerle Beel)